In de bouwsector piekt het aantal vacatures. Opdrachten blijven (te) lang liggen. Bouwunie lanceert een oproep om meer freelancers in te zetten. Het gaat om zelfstandigen die meewerken als er veel werk is en vertrekken als het rustiger is. Nu gebeurt dat nog weinig omdat aannemersbedrijven een sanctie voor ‘schijnzelfstandigheid’ vrezen. Freelance werk op de arbeidsmarkt wordt hiermee (opnieuw) verengd tot een discussie over het rigide onderscheid tussen de statuten van werknemer en zelfstandige. Die scheiding is niet meer aangepast aan de huidige economische context. Onderzoek over ‘platformwerkers’ als maaltijd- of pakjesbezorgers leert dat niet alleen de platformen kiezen voor freelancers, ook de platformwerkers zelf kiezen vaak bewust voor het statuut van zelfstandige omwille van de vrijheid en flexibiliteit. Er zijn echter andere overwegingen die aandacht moeten krijgen in dit debat.
Expertise
Enerzijds zorgt de noodzaak om ‘slimmer’ te bouwen voor een behoefte aan meer gevarieerde expertise in het bouwproces, waar freelancers potentieel aan tegemoet kunnen komen. Anderzijds kent de bouwsector grote veiligheids- en aansprakelijkheidsrisico’s en blijkt uit onderzoek over freelancers in andere domeinen dat ze vaak niet op de hoogte zijn van de kosten en specifieke risico’s die verbonden zijn met hun statuut.
De toegenomen complexiteit van bouwprocessen is een belangrijk argument om freelance werk te steunen. Nieuwe uitdagingen rond klimaatverandering vragen bijvoorbeeld om kernverdichting: meer doen met minder ruimte en ‘slimmer’ bouwen. De traditionele bouwdriehoek tussen bouwheer, aannemer en architect evolueert naar een bouwnetwerk waarbij de inbreng van diverse actoren, zoals planners, architecten, wetenschappers, ontwikkelaars en burgers, wordt ingezet. Freelance werk kan de ontwikkeling van dergelijke bouwnetwerken faciliteren.
Risicobewustzijn en risicomanagement zijn echter een belangrijk aandachtspunt. Bouwen is immers een risicovolle aangelegenheid voor de veiligheid van iedereen die met de bouwwerf of het opgeleverde bouwwerk in aanraking komt. De wetgever werkt hieraan, bijvoorbeeld de verplichte veiligheidscoördinator, de vereiste opleiding en erkenning om specifieke activiteiten uit te voeren en de invoering van de verplichte asbestinventaris. Een ongecontroleerde toename van freelancers kan nieuwe veiligheidsrisico’s en bijkomende aansprakelijkheidsrisico’s creëren.
Bij arbeidsovereenkomsten ligt de verantwoordelijkheid voor risico’s hoofdzakelijk bij de werkgever, die verregaande verplichtingen heeft inzake informatie, preventie en verzekering, zowel voor eigen schade en letsel van werknemers als voor schade voor derden. Freelancers werken echter als zelfstandige. Dat betekent dat zij zelf voldoende geïnformeerd moeten zijn over alle risico’s en zich ook in die zin moeten verzekeren. Is dit haalbaar?
Laag risicobewustzijn
Onderzoek naar andere freelance beroepscategorieën leert dat hier een zeer laag risicobewustzijn leeft. Voor meer dan 60% van de maaltijdbezorgers is het platform de enige bron van informatie, ondanks de informatiecampagnes voor startende zelfstandigen van de overheid. Hetzelfde stelden we vast bij freelance chauffeurs van gevaarlijke stoffen. Ondanks de vereiste erkenning en opleiding, blijkt dat een significant aantal niet op de hoogte is van de verplichte voorzorgsmaatregelen. Vertaald naar de bouwsector roept dit vragen op naar de naleving van veiligheidsvoorwaarden in een complex bouwnetwerk waarvan ook freelancers deel uitmaken.
Voorts blijkt dat het lage risicobewustzijn bij freelancers resulteert in een lage verzekeringsgraad. Liefst 93% van de respondenten gaf aan niet verzekerd te zijn voor beroepsaansprakelijkheid; niet alleen omdat ze zich niet bewust zijn van de risico’s maar ook omdat de freelance tarieven zo laag zijn dat een verzekering financieel niet haalbaar is. Dit roept dan weer bijkomende vragen op over risicomanagement in de bouwsector. Inmiddels wordt de architectenwet van 1939, die op de traditionele bouwdriehoek steunt, herbekeken en is de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor architecten uitgebreid naar andere actoren in de ruwbouwfase. Hiermee zijn de specifieke risico’s van freelance werk echter niet gedekt. Een verdere uitbreiding van de verplichte beroepsverzekering in de bouw is dus een eerste belangrijke overweging bij de freelance piste. Een andere overweging heeft betrekking op een uitbreiding van de preventie op de bouwwerf richting freelancers. Zij moeten immers mee instaan voor de eigen veiligheid en die van collega’s, gebruikers en omwonenden.
Werken met freelancers in de bouwsector is dus een prima oplossing om niche-expertise of flexibele extra werkkracht aan te trekken op voorwaarde dat het risico-managementsysteem wordt aangepast. Freelance werk is echter ongeschikt als instrument om de kostprijs te drukken. Die schijn mag ook niet worden gewekt.