Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Bouw en afwerking

Ondernemingen reageren boos op wetsvoorstel betalingstermijnen

Bouwunie, het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) en Unizo zijn bezorgd over het wetsvoorstel dat de Kamercommissie Economie zopas heeft goedgekeurd. Dat bepaalt dat de consument twintig dagen de tijd zou krijgen om facturen te betalen. Daarna volgt een kosteloze herinnering en krijgt de consument nog tien extra dagen. Ook wordt een maximum gesteld op invorderingskosten die kunnen worden aangerekend. Contante betaling zou wel mogelijk blijven.

Ondernemingen reageren boos op wetsvoorstel betalingstermijnen

“We begrijpen dat hiermee paal en perk wordt gesteld aan de praktijken van sommige incassobureaus, maar we betreuren dat onze ondernemers de dupe dreigen te worden van een verplichte betalingstermijn van twintig dagen. In onze sector is een termijn van 8 tot 15 dagen zeer gangbaar. Het kan niet de bedoeling zijn dat ondernemers bank moeten spelen voor hun klanten”, zegt Jean-Pierre Waeytens, gedelegeerd bestuurder van Bouwunie.
 
Met het wetsvoorstel wil men overmatige schuldenlast bij consumenten en de vaak hoge invorderingskosten aanpakken. Bouwunie, die de zelfstandigen en kmo's in de bouwsector in Vlaanderen vertegenwoordigt, kan dit begrijpen en steunen maar vreest dat door deze goedbedoelde maatregel het betalingsprobleem van de klant wordt doorgeschoven naar de bouwondernemer.
 
"Het is begrijpelijk dat men drempels oplegt voor de bijkomende kosten die gepaard gaan met het laattijdig betalen van facturen. De regel die een minimumbetaaltermijn van twintig dagen voorziet gaat echter veel te ver en breekt in op bestaande goedwerkende procedures en termijnen. Deze maatregel schiet zijn doel voorbij en is wat ons betreft onaanvaardbaar. In de bouwsector zijn kortere termijnen gangbaar en die worden ook aanvaard door de consument", aldus Jean-Pierre Waeytens, gedelegeerd bestuurder van Bouwunie.

"Bovendien zijn de investeringen die de aannemer draagt vaak aanzienlijk. Een verplichte termijn van twintig dagen legt een bom onder de solvabiliteit van een aantal van onze ondernemers. Men verwijst als voorbeeld naar een ziekenhuisfactuur van 50 € die door incassobureaus en rappels op korte tijd een schuld of een eindfactuur oplevert van duizenden euro's. Dat zijn betreurenswaardige voorvallen, maar die staan mijlenver van de economische realiteit bij zelfstandigen en kmo’s. Dit is geen kmo- of ondernemersvriendelijk beleid. We hopen dat de definitieve wettekst genuanceerder is dan wat nu wordt voorgesteld”, vervolgt Waeytens.
 
In het feit dat een eerste betalingsherinnering gratis moet zijn, ziet Bouwunie geen problemen. “Dat is bij zelfstandigen en kmo’s in de bouwsector in de meeste gevallen nu al zo. Onze ondernemers willen vooral dat de facturen betaald worden en zijn niet bezig met hoge invorderingskosten”, besluit Jean-Pierre Waeytens.

Faillissementen

Het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) reageert eveneens op de nieuwe maatregel en vreest dat de nieuwe regeling zal leiden tot meer wanbetalers en faillissementen. Ondernemers worden nu verplicht om de eerste herinnering kosteloos te houden en om de consument nog een extra betalingstermijn van tien dagen te geven waarbij geen kosten mogen worden aangerekend.

“Als de consumenten bovendien weten dat zij zonder extra kosten mogen wachten tot er een bijkomend schrijven komt vooraleer zij hun factuur moeten betalen, zal dit leiden tot liquiditeitsproblemen bij de ondernemers. We weten dat nu al een kwart van de faillissementen te maken heeft met wanbetalers. We zijn ervan overtuigd dat deze maatregel de doodsteek zal zijn van heel wat ondernemers”, reageert voorzitter Christine Mattheeuws.

Volgens het NSZ zal deze nieuwe wet ook leiden tot een enorme stijging van wanbetalers. “Consumenten zullen in de eerste plaats hun betalingen uitstellen, want de extra kosten komen toch pas na twintig plus tien dagen. De extra kosten die er dan zouden bijkomen, zijn bovendien zeer beperkt. Bij een tweede herinnering mag de onderneming bij bedragen tot 400 € maximaal 40 € extra rekenen. Ook dat zal voor velen geen reden zijn om die facturen snel te betalen. “Tegen de tijd dat een factuur effectief betaald is, zal de onderneming nog meer administratie moeten doorlopen dan vandaag het geval is. Ook dat kost tijd en geld", zegt Christine Mattheeuws.

“Ondernemers hebben hun vaste overheadkosten die ze moeten betalen. Denk maar aan personeelskosten en betalingen aan leveranciers en onderaannemers. Blijven deze betalingen achter, dan zijn de sancties bovendien veel strenger dan wanneer een klant niet betaalt aan een onderneming. Vandaag bepalen de ondernemingen in alle vrijheid de betalingstermijn en de eventuele kosten bij onbetaalde facturen, met respect voor de huidige consumentenwetgeving", vervolgt de NSZ-voorzitter.

"Bij het ondertekenen van het contract gaat de consument akkoord met deze voorwaarden. Indien die niet akkoord is, dan wordt die verondersteld niet te tekenen”, aldus Mattheeuws, die vreest dat dit vele consumenten bovendien zal aanzetten tot (nog) meer roekeloos koopgedrag met een stapel onbetaalde facturen als gevolg.

Onaanvaardbaar

Ook Unizo is niet te spreken over het goedgekeurde wetsvoorstel dat het invorderen van kleine facturen sterk bemoeilijkt. "Vooral kleine ondernemingen zullen hiervan de dupe zijn. Voor hen wordt het in de praktijk niet meer interessant een onbetaalde factuur met een lage waarde in te vorderen. Wat natuurlijk onaanvaardbaar is", reageert Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder van Unizo.

Unizo stoort zich nog aan andere zaken in het wetsvoorstel. Zo voorziet de tekst onder meer een verplichting om de factuur te sturen binnen de zeven dagen, in plaats van de huidige regeling (uiterlijk vijftien dagen na de maand waarin de btw opeisbaar wordt). Dat is haalbaar voor grote(re) ondernemingen, maar niet voor de zelfstandige die na zijn uren nog alle administratie die andere wetgeving hem oplegt, moet opvolgen. Ook worden de kosten die de ondernemer in rekening mag brengen voor de invordering beperkt tot de wettelijke intrest +10%. Op dit moment betekent dat dus 2,2% op jaarbasis. Dus voor een factuur van 1.000 € betekent dat 1,8 € per maand.

"Als een ondernemer hiermee alle invorderingskosten moet betalen (beroep op incasso, deurwaarder, advocaat, ...) komt hij er natuurlijk niet en al zeker niet indien hij voor die kleinere facturen naar de rechter zou stappen", stelt Danny Van Assche. Uit een eerdere rondvraag van Unizo bleek dat 75% van de kmo’s nooit naar de rechter stapt voor het invorderen van een factuur. Die stap is te duur en er kruipt veel tijd in. Slechts 5% gaf aan systematisch naar de rechter te stappen.

"Naar de rechter stappen is voor deze facturen dus nauwelijks een optie. Nu verliezen onze kmo's ook nog hun laatste stok achter de deur: een redelijke invorderingsvergoeding", protesteert de Unizo-topman. De ondernemersorganisatie dringt er daarom eens temeer op aan om het betalingsbevel uit te breiden naar b2c-relaties. Dat is een procedure die buiten de rechtbank verloopt, snel gaat (30 dagen) en goedkoop is. "Helaas kan die procedure voorlopig enkel gebruik worden tussen ondernemingen onderling", besluit Danny Van Assche.

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten