Houten onthaalgebouw van het zwin ziet er weer natuurlijk nieuw ... En zwart uit
Acht jaar na de oplevering van het onthaalgebouw van natuurreservaat Het Zwin was de zwarthouten gevelbekleding aan onderhoud toe. Niet onlogisch op een plek waar het samenspel van zon, wind, zout en regen het verouderingsproces versnellen. “Er waren drie grote eisen”, zegt salesexpert Bart Folens van Sikkens. “Trouw aan de architectonische keuzes moest het resultaat zo zwart en zo natuurlijk mogelijk zijn. De gebruikte houtbeschermer watergedragen.”
Het imposante, bezoekerscentrum legt de link tussen de polders, de Zwinvlakte en de Noordzee. Het ontwerp van Coussée & Goris architecten en Gafpa, in opdracht van Provincie West-Vlaanderen en het Agentschap voor Natuur en Bos, werd de voorbije jaren blootgesteld aan de zilte aanvallen van de zee.
“De Provincie vroeg ons om technisch advies te geven voor het herschilderen van het prachtige gebouw”, vertelt Bart. “Het is volledig gebouwd in hout en werd voor de montage in de fabriek doordrenkt met een watergedragen beschermend product. Na acht jaar was er duidelijk verwering zichtbaar, met plaatselijke onthechting, groenaanslag en scheurvorming. De houten schil moest beslist een nieuwe beschermende laag krijgen.”
De opdracht bestond erin om het hout zodanig te behandelen dat de intense zwarte kleur hersteld zou worden, net als het natuurlijke, matte effect. “De opdrachtgever was terecht bang dat de gigantische oppervlakte van 10.000 m2 behandeld zou worden met een olie of een houtbescherming met een satijnglans, waardoor het gebouw plots zou afsteken tegen de natuurpracht van het natuurreservaat. En dat is precies het effect dat we met onze Sikkens Cetol BL Natural Mat willen voorkomen. Deze matte houtveredeling is in zowat alle kleuren beschikbaar maar vooral: ook in het zwart. Het is bovendien een watergedragen beits, waarmee we meteen ook konden beantwoorden aan een derde belangrijke eis van de opdrachtgever. Met een solventproduct zou het moeilijker zijn om een natuurlijke, matte look te bekomen. Solventgedragen producten hebben doorgaans een intrensiek hogere glans. Om deze in glans te verlagen, zou er dan extra matteringsmiddelen aan toegevoegd moeten worden.”
Wat is dat precies: ‘watergedragen’ en ‘solventgedragen’?
“In elk verfgerelateerd product zit een oplosmiddel dat het viskeuze hoofdbestanddeel, het bindmiddel, vloeibaar genoeg moet maken om het op de ondergrond te kunnen aanbrengen”, aldus Jason Brys, technisch expert bij Sikkens. “Dat kan een synthetisch solvent zijn, zoals white spirit, wasbenzine, thinner, ... stuk voor stuk chemische maar ook vluchtige stoffen. Maar het kan dus ook gewoon water zijn. Watergedragen producten hebben, door het ontbreken van vluchtige stoffen, een kleinere ecologische voetafdruk dan synthetische producten en dat was vanzelfsprekend een belangrijke parameter voor Het Zwin.”
Maar water is minder evident?
“Historisch werden, niet alleen voor buitentoepassingen maar ook voor het interieur, synthetische solventen gebruikt. De technologie is ondertussen zodanig geëvolueerd dat er voor binnentoepassingen enkel nog bij uitzondering voor solventgedragen producten wordt gekozen. Voor buitentoepassingen zijn solventgedragen producten nog zeer populair.”
“Maar de vraag naar watergedragen producten stijgt sowieso. Zeker de jongere generatie schilders vraagt er expliciet naar. Ook de wetgever is een aanjager van de evolutie naar meer milieuvriendelijke oplossingen. Ik vermoed dan ook dat de watergedragen versies de synthetische over een tiental jaar zullen wegdrummen. Niet in het minst ook omdat de kwaliteit systematisch toeneemt. In onze R&D-labo’s zijn onderzoekers steeds op zoek naar verbeteringen op vlak van bijvoorbeeld de laagdikte.”
Zijn watergedragen producten dan minder kwalitatief?
“Het zijn andere producten, met andere eigenschappen en bijgevolg ook met andere noden bij het aanbrengen. Zo kan een watergedragen product doorgaans minder vaste stof vasthouden. Dat is het actieve bestanddeel dat het hout moet beschermen. Het komt er in dat geval op aan om meerdere lagen aan te brengen om dezelfde droge laagdikte te bereiken. Watergedragen producten scoren echter doorgaans beter op kleurbehoud. Zeker voor bouwheren die de wens hebben om hun gebouw in een donker kleur te zetten, is een watergedragen oplossing bijgevolg aan te raden.”
“In Het Zwin was de ondergrond geen bepalende factor maar soms is dat wel de doorslaggevende reden om een watergedragen of solventgedragen toepassing te kiezen. Zo zijn er houtsoorten die van nature wateroplosbare stoffen bevatten, waardoor ze kunnen doorbloeden in de verffilm zodra er een watergedragen product op geplaatst wordt. In dat geval is een solventgedragen product dus de oplossing. In het Zwin zouden in principe ook solventgedragen beitsen gekund hebben.”
“Afhankelijk van de oriëntatie van de gevels, werden op het bezoekersgebouw tussen de drie en vier lagen aangebracht”, vertelt Bart. “Alle gevels aan de zuidkant werden behandeld met vier lagen, de andere kregen er drie.”
En komt de behandeling van de bezoekersruimte met een duurzaamheidsgarantie?
“Er is in ons land wellicht geen plek waar het nog moeilijker is om daar een voorspelling over te maken. Hout is sowieso niet maatvast en zeer onderhevig aan temperatuurverschillen. Bovendien is de ene plank ook niet dezelfde als de andere, waardoor op korte afstand van elkaar grote verschillen in veroudering kunnen voorkomen. Er werd bovendien ook gebruik gemaakt van samengesteld hout (gelamelleerd), dat ook veel verschil kan genereren. Maar bovenal is de Zwinvlakte een uitdagende plek vanwege de natuurelementen. De oriëntatie van de gevels is enorm bepalend. Een gevel die frontaal zeewind met zilte waternevel en de inslag van de regen moet verwerken, zal vanzelfsprekend sneller verouderen. Zwart is bovendien de kleur waar die invloeden het snelst op te zien zullen zijn. Op andere plaatsen vallen daar gemakkelijker uitspraken over te doen.”
Zijn watergedragen beitsen duurder?
“Beide productfamilies liggen wat de prijs betreft in elkaars buurt. In dit geval is de watergedragen beits die in het Zwin werd gebruikt zelfs goedkoper dan de solventgedragen versie.”