Een gipsbepleistering betegelen: neem de nodige maatregelen!
In keukens, sanitaire ruimtes en badkamers wordt er vaak voor geopteerd om de wanden te betegelen. Hierbij is het aangeraden om de ondergrond te bepleisteren met een cementgebonden mortel, omwille van de goede cohesie en vochtbestendigheid ervan. Het komt echter regelmatig voor dat de tegelzetter een gipsgebonden ondergrond moet betegelen. In dat geval moeten de nodige maatregelen genomen worden.
Beperkte cohesie in vochtige omstandigheden
In Buildwise-artikel 1995/03.23 en TV 227 werd er al gewezen op de geringere cohesie van gipsbepleisteringen, vooral wanneer deze nog niet volledig droog zijn. Bij het aanbrengen van een ‘zware’ afwerking, zoals een dikkere betegeling, zal er een grotere kans bestaan op het loskomen van de tegels, met breuk tussen de lijm en de gipsbepleistering of in de gipsbepleistering zelf tot gevolg.
Wanneer een gipsgebonden ondergrond betegeld wordt, is het dan ook zeer belangrijk dat de bepleistering volledig droog is op het moment van het betegelen. Dat is echter niet altijd evident door de alsmaar kortere bouwtermijnen die nagestreefd worden.
Het is dus belangrijk om het vochtgehalte van de gipsbepleistering te meten alvorens de tegels aan te brengen, bijvoorbeeld met een capacitieve vochtmeter. Als er twijfel is of de gipsbepleistering voldoende droog is, kan het massavochtgehalte ervan gemeten worden met de carbidefles. Dit mag niet groter zijn dan 1 %.
Verder moet de bepleistering ook na het betegelen droog blijven om de cohesie ervan niet in het gedrang te brengen.
Bij betegelingen in ruimten met een hogere relatieve luchtvochtigheid moet de bepleistering een grotere waterafstotendheid hebben. In dat geval genieten bepleisteringen met waterwerende toeslagstoffen de voorkeur. Er bestaan echter geen concrete normen waarin bepaald wordt wanneer een gipsbepleistering als ‘waterafstotend’ beschouwd kan worden.
Wanneer de wanden besproeid worden met water (bv. in douches), is een waterafstotende bepleistering onvoldoende en is het nodig om eerst een specifiek dichtingssysteem, bijvoorbeeld in de vorm van waterwerende doeken of een vloeibaar membraan (zie afbeelding 1), aan te brengen op de bepleistering (zie ook TV’s 227 en 284). Vervolgens kan de betegeling hier rechtstreeks op aangebracht worden.
Onverenigbaarheid met cement
Bij het aanbrengen van tegels met een cementgebonden lijm op een vochtige gipsgebonden ondergrond kan de reactie tussen het gips en het cement aanleiding geven tot de vorming van expansieve zouten (Candlotzout/ettringiet). Deze zouten kunnen er dan voor zorgen dat de tegels weggeduwd worden van de wanden. Hetzelfde geldt voor de verlijming van dichtingsdoeken op een vochtige gipsbepleistering met een cementgebonden lijm. Ook om deze reden is het dus belangrijk om het vochtgehalte van de gipsbepleistering goed te controleren en pas met de tegelwerken aan te vangen wanneer de bepleistering droog is.
Om rechtstreeks contact tussen het gips en de cementgebonden lijm te vermijden, schrijven fabrikanten van cementgebonden lijmen soms voor om eerst een specifieke primer aan te brengen op de gipsbepleistering.
Tot slot willen we er ook op wijzen dat het oppervlak van de te betegelen gipsbepleistering niet te glad mag zijn. Wanneer de oppervlakteruwheid van de ondergrond groter is, bekomt men immers een betere hechting van de lijm.
Alternatieve oplossingen
Tegels kunnen ook op een gipsbepleistering gelijmd worden met behulp van gebruiksklare pastategellijmen die geen aanmaakwater behoeven. Het gebruik van dit lijmtype neemt echter niet weg dat de bepleistering droog moet zijn bij de plaatsing van de tegels en dat er een waterdichte bescherming voorzien moet worden wanneer de oppervlakken blootgesteld worden aan spatwater. De droging ervan kan echter wel iets langer duren. De afmetingen van de tegels worden dan best beperkt om voldoende voegen te hebben waarlangs de droging plaatsvindt. Hiervoor raadpleegt men best de richtlijnen van de lijmfabrikant.
Naast bepleisteringen als ondergrond voor muurbetegelingen, kan men ook opteren voor het gebruik van bouwplaten (zie ook Buildwise-artikel 2010/02.11). Deze bestaan uit isolerend schuim, bekleed met verstevigingslagen die ook de waterdichtheid kunnen garanderen en een goede hechting van de tegels toelaten.
Zeker bij toepassingen waarbij de betegeling besproeid kan worden met water, is het belangrijk dat de opgegeven producten en plaatsingsrichtlijnen van de fabrikant van dergelijke platen nauwgezet toegepast en opgevolgd worden, bijvoorbeeld om de waterdichtheid aan de naden en aansluitingen met deze platen te kunnen waarborgen (zie ook Buildwise-artikel 2017/02.09).