Liever permanente wintertijd dan eeuwige zomertijd
Ook de Confederatie Bouw kiest voor het permanent instellen van de wintertijd. Ze noemt dit logisch, want op die manier hoeven bouwbedrijven niet te lang te wachten om met daglicht aan hun werkzaamheden te kunnen beginnen.
Het Europees Parlement wil vanaf 2021 komaf maken met het verzetten van de klokken naar zomer- of wintertijd. Eerder kwam ook de Europese Commissie al met een gelijkaardig voorstel. Moet men dan kiezen voor een permanente winter- of zomertijd? De conclusies van een onderzoek van de Confederatie Bouw, waaraan 1.418 bouwbedrijven hebben deelgenomen, zijn duidelijk: 58% van alle bouwbedrijven kiest, indien er wordt afgestapt van de huidige regeling, voor een permanente wintertijd. Daardoor is het ’s morgens sneller dag, wat de meeste bouwbedrijven, die doorgaans heel vroeg aan hun werkzaamheden beginnen, veel beter uitkomt. Mocht men kiezen voor het permanent instellen van de zomertijd, dan zou het in volle winter pas klaar worden rond 10 uur ’s morgens.
Uit het onderzoek blijkt wel dat bouwbedrijven met veel buitenwerkzaamheden (ruwbouw, wegenbouw, dakwerken, …) er nog meer van overtuigd zijn dat het instellen van een permanente wintertijd de beste optie is: 71% van de bouwondernemingen in deze subsectoren is daarvan voorstander. Ook opvallend: er is geen verschil tussen kleine en grote bouwbedrijven wat de keuze voor wintertijd betreft. In beide groepen is ei zo na 60% van de ondernemingen gewonnen voor de wintertijd.
“De raad van bestuur van de Confederatie Bouw heeft beslist om zich ten volle te scharen achter de keuze voor het permanent instellen van het winteruur. Dat was vóór 1977 trouwens zo goed als altijd het geval in ons land”, meldt Robert de Mûelenaere, gedelegeerd bestuurder van de Confederatie Bouw.
De Confederatie Bouw hoopt wel dat in heel Europa voor een zelfde standaardtijd wordt gekozen. Constant afwisselen van tijdzone binnen Europa zou immers te gek voor woorden zijn en coherentie is noodzakelijk.