Belgische en Nederlandse bouwers lopen voorop inzake robotisering

In de bouw zijn verschillende werkzaamheden zoals metselen geschikt voor uitvoering door robots. In tegenstelling tot een machine kan een robot allerlei programmeerbare taken uitvoeren, wat belangrijk is in de bouw waar ieder project vaak weer anders is. De opkomst van prefab stimuleert daarbij omdat het in een fabriek eenvoudiger is om robots te laten functioneren dan buiten op de bouwplaats in wisselende (weers)omstandigheden. In vergelijking met de Belgisch-Nederlandse industrie is er op het gebied van robotgebruik toch nog een groot verschil. Tegenover 1,5 robot per 10.000 medewerkers in de bouw staan er bijna 200 (per 10.000) in de industrie.
 
“Robots kunnen verschillende werkzaamheden in de bouw uitvoeren. De hoge investeringskosten zijn voor bouwbedrijven echter vaak een probleem omdat zij niet weten of ze die terugverdienen als het ook weer eens economisch tegenzit. Daarnaast zijn lang niet alle bouwwerkzaamheden in een fabriekshal uit te voeren, waardoor het transport van robots van de ene naar de andere bouwlocatie ook een heikel knelpunt blijft”, aldus Maurice van Sante, senior econoom bij het ING Economisch Bureau.
 
In vergelijking met de industrie mag het aantal robots dan misschien klein zijn, in vergelijking met andere landen lopen Nederlandse en Belgische bouwbedrijven wel degelijk voorop. De Lage Landen scoren met 1,5 robot per 10.000 werknemers in de bouw hoger dan het gemiddelde van 1,2 in de EU-12 en de 1,3 van Japan. Zowel China als de VS scoren nog veel lager. De oorzaak ligt vermoedelijk in de relatief hoge loonkosten in Nederland en België, die ervoor zorgen dat de robotisering hier sneller financieel interessant is. Daarbij geldt specifiek voor Nederland dat het relatief hoge aandeel van seriebouw (zoals rijtjeswoningen) ervoor zorgt dat werkzaamheden ook relatief eenvoudiger gerobotiseerd kunnen worden.