G. Smeyers werkt mee aan Eramus-project
CIT-Blaton en CFE werken in Anderlecht in opdracht van de MIVB aan een verlenging van de metrolijn naar een nieuwe stelplaats in de Henri Simonetlaan. G. Smeyers nv uit Zandhoven neemt de bronbemaling van dit uitdagende project voor zijn rekening.
Het Erasmus-project bestaat uit een verlenging van de metrolijn met huidige eindhalte Erasmus aan de Lenniksebaan in Anderlecht naar een stelplaats op het kruispunt van de Henri Simonetlaan (B201) met de Schollestraat en de spoorlijn. De totale lengte van het kunstwerk bedraagt ongeveer 750 m, de breedte bedraagt ongeveer 30 m voor het tunnelgedeelte en ongeveer 70 m voor de stelplaats.
Het niveau van het maaiveld is variabel en ligt tussen + 49,41 en + 44,61 mTAW. Hetzelfde geldt voor de grondwatertafel, die zich bevindt tussen + 41,11 en + 38,23 mTAW. De bouwput wordt binnen slibwanden met variabele diepte uitgevoerd en wordt in stross uitgegraven. Na het plaatsen en installeren van de bemaling binnen de slibwanden wordt de dakplaat eerst afgewerkt. Vervolgens start men met de graafwerkzaamheden, het globale uitgraafpeil bedraagt ongeveer + 37 mTAW.
Uit het grondonderzoek is gebleken dat de ondergrond sterk heterogeen is. De bovenste lagen bestaan uit Quartaire leemafzettingen overgaand in Quartair leemhoudend zand. Dit wordt gevolgd door een afwisseling van Tertiare klei, zandhoudende klei en kleihoudend zand. Door dit sterk heterogene karakter en de opeenvolging van slechte en beter bemaalbare lagen werd besloten om de bemaling uit te voeren met combi-vacuümdieptebronnen met een diepte van ongeveer 30 m.
Doordat een vacuüm geïnstalleerd wordt in de bron wordt het grondwater in de omgeving van de bron sterker aangetrokken in vergelijking met een normale gravitaire bron, waardoor het opnemingsvermogen van de bron sterk verhoogt ten opzichte van een gravitaire bron. Door naast de hoofdbron een combifilter te installeren, wordt de invloed van het vacuüm verspreid over verschillende watervoerende lagen.
Zo wordt met de hoofbron de onderste Tertiaire kleihoudende zandlaag bemaald en via de aangebrachte combifilter wordt ook de bovenste Quartaire leemhoudende zandlaag ontwaterd. Een combi-vacuümbron heeft dus als voordeel dat er op verschillende niveaus tegelijkertijd water kan worden gecapteerd dat door slechts één onderwaterpomp wordt weggepompt.
Voor de dimensionering van de bemaling voor het droog zetten van de bouwput en om de invloed naar de omgeving na te gaan stelde G. Smeyers nv uit Zandhoven een 3D-grondwaterstromingsmodel op. De bronnen werden in het model ingeplant binnen de rand van de bouwput, op een afstand van maximum 2 m van de rand verwijderd. Voor de stelplaats zijn bronnen enkel aan de rand niet ideaal, hierdoor zou er te diep moeten worden afgepompt in de bron, met te grote verlaging buiten de bouwput.
Om de invloed buiten de bouwput te beperken, werd gekozen om ook bronnen te voorzien in het centrum van de bouwput. Hierdoor wordt in het centrum van de stelplaats een grotere verlaging gecreëerd. Aan de hand van dit model werden de debieten en de verlaging bepaald. Na een kalibratieperiode van het model werd de bemaling in het model opgestart. Vanaf de opstart van de bemaling werd er gemodelleerd over een periode van 500 dagen, de uitvoeringstermijn van de werf na opstart van de bemaling.
Het opstartdebiet voor de volledige bemaling bedraagt ongeveer 200 m³/u, wat in stationaire toestand al snel daalt tot 60 m³/u. Met de voorziene bemaling treedt er in de bouwput een minimale verlaging op van 6 m, ruim voldoende om de bouwput in den droge te kunnen uitgraven.