Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Beveiliging

Asbest blijft sluipmoordenaar, vooral bij brand

Bij branden in België komt heel vaak asbest vrij. Dat hoeft niet te verrassen: België was gedurende lange tijd koploper in de wereld inzake het verbruik van asbest in dakbedekking en gevelbekleding. Hoewel dit zogenaamde 'hechtgebonden' toepassingen van asbest zijn, houden ze wel degelijk een gevaar in voor wie ermee in contact komt, zeker in het geval van brand, waarbij asbestvezels in grote hoeveelheden worden vrijgemaakt en weggeblazen.

Asbest blijft sluipmoordenaar, vooral bij brand

'De recente brand in een koeienstal in Lille, in de Antwerpse Kempen, waarbij een aanzienlijke hoeveelheid asbestvezels de lucht in werd geblazen, drukt ons nog maar eens met de neus op de feiten. Wie de vederlichte en bijna onzichtbare vezels inademt, riskeert op lange termijn ernstige gezondheidsrisico's. Toch wordt in ons land nog te vaak schouderophalend gereageerd als het om asbestvervuiling gaat ' en niet in het minst in de bouwsector. Onbegrijpelijk, want asbest is een onvervalste sluipmoordenaar', waarschuwt de Vereniging Asbestverwijderende Bedrijven (VAB).

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt immers dat ook hechtgebonden asbestproducten vezels loslaten. Dat is zeker het geval als ze, zoals de meeste leien en golfplaten in België, meer dan twintig jaar oud zijn. De Belgische wetgeving ter bescherming van werknemers (voornamelijk in de bouw) en de regelgeving inzake volksgezondheid is op dit vlak echter verouderd. Nog altijd mag hechtgebonden asbest in België door om het even wie worden verwijderd, terwijl het risico op inademing van de schadelijke vezels reëel is. In buurlanden Nederland en Frankrijk moeten hiervoor daarom al jaren gespecialiseerde, erkende firma's worden ingeschakeld.

Een brand waarbij asbest vrijkomt, verloopt doorgaans volgens een vast scenario: de brandweer stelt een perimeter in, vraagt omwonenden om deuren en vensters te sluiten en schakelt een gespecialiseerde firma in om het neergeslagen asbest binnen de perimeter op te ruimen. Dat was bij de brand op 9 januari in Lille niet anders. De voornaamste zorg van de brandweer is logischerwijze het blussen van de brand en het zo snel mogelijk vrijmaken van de openbare weg. Na de brand ligt echter niemand nog wakker van de aanzienlijke hoeveelheden asbestvezels die tot voorbij de perimeter zijn geraakt. Dit illustreert duidelijk hoe in ons land tegen het asbestprobleem wordt aangekeken: met schouderophalen.

Verzot op asbest

Hoewel de productie, de verwerking en het gebruik van asbest al sedert 2001 in de hele Europese Unie is verboden, kampen we nog voortdurend met de problemen die onze historische asbesterfenis veroorzaakt. Die erfenis is ontzagwekkend: volgens ruwe schattingen is in België momenteel nog 3,7 miljoen ton asbest 'in omloop'. Het grootste deel daarvan zit verwerkt in asbestcement waaruit golfplaten, dakleien en allerhande buizen zijn vervaardigd. Bij huizen en gebouwen ouder dan dertig jaar kan je vrijwel zeker zijn dat ze asbest bevatten. De jaren '60 en '70 van de vorige eeuw waren de gloriejaren van het brandwerende en isolerende goedje: toen was België immers wereldwijd nummer één inzake asbestverbruik.

Golfplaten en leien zijn voorbeelden van zogenaamde 'hechtgebonden' asbesttoepassingen: de vezels zitten vast in een ander materiaal (bv. cement). Over hechtgebonden asbest luidt de algemene perceptie dat het niet gevaarlijk is 'zolang je er vanaf blijft'. Dat wil zeggen: zolang je er niet in slijpt, zaagt of breekt waardoor de onzichtbare vezels kunnen loskomen en je ze kunt inademen.

'Hechtgebonden asbest staat daardoor bijna synoniem voor 'veilig' asbest. Wie een huis renoveert en golfplaten wil verwijderen of een leien dak vervangen, ziet zich door de Belgische wetgeving geen strobreed in de weg gelegd. Neem je een aannemer of dakdekker onder de arm, dan zullen zij wellicht aanbieden om dit klusje in jouw plaats te doen. Kort samengevat: met hechtgebonden asbest wordt in de Belgische bouwsector wel heel licht omgesprongen', aldus de VAB.

Nederland

Helaas is hechtgebonden asbest niet zo veilig als het lijkt. Uit onderzoek van het Nederlandse instituut TNO blijkt dat dakbedekking in asbestcement onder de invloed van de weersomstandigheden langzaam maar zeker degradeert. Door temperatuurschommelingen, vrieskou, sneeuw, hagel en wind slijt het asbestcement af. Zuren afkomstig van luchtvervuiling versnellen dat proces. Mosgroei zorgt voor breukvorming.

De resultaten van het Nederlandse onderzoek liegen er niet om: bij daken ouder dan twintig jaar spreekt de studie van een sterke degradatie van het asbestcement en dus van een hoog risico op het vrijkomen van asbestvezels. Hoewel de luchtconcentratie in de directe omgeving niet alarmerend hoog is, is bij één op twee asbestdaken in Nederland de bodem wel dermate vervuild dat hij eigenlijk moet gesaneerd worden.

Daarnaast blijft natuurlijk altijd ook het risico bestaan op het vrijkomen van asbest bij branden en ander onheil. Nederland ging daarom enkele maanden geleden over tot een ambitieuze maatregel: tegen 2024 moeten alle asbestdaken verwijderd zijn. Dat verwijderen mag alleen gebeuren door erkende firma's die volledig conform de veiligheidsvoorschriften werken, wat betekent met gebruik van o.a. luchtfilters, lichtdichte tenten en beschermende overalls.

Wetgeving

België heeft echter nog een lange weg te gaan. Hoewel de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) bezig is aan een stappenplan voor een veilige afvalverwerking van asbest, is voor de bescherming van werknemers in de bouw, van particulieren die hun asbest zelf verwijderen of van mensen die het goedje inademen na een brand nog veel werk te verzetten. Het zijn voornamelijk bouwvakkers die het grootste risico lopen om ziek te worden van asbest.

Hoewel elk bedrijf in België volgens de wet verplicht is een zogenaamde asbestinventaris op te stellen, is dit in de praktijk heel vaak dode letter. Er is nauwelijks controle op en iedereen die zich ertoe geroepen voelt, kan zich aanbieden bij bedrijven om zo'n inventaris op te stellen. Bij incidenten is het dus vaak gissen hoe groot de asbestvervuiling precies is. In vergelijking met andere EU-landen, en zeker met Frankrijk en Nederland, loopt de Belgische wetgeving ernstig achter inzake bescherming tegen asbest. Zowel bij onze noorder- als zuiderburen wordt al jarenlang geen onderscheid meer gemaakt tussen hechtgebonden en ongebonden asbest. Beide asbesttoepassingen worden als gevaarlijk bestempeld en firma's die ze willen verwijderen, moeten over de vereiste certificaten beschikken. In België zijn zulke certificaten alleen verplicht bij de verwijdering van ongebonden asbest.

Stille doder

Van de schadelijkheid van roken kijkt tegenwoordig niemand nog op; maar als het om asbest gaat, halen velen nog hun schouders op. Eén van de redenen is natuurlijk dat er tussen blootstelling en diagnose meestal ettelijke jaren zitten, vaak meer dan twintig jaar. Daardoor is asbest één van de gevaarlijkste sluipmoordenaars in België.

Ziektes zoals asbestose (een gevaarlijke variant van stoflong), pleurale plaques (verdikkingen van het borstvlies), long- en buikvlieskanker (het gevreesde en dodelijke mesothelioom) en gewone longkanker gelden als typische beroepsziekten gerelateerd aan asbest. Sinds kort horen hier ook keel- en strottenhoofdkanker bij. Volgens een Franse studie (in België wordt maar bitter weinig onderzoek naar asbestgevaren gevoerd) zou tussen 4 en 8,5% van alle kankers veroorzaakt zijn door asbest.

Het Belgische Asbestfonds (AFA), waar slachtoffers een vergoeding kunnen vragen, zag volgens de meest recente cijfers tussen 2007 en 2012 ruim 1.500 asbestslachtoffers passeren, van wie 900 patiënten met mesothelioom en ruim 600 met asbestose. Onder de slachtoffers bevonden zich behalve werknemers uit de vroegere verwerkende industrie ook loodgieters, lassers, metaalarbeiders, bouwvakkers en zelfs dokwerkers. Maar het AFA geeft toe dat de reële cijfers wellicht (veel) hoger liggen. Nauwkeuriger onderzoek uit Nederland staaft dat: bij onze noorderburen overlijden jaarlijks tussen 900 en 1.300 mensen aan een asbestgerelateerde aandoening. Dat is dubbel zoveel als het aantal dodelijke slachtoffers op de Nederlandse wegen, wat aantoont dat de stille doder veel meer slachtoffers maakt dan we beseffen.

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten