Het ondernemersvertrouwen in de sector neemt weer toe, maar een significante opleving blijft uit in 2025
2024 was een moeilijk jaar voor de bouwsector, maar een herstel lijkt in zicht. Na een periode van extreem lage productie, zowel voor de gehele bouwsector als voor gebouwen in het bijzonder, zien we de laatste maanden opnieuw een lichte stijging. Deze positieve trend zou zich moeten voortzetten in 2025 en 2026, met een stijging van de productie in de totale bouwsector met 0,5% in 2025 en 1,0% in 2026, terwijl de productie van gebouwen naar verwachting met 0,2% in 2025 en 0,8% in 2026 zal groeien. Wat betreft de renovatiemarkt nam de activiteit toe, althans in Vlaanderen. Voor België als geheel, daarentegen, daalde niet alleen het aantal renovatievergunningen in 2024 in vergelijking met het jaar ervoor, maar bleef ook het aantal aangevraagde renovatieleningen 25% onder het gemiddelde van de periode 2020 - 2023.

De productie voor de hele bouwsector nam af met 1%, terwijl de productie van gebouwen in de eerste 11 maanden van 2024 met zo’n 2,8% kromp ten opzichte van 2023. We verwachten dit jaar nog geen volledig herstel van de sector, hoewel de productie in de laatste maanden van 2024 opnieuw licht is gestegen. Dit zou weleens kunnen betekenen dat het dieptepunt van de productie in de bouwsector stilaan achter ons ligt.
"We voorspellen een geleidelijk herstel in de komende jaren, met een groei van 0,5% dit jaar en 1,0% volgend jaar. De bouwproductie is de afgelopen maanden ook geleidelijk weer beginnen te stijgen, hoewel het groeitempo in 2024 nog steeds veel lager ligt dan dat van de bouwsector als geheel", aldus Alissa Lefebre.
De te nemen hordes voor een herstel in 2026
Ondanks de toename van het ondernemersvertrouwen, staat de bouwsector voor een reeks uitdagingen die ervoor zullen zorgen dat de sector pas in 2026 een noemenswaardig herstel zal kennen. Ten eerste blijft het aantal bouwvergunningen historisch laag. Het aantal in 2024 verleende vergunningen blijft onder het langetermijngemiddelde en zo’n 8% onder het aantal dat in dezelfde periode in 2023 werd verleend. Voornamelijk in het eerste kwartaal lagen de bouwvergunningen een stuk lager ten opzichte van 2023 (-12%), terwijl het tweede en derde kwartaal het opnieuw wat beter deden (-7% en -2% respectievelijk). Vooral voor nieuwbouw is het aantal vergunningen enorm gedaald ten opzichte van het jaar ervoor (-14%), met een grotere daling voor residentiële gebouwen (-16%) ten opzichte van niet-residentiële gebouwen (-4%).
"Aangezien bouwwerkzaamheden pas kunnen beginnen nadat een vergunning is verleend, zijn vergunningen een goede indicator voor het aantal nieuwbouwwerken dat enkele kwartalen na toekenning zal worden opgestart. Door de daling zullen er dit jaar waarschijnlijk minder nieuwbouwwerken van start gaan", analyseert Alissa Lefebre, econoom bij ING België.
Ten tweede, hoewel de Europese Centrale Bank (ECB) in 2024 de kortetermijnrente begon te verlagen, lijkt het potentieel voor verdere dalingen van de langetermijnrente in de toekomst beperkt. We moeten daarom niet verwachten dat de rente de bouwactiviteit verder zal stimuleren. Bovendien zijn de kosten van bouwmaterialen nu veel hoger dan in 2022 en zullen ze op korte termijn nog verder stijgen voordat ze stabiliseren.
Tot slot wordt arbeid ook een steeds belangrijkere belemmering, omdat het voor bouwbedrijven steeds moeilijker wordt om gekwalificeerd personeel te vinden.
Deze uitdagingen hebben ervoor gezorgd dat bouwondernemingen het de afgelopen jaren aanzienlijk moeilijker hebben gekregen. In 2024 werden 2.619 bedrijven in de sector failliet verklaard, een stijging van 17,4% ten opzichte van 2023. Sinds 2020 is niet alleen het aantal faillissementen sterker gestegen, maar is ook het aantal registraties van nieuwe bouwbedrijven sneller gedaald. Als gevolg daarvan daalt het aantal bouwbedrijven dat actief is op de markt sneller dan ooit tevoren.
De volgende renovatiegolf zou de sector in de komende decennia een boost kunnen geven, maar nog niet in 2025
Het aantal renovaties daalde gemiddeld met 1%, voornamelijk door Brussel (-24%) en Wallonië (-4%). In Vlaanderen daarentegen steeg het aantal renovatievergunningen met 2% ten opzichte van het voorgaande jaar, mogelijks als gevolg van de renovatieverplichting die Vlaanderen in 2023 invoerde voor woningen met een slechte EPC-score.
Deze trend is ook zichtbaar bij renovatieleningen. Op het totale aantal verstrekte hypothecaire kredieten, is het aandeel renovatiekredieten na een dip in 2023 weer gestegen tot het niveau van 2022. Het ligt echter nog steeds lager dan in 2020 en 2021. Ook in absolute aantallen nam het aantal renovatiekredieten in 2024 opnieuw toe. Het aantal aanvragen voor renovatiekredieten steeg in 2024 met 23% ten opzichte van 2023, maar blijft meer dan 25% onder het gemiddelde voor de periode 2020 - 2023, wat wijst op aanhoudende zwakte in de markt.
"De bouwsector staat dus ook voor grote uitdagingen op het gebied van renovatie. Des te meer omdat de afschaffing van de renovatiebonus en de versoepeling van de renovatieverplichting in Vlaanderen sinds het begin van het jaar mogelijk een rem zullen zetten op de renovatieactiviteit. Anderzijds zal er vanaf 2026 een renovatieverplichting worden ingevoerd in Wallonië en vanaf 2030 in Brussel. Bovendien zullen de huurprijzen voor woningen met een slechte energieklasse vanaf 2028 niet meer geïndexeerd worden en zullen deze woningen vanaf 2030 niet meer verhuurd mogen worden. We verwachten daarom dat deze wetswijzigingen op termijn een positief effect zullen hebben op de renovatiemarkt. De renovatiegolf, die essentieel is om de bouwsector te stimuleren, zal echter nog wel even op zich laten wachten", besluit Alissa Lefebre.