Meubelsector ziet de toekomst somber in
Naar aanleiding van de internationale Meubelbeurs die nog tot 9 november plaatsvindt in Brussels Expo, maakt de sector een conjunctuuranalyse. Na een goed jaar 2021 met een omzetstijging van net geen 10%, werd de voortzetting van het economisch herstel na de coronacrisis dit voorjaar volledig de kop ingedrukt door de forse inflatieopstoot en de inval van Rusland in Oekraïne. Deze ontwikkelingen leidden tot een nooit geziene explosie van de energieprijzen in de EU, met daarbij opnieuw verstoringen in de aanvoerlijnen van grondstoffen en materialen.
De hoge grondstoffen- en energieprijzen en de snel toenemende loonkosten wegens de voorthollende inflatie, drukken op de economische activiteit. De verwachte economische terugval in de EU en de dalende conjunctuur in de bouwsector, hebben een sterk negatieve impact op de meubelindustrie. Bovendien vloeit veel koopkracht weg naar de dure energierekening. Volgens de vooruitzichten van het Federaal Planbureau zou de Belgische economie in 2022 met 2,6% groeien en slechts met 0,5% in 2023. Door de galopperende inflatie zal de economische groei stilvallen in het vierde kwartaal van 2022 en in het eerste kwartaal van 2023.
De verwachte verzwakking van de economische activiteit zowel in België als de EU, maakt dat de vooruitzichten voor een toename van de activiteit in de meubelindustrie heel somber zijn. De meubelindustrie, en bij uitbreiding de hele maakindustrie, bevindt zich volgens Fedustria, de Belgische federatie van de textiel-, hout- en meubelindustrie, in het midden van een perfecte storm: stijgende kosten voor energie, grondstoffen en personeel (door de opeenvolgende automatische loonindexeringen) bij een terugvallende vraag, zetten de marges en competitiviteit heel sterk onder druk en creëren heel wat onzekerheid over wat 2023 zal brengen.