Investeringen in sportinfrastructuur worden voortgezet
Vlaams minister Ben Weyts verklaart in zijn beleidsnota Sport dat de inhaalbeweging voor de bouw van sportinfrastructuur onverminderd wordt voortgezet. “We blijven gericht investeren in zowel bovenlokale sportinfrastructuur en topsportinfrastructuur, maar ook in het meer toegankelijk maken van bestaande infrastructuur voor een groot publiek. Ook voor lokale en private sportinfrastructuur voorzien we ondersteuning”, aldus Weyts.
“Mooie en kwalitatieve sportinfrastructuur in je omgeving doet sporten. Kwalitatieve en veilige sportinfrastructuur is noodzakelijk voor een goede sportbeoefening. Heel wat sporten kunnen zonder de geschikte infrastructuur niet beoefend worden: zonder zwembad kan je niet zwemmen, zonder voetbalveld speel je geen voetbal. We zetten de investeringen in sportinfrastructuur waaronder zwembaden onverminderd voort”, schrijft de minister in zijn beleidsnota.
Het Globaal Sportinfrastructuurplan voor Vlaanderen wordt verder uitgevoerd en via het decreet blijft Vlaanderen investeringen in bovenlokale sportinfrastructuur en topsportinfrastructuur ondersteunen.
Daartoe voorzien de Vlaamse regering jaarlijks 10 miljoen € extra investeringsmiddelen voor bovenlokale sportinfrastructuur en eenmalig 10 miljoen € ter voorbereiding van de komende Olympiade voor topsportinfrastructuur. De bijzondere regel voor ondersteuning van Brusselse projecten blijft behouden waardoor de kansen op gedeelde investeringen vergroten.
Samen met Onderwijs zal de schoolsportinfrastructuur naschools maximaal toegankelijk worden gemaakt. De inspanningen voor het naschools openstellen van sportzalen in scholen worden opgedreven en dit concept zal ook meteen meegenomen worden bij nieuw te bouwen scholen. Speelplaatsen worden zodanig ingericht dat ze aanzetten tot bewegen zodat ze veilig kunnen opengesteld worden voor de buurt, jeugdverenigingen en sportclubs.
Via cofinanciering worden de centra van Sport Vlaanderen uitgebouwd tot ‘centers of excellence’ die een voorbeeld en inspiratie zijn op het vlak van infrastructuur, exploitatie, duurzaamheid en innovatie. De Vlaamse regering zal de vraag onderzoeken naar een Sport Vlaanderen-centrum in Brussel, waarbij ze zich zal baseren op de voorstudie die door de vorige Vlaamse regering werd afgerond.
Vlaanderen blijft beschikbaar om lokale projecten inhoudelijk te ondersteunen met technisch en financieel advies. Het is de ambitie van Sport Vlaanderen om als dienstverlenend kennis- en informatiecentrum een expertisenetwerk op te bouwen en te fungeren als eerste aanspreekpunt voor alle sportinfrastructuur gerelateerde materie.
“Om de drempel voor investeringen in sportinfrastructuur te verlagen, bepleiten we dat de bestaande vrijstelling van onroerende voorheffing voor sportinfrastructuur wordt geautomatiseerd. Het financieren van infrastructuur voor topsportevenementen laten we over aan de private sector, of indien wenselijk putten we uit algemene middelen”, zegt Ben Weyts.
“Mooie en kwalitatieve sportinfrastructuur in je omgeving zet aan tot sporten. Natuur in je buurt, goeie fietspaden en veilige looproutes geven zin om te sporten. Een beweegvriendelijke omgeving stimuleert om te bewegen en te sporten. We betrekken de sportsector proactief bij omgevingsprocessen en -beslissingen en volgen vanuit Sport Vlaanderen actief het omgevingsbeleid op”, besluit minister Weyts.