Vanuit de nieuwe situatie kan de Belgische constructeur straks veel beter en sneller inspelen op trends en rollen er jaarlijks meer Knikmopsen van de productieband. “Dat kan alleen door te denken en te handelen als een echte fabrikant”, zo is Bert Geens, verantwoordelijk voor de commerciële activiteiten, stellig.
De broers Geens hebben recent flink geïnvesteerd. Zo kwam er behalve een nieuwe lasrobot en lasersnijder ook een volautomatische kastenwand, die liefst 150 plakken plaatstaal kan stockeren op dikte en kwaliteit. Zo ontstaat een moderne ‘lopende band’ voor verreweg de meeste las- en constructiewerkzaamheden, om zo de productie aanzienlijk op te kunnen voeren. Meer aantallen betekent uiteraard ook meer onderdelen en een strakkere planning. Om die reden is in de voorbije maanden een nieuwe hal gebouwd van 70 bij 22 m en 10 m hoog. Deze is in de zomer ingericht als centraal magazijn. Alleen magazijnmedewerkers hebben toegang tot dit afgesloten deel en elk onderdeel wordt zowel vooraf (bij binnenkomst) als achteraf geregistreerd. “Binnen nu en twee jaar ondergaat ook de productiehal een metamorfose. In deze ruimte van 100 bij 200 m komt een tweede assemblagelijn, waardoor de spuiterij zal verhuizen, en we willen graag een showroom realiseren.”
Ambitieus plan
Al die investeringen moeten helpen om het ambitieuze groeiplan te realiseren. Vorig jaar werden in Hoogstraten zowat 650 Knikmopsen gebouwd en voor dit jaar is ingezet op 720 machines. In de eerste zes maanden werden de verwachtingen reeds ingelost. Matexpo en een opendeurdag stuwen de verkoop in de tweede jaarhelft. Ongeveer de helft van de productie gaat de grens over naar Nederland en dat aantal moet op termijn doorgroeien naar 600 tot zelfs 700 knikladers per jaar. Importeur De Schans in Hedel viert dit jaar zijn 25-jarig bestaan en is in die periode vergroeid geraakt met het merk.
In 2017 stond op Matexpo het tweede prototype van de KM 130e te pronken. Deze is inmiddels uitvoerig in de praktijk getest, waardoor de marktintroductie stapje voor stapje dichterbij lijkt gekomen. Toch durft Bert Geens nog niet te zeggen wanneer de eerste Knikmops met elektromotor en lithium-ion accu daadwerkelijk te koop zal zijn. “We willen een machine presenteren die volledig af is, waar we gerust in kunnen zijn. Met half afgewerkte zaken naar buiten komen, heeft geen enkele zin.” Ondertussen wordt ook uitvoerig getest met Euro 5-motoren. Van de grootste Knikmops uit het aanbod, de KM 250, is een prototype gebouwd met Stage V-krachtbron, die is gekoppeld aan een load-sensingpomp. “Het resultaat is verbluffend”, zo belooft Bert Geens. De machine beschikt dankzij Bosch-Rexroth over meer dan 100 l/min aan werkhydrauliek. Dat betekent bijna een verdubbeling ten opzichte van het huidige type.
Ook van de KM 130 en KM 180 zullen spoedig Stage V-uitvoeringen verschijnen. Die verantwoordelijkheid ligt bij Bert’s broer Joos, die vanuit zijn technische achtergrond de R&D-afdeling en productie aanstuurt. “Van de nieuwe Knikmops 130 zijn intussen drie prototypes gebouwd. Het is al met al een hele zoektocht en dat zal het ook wel blijven.” Geert Zelck, die als business consultant de directie ondersteunt, vult aan: ”Wij maken van 2D hier 3D. Het komt als plaat binnen en verlaat de fabriek als kniklader. Dat vergt veel inzet en doorzettingsvermogen, maar is ontzettend mooi om te zien. We zijn weliswaar een nichespeler, maar wel een belangrijke partij. Door de eigenzinnigheid van onze producten en de aantallen die we verkopen, wordt er beslist rekening met ons gehouden.”
Feeling houden
De kracht van Gebr. Geens is dat het bedrijf nagenoeg alles in eigen beheer doet en zo dicht op de markt kan opereren. Het zijn machines dóór en vóór gebruikers. Dat mag gerust letterlijk genomen worden, want niet alleen ingenieurs testen modellen uit. “Iedereen binnen het bedrijf neemt voor klussen rond huis een Knikmops mee en geeft feedback over het functioneren. Het zit daarmee in ieders genen. Of is het Geens?”, zegt Bert met een lach. “Aan die filosofie wordt niet getornd, zodat we feeling houden met onze klanten en de flexibiliteit hebben om machines te bouwen waar we volledig achter staan. Het voordeel van klein zijn is dat alle ontwikkelingen onder onze neus gebeuren, waardoor producten ontstaan dichtbij het hart. Alles moet tot in detail perfect zijn: kwaliteit, prestaties, afwerking. Een Knikmops moet zo compact mogelijk zijn en toch zijn eigen gewicht kunnen heffen. Je moet ‘m achter de auto kunnen hangen en de bediening moet intuïtief aanvoelen.”
De succesformule van Gebr. Geens is terug te voeren op een robuuste bouw, een laag zwaartepunt en een gunstig bedrijfsgewicht. Dat zijn de basisingrediënten voor een veilige kniklader met een goede performance. Wat opvalt is dat in tegenstelling tot veel concurrenten wordt gekozen voor aandrijving via wielmotoren in plaats van assen. Dit zorgt voor minder slijtage en garandeert betere terreinprestaties. Omdat Knikmopsen door tal van gebruikers worden ingezet, is veelzijdigheid een belangrijk punt, hetgeen zich tevens vertaalt in een breed scala aan uitrustingsstukken. Die bouwt men veelal zelf of past bestaande aanbouwdelen hiervoor aan. Met de Rollmops wist Gebr. Geens de harten van stratenmakers in België en Nederland reeds lang te beroeren. De agrarische roots van Frans en Marcel en de landelijke ligging van het bedrijf zorgden al snel voor vraag vanuit de landbouwsector. In Nederland zijn Knikmopsen heel populair bij aannemers in het straat- en wegenwerk. “Ook hoveniers zijn tegenwoordig een belangrijke doelgroep”, weet Geens. “Eigenlijk is het zo gek niet, want ook bij een aardbeienkwekerij, paardenstoeterij of bosbouwbedrijf is de Knikmops een gewaardeerde kracht.” - KB