Rampen zoals Londense torenbrand kunnen zeker voorkomen worden
Voor de renovatie van de Grenfell Tower, het appartementsgebouw dat recent afbrandde in Londen waarbij een tachtigtal doden vielen, werd vorig jaar een goedkopere gevelbekleding gekozen boven een vuurbestendige. Volgens de Britse premier Theresa May hebben zowat zeshonderd flatgebouwen in Engeland dezelfde brandbare gevelbekleding als die van de ramptoren in Kensington. Flats in Schotland, Wales en Noord-Ierland zijn niet in deze schatting opgenomen. In Vlaanderen is de reglementering aanzienlijk strenger.
De gewraakte panelen worden zo snel mogelijk verwijderd. De geveltegels zijn overigens slechts één van een reeks problemen. Slecht geïsoleerde gasleidingen, ontbrekende branddeuren en een handvol andere potentieel levensgevaarlijke gebreken maakten evacuatie noodzakelijk. In afwachting van een aanpassing van de gebouwen zullen bewoners van de risicovolle flats zoveel mogelijk elders worden gehuisvest. De directeur van de huisvestingsmaatschappij van de getroffen Greenfell Tower heeft inmiddels ontslag genomen.
De gevolgen van de brand in de Grenfell Tower maken duidelijk dat het in Engeland behoorlijk slecht gesteld is met de brandveiligheid. In Vlaanderen wordt alleszins preventiever gewerkt. De Vlaamse regelgeving vraagt om afhankelijk van de hoogte van het gebouw, materialen te gebruiken die een bepaalde classificatie hebben inzake hun reactie bij brand. Minerale isolatiematerialen zoals glaswol en rotswol verspreiden minder snel het vuur in vergelijking met kunststofschuimen (pur, pir, eps, ...) maar in functie van het garanderen van de brandveiligheid van hoge woontorens, kan je het materiaalgebruik niet loskoppelen van een doordacht ontwerp en voorzorgsmaatregelen. De vzw VIBE (Vlaams Instituut voor Bio-Ecologisch wonen en bouwen) verspreidt enkele belangrijke adviezen via architect Etienne Hoeckx en brandexperte Dorien Aerts.
Rampen zoals deze in Londen tonen meer dan ooit onze kwetsbaarheid ten aanzien van brand. Dit geldt in het bijzonder voor woontorens, waar vele mensen tegelijk aanwezig zijn. Tot overmaat van ramp brak de brand ’s nachts uit, waardoor talrijke bewoners te laat gealarmeerd werden. Via onze wetgeving wordt op verschillende manieren getracht om de veiligheid in onze gebouwen te garanderen. Spijtig genoeg kunnen de meeste maatregelen slechts worden opgelegd bij nieuwbouw, of bij ingrijpende uitbreidingen en aanpassingen van bestaande gebouwen. Brandveiligheid van gebouwen is gebaseerd op een pakket aan maatregelen die zowel aandacht hebben voor het gebouw en de gebruikers als de veiligheidsdiensten.
Met betrekking tot het gebouw is het belangrijk om de structurele integriteit van het gebouw te kunnen garanderen, maar ook om de verspreiding van de brand binnen het gebouw zo lang als mogelijk uit te stellen. Het indijken van de brandverspreiding – of compartimentering – is uitermate belangrijk om de veiligheid van de gebruikers te bewaken. Een goed uitgevoerde compartimentering zorgt ervoor dat mensen in hun wooneenheid kunnen blijven tot aan de tussenkomst van de brandweer, een strategie die ook in Grenfell Tower zou zijn toegepast.
Woonzorgcentra
Deze ‘defend-in-place’-strategie wordt ook in ons land ingezet, met name voor doelgroepen met beperkte zelfredzaamheid, zoals woonzorgcentra of ziekenhuizen. Goede informatie aan de bewoners, en regelmatige evacuatieoefeningen zijn hierbij een absolute noodzaak. In het beste geval worden een aantal bewoners in het gebouw specifiek opgeleid om bij brand de evacuatieprocedure te ondersteunen. Bij Grenfell zouden de bewoners de instructie hebben gekregen om in hun appartement te blijven, terwijl in het gebouw wellicht niet voldoende brandveiligheidsmaatregelen waren genomen om zo’n defend-in-place-strategie toe te passen.
Tevens moet ook worden vermeden dat brand zich kan verspreiden langs de buitenzijde van het gebouw. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren via de ramen, die relatief snel bezwijken. Vaak zien we uitslaande vlammen door de ramen, doordat de vuurhaard op zoek gaat naar extra zuurstof. Hierbij ontstaat het risico dat de brand zich voort verspreidt naar de bovenliggende verdiepingen. In onze wetgeving is daarom een maatregel vastgelegd dat er een lengte van 1 m nodig is (met EI60) tussen openingen. Dit mag een verticale afstand zijn, maar deze afstand kan ook gerealiseerd worden door middel van terrassen.
Tot slot moet vermeden worden dat de brand zich ìn de structuur kan verspreiden, bijvoorbeeld via de isolatie in de spouw. Daarom is het belangrijk dat men zowel bij nieuwbouw als renovatie geschikte isolatiematerialen gebruikt die de brandverspreiding onmogelijk maken. Hoewel het te vroeg is voor conclusies, wordt er momenteel vanuit gegaan dat de keuze voor ongeschikte isolatiematerialen in een recente renovatie de snelle brandverspreiding in Grenfell veroorzaakt heeft. In onze regelgeving wordt daarom gevraagd om, afhankelijk van de hoogte van het gebouw, materialen te gebruiken die een bepaalde classificatie hebben op vlak van hun reactie bij brand. Minerale isolatiematerialen zoals glaswol en rotswol hebben een betere reactie bij brand dan kunststofschuimen.
Rookmelders
Naast de bescherming van het gebouw, kunnen ook andere maatregelen worden genomen om de bewoners veilig te laten evacueren. In woningen waar men ’s nachts relatief onbeschermd is tegen brand, is rookdetectie een absolute noodzaak. In Vlaanderen is het reeds verplicht om in huurwoningen rookmelders te voorzien. De regelgeving verschilt hierin per gewest.
Vreemd genoeg is het nergens in België verplicht om rookdetectie te voorzien in de gemeenschappelijke delen van een appartementsgebouw. Nochtans stelt men vaak vast dat rook zich snel verspreidt door het trappenhuis, net zoals in Grenfell gebeurde. Bovendien is rookdetectie een zeer goedkope oplossing die een snelle alarmering van de bewoners en de hulpdiensten mogelijk maakt.
“Voor de dodelijke slachtoffers uit de Greenfell Tower kan de klok niet meer worden teruggedraaid, maar de maatschappij kan wel lessen trekken uit deze ramp. Niet enkel in het Verenigd Koninkrijk, maar overal in Europa zal men nu nadenken over hoe men de brandveiligheid in (woon)gebouwen kan verbeteren”, besluiten architect Etienne Hoeckx en brandexperte Dorien Aerts.
VIBE is een onafhankelijke vzw op het kruispunt van de milieubeweging en de bouwsector die informatie over gezond en milieuverantwoord (ver)bouwen en wonen genereert, verzamelt en verspreidt. VIBE geeft ook vorming en advies over onderwerpen zoals gezonde en milieuverantwoorde bouwmaterialen, doordacht ruimtegebruik en duurzame stedenbouw.