Signalisatie: veel meer dan een paar bordjes en pictogrammen
Over signalisatie in gebouwen wordt veelal pas in de afwerkingsfase nagedacht. Een grote fout, want het volstaat niet om lukraak enkele paneeltjes op te hangen. Zeker ‘way showing’ vraagt een doordachte aanpak in nauw overleg met bouwheer, architect en hoofdaannemer. Het kan immers interessanter zijn om de structuur op de signalisatie af te stemmen dan vice versa. En zo zijn er nog wel enkele aandachtspunten waarover beter in de conceptuele fase wordt nagedacht…
Bij signalisatie wordt al snel gedacht aan de wettelijk verplichte pictogrammen voor nooduitgangen, brandblussers en haspels. De vlag dekt echter nog een heel ander lading: 3D-logo’s, lichtreclames op het dak of buitenmuren, bedrukte folies op (glas)wanden, ad valvas, plaatsaanduidingen (liften, toiletten, cafetaria…), digitale informatieborden, apps en natuurlijk ook alles wat ‘wayfinding’ of ‘way showing’ (de eerste term slaat op het onderzoek naar de meest aangewezen manier om mensen van A naar B te verwijzen, de tweede term gaat over de wijze waarop dit wordt gevisualiseerd). “Zeker in publiek toegankelijke en/of erg grote gebouwen is een efficiënte bewegwijzering noodzakelijk”, vertelt Johan Lambrechts, zaakvoerder van Signburo. “Deze zorgt ervoor dat iedereen vlot zijn weg vindt, laat een professionele en betrouwbare indruk na, verlaagt de onderhoudskosten, verhoogt de productiviteit van de werknemers… Een doordachte aanpak van dit gebouwenonderdeel leidt dus uiteindelijk tot een kostenverlaging. Helaas wordt ‘wayshowing’ zelden als een volwaardig onderdeel van een project bekeken. Vaak wordt pas op het einde van een project over dit type signalisatie nagedacht. Dan is het te laat voor een doorgedreven studie van de interne circulatie en valt de keuze op een goedkope en snel toepasbare oplossing… die al vlug voor heel wat irritatie bij de werknemers en bezoekers zal zorgen.”
Less is more
De interne circulatie simuleren en onderzoeken, is essentieel om een goed werkende ‘way showing’-oplossing uit te dokteren. Dat is meteen ook de belangrijkste reden waarom u beter al in de conceptfase van een bouw- en renovatie overs signalisatie nadenkt of nog beter: een specialist onder de arm neemt. “De analyse van menselijke bewegingen in een vreemde omgeving is een expertise op zich”, vertelt consultant Carl Verlinden. “Onze onderzoeken resulteren quasi altijd in suggesties om het ontwerp te optimaliseren. In een ziekenhuis is het bijvoorbeeld essentieel dat de afdelingen radiologie en spoed zich dicht bij elkaar situeren. Of dat ambulante patiënten geen gangen met kamers moeten kruisen om een dringend onderzoek te ondergaan.” Johan Lambrechts: “Bij ‘way showing’ dient het principe van ‘less is more’ te worden gehanteerd. Hoe minder borden, hoe gemakkelijker de bezoekers hun weg zullen vinden. Daarom is het zo belangrijk dat de indeling van een gebouw wordt aangepast aan de manier waarop mensen in een ongekende omgeving navigeren. Zo gebeurt het wel eens dat we de architect aanraden om de balie aan de andere kant van de inkom te voorzien zodat deze meteen voor de bezoekers zichtbaar is. Hiermee worden al weer enkele bordjes uitgespaard. Er bestaat trouwens geen algemeen toepasbare formule. Signalisatie is altijd maatwerk dat afhangt van het type gebouw, de activiteit en sector, het profiel van de gebruikers en bezoekers, het architecturale concept, het beschikbare budget…”
Intuïtief en op elkaar afgestemd
Er zijn trouwens nog redenen waarom signalisatie best in de conceptfase wordt bestudeerd. Zo worden gebouwen complexer en groter (zeker in de zorg), terwijl de infobalies per verdieping verdwijnen. In kleinere kantoorcomplexen is er een trend om de receptie door een digitale check-in te vervangen. En persoonlijke begeleiding van bezoekers is eerder zeldzaam aan het worden. Daartegenover staat dat begrippen als ‘beleving’ en ‘comfort’ overal aan belang winnen. Carl Verlinden: “Gebouwen mogen geen labyrinten zijn omdat bezoekers, werknemers, bewoners… zelf hun weg moeten zien te vinden. Dit gebeurt bij voorkeur op een intuïtieve manier waarbij mensen maximaal twee zaken moeten onthouden, bijvoorbeeld een nummer en een kleur.” Johan Lambrechts: “Een andere belangrijke reden om ons al bij de conceptfase te betrekken, is dat we de signalisatie in al zijn aspecten op elkaar kunnen afstemmen. Wij zoeken naar de grootste gemene deler in de wensen op het vlak van veiligheid, circulatie, marketing, informatica, esthetiek, flexibiliteit… Doordat een enkele partij alles op elkaar afstemt, is het eindresultaat mooier, efficiënter en goedkoper.”
Veel mogelijkheden
Natuurlijk zijn er bouwheren en architecten die wél diepgaand over signalisatie nadenken en zelfs een circulatiestudie laten uitvoeren. Zonder verdere begeleiding door een expert is dit echter nog steeds geen garantie op succes. “Er worden nog gigantisch veel fouten gemaakt”, aldus Johan Lambrechts. “Je kan mensen op heel wat manieren hun weg laten vinden: signalisatiebordjes, lijnen op de wand, kleurcoderingen, zelfs mobiele apps… De mogelijkheden zijn legio, maar u dient wel de juiste oplossing voor elke toepassing te kiezen. En daarmee bedoel ik niet enkel het type van signalisatie. Ook de kleuren, het lettertype, het ontwerp, de materialen, de locatie, de ophangmethode… bepalen de efficiëntie van het eindresultaat.”
In de stijl van het gebouw
Laat ons even de belangrijkste fouten op een rijtje zetten. Eerst en vooral is de ‘way showing’ vaak onvoldoende herkenbaar. “Eigenlijk gelden dezelfde regels als in het verkeer: de borden/panelen moeten overal dezelfde kleur en afmetingen hebben, en bij voorkeur uit hetzelfde materiaal bestaan”, verduidelijkt Carl Verlinden. “Dat betekent ook dat je hetzelfde lettertype- en grootte dient te hanteren; enkel de tekst mag wijzigen. Hiermee komen we echter wel op een pijnpunt: het is niet altijd even gemakkelijk om signalisatie uit te breiden. We zien wel vaker dat de oorspronkelijke aanbieder of type paneel niet meer bestaan. Zeker wanneer de bouwheer en/of architect voor creatief maatwerk kiest, is er een reële kans op problemen bij benodigde uitbreidingen of aanpassingen. Zelfs het verwerken van de logokleuren in de signalisatie vind ik gevaarlijk, want organisaties durven om de zoveel jaar wel eens van huisstijl te veranderen. Daarom pleit ik eerder voor een signalisatie in de stijl die de ‘look’ van het gebouw volgt.”
Zorg voor zichtbaarheid
Ook wordt er nogal eens gezondigd op de ‘zichtbaarheid’ van de ‘way showing’. Volgens Carl Verlinden is de gouden regel: bevestig de panelen aan het plafond in het midden van de gangen. “Wanneer mensen zich op onbekend terrein bevinden, zullen ze voor zich kijken”, legt hij uit. “Wat er aan de wanden hangt, zullen ze niet of onvoldoende in zich opnemen. Daarom worden posters en informatiedragers trouwens best gehangen aan muren van ruimtes waar mensen niet in beweging zijn: wachtzalen, refters, toiletten… Qua signalisatie dient u er bovendien rekening mee te houden dat alles wat aan een wand hangt, vroeg of laat kan ‘verdwijnen’. Er wordt een kast of kar voor gezet, er worden posters over gekleefd, de gyproc-wand wordt verplaatst…” Johan Lambrechts: “Een van de allerbelangrijkste zaken is consistentie. Zorg ervoor dat de bezoekers niet moeten zoeken, dat de aanduidingen zich bevinden waar ze worden verwacht, en dit ongeacht of de signalisatie muraal, hangend of vrijstaand is…”
Let op met kleuren
Derde grote fout: de signalisatie is niet goed leesbaar. “Een moeilijk leesbaar lettertype, teveel tekst op een bord, te kleine letters, onvoldoende contrast… zijn schering en inslag”, aldus Carl Verlinden. “We zien wel vaker dat architecten voorstellen om het etagenummer op een decoratieve manier, ganghoog en zelfs met afgesneden delen van het cijfer op de muur voor de lift te plaatsen. Op de plannen ziet dat er fantastisch uit, maar in de realiteit zien de bezoekers enkel een krul of lijnen in plaats van het volledige plaatje. Of er wordt zo creatief met de bordjes omgesprongen dat je vijf minuten nodig hebt om te ontcijferen wat nu de mannen- en vrouwentoiletten zijn.” Johan Lambrechts vervolgt: “In deze foutencategorie situeert zich ook de kleurenkeuze. Bij de algemene bewegwijzering vermijdt u best de veiligheidskleuren groen en rood. Daarnaast is het aangeraden om het aantal kleuren te beperken en ervoor te zorgen dat het contrast tussen tekst en achtergrond voldoende groot is.” Carl Verlinden speelt hierop in: “Het gebruik van kleuren voor ‘way showing’ is beperkt. Enerzijds is een aanzienlijk deel van de bevolking kleurenblind. Anderzijds is de perceptie van kleuren niet altijd gelijk. Zo kan je appel- en olijfgroen gemakkelijk van elkaar onderscheiden als ze naast elkaar liggen, maar is dat veel moeilijker als u deze kleuren apart ziet.”
In continue evolutie
Ook signalisatie is aan trends onderhevig. En hierbij staat de vraag naar duurzaamheid toch wel met stip op nummer een. “In plaats van aluminium composiet materiaal (ACM) worden nu vaker de milieuvriendelijkere alternatieven greenbond en etronite gebruikt”, vertelt Johan Lambrechts. “Daarnaast groeit de wens om signalisatie te kunnen demonteren en recupereren, waardoor verlijming naar het achterplan schuift. Recentelijk zien we eveneens een trend om signalisatieborden van braille te voorzien. Enerzijds omdat deze Amerikaanse verplichting nu ook naar onze contreien komt overwaaien, anderzijds is er de toenemende aandacht voor inclusiviteit in België.” Carl Verlinden voegt daaraan toe: “Het is niet zo’n eenvoudig gegeven omdat blinden en slechtzienden natuurlijk eerst de borden dienen te vinden om deze te kunnen ‘lezen’. Voetlezen of doorlopende handvaten op de wand met braille zijn daartoe ideale hulpmiddelen.” Daarnaast is er een felle opkomst van grafische toepassingen. Johan Lambrechts: “Tien jaar geleden bestond 80 à 90% van de signalisatie uit borden, terwijl dat nu nog amper de helft is. Prints op deuren en wanden, uitgefreesde 3D teksten, folies op glas, schilderwerk, verlichte toepassingen… doen het vandaag bijzonder goed. Ook het digitale verhaal begint stilaan door te breken. In de ‘way finding’ is er de opkomst van mobiele navigatieapps, alhoewel deze nog niet helemaal op punt staan. Daarnaast zien we steeds vaker digitale borden waarmee organisaties hun bezoekers informeren over openbaar vervoer, realisaties, de medewerkers, het weer… De technologie evolueert vandaag aan een razendsnel tempo en opent tal van nieuwe deuren voor signalisatie. Meer mogelijkheden zal het vakgebied echter enkel maar verder compliceren, waardoor de nood aan experts enkel nog zal toenemen.”
Een omgeving die het meest nood heeft aan een efficiënte ‘way finding’ is het ziekenhuis. Daar wordt intussen vaak een systeem met nummers gebruikt. Bezoekers krijgen een ‘eindbestemming’: een nummer tussen 1 en 999. Carl Verlinden: “Deze oplossing laat toe om het aantal borden te minimaliseren. In het begin is bijvoorbeeld route 1-500 naar links en route 501-999 naar rechts. Het verfijnen van de route gebeurt naarmate de bezoeker dichter bij de eindbestemming komt. Soms wordt dit systeem ook met een kleur gecombineerd.” Het is een ‘way showing’-concept met tal van voordelen. Mensen hoeven maar 1 (nummer) of 2 zaken (nummer + kleur) te onthouden. Ze hoeven geen rekening te houden met de lay-out van het gebouw of een verdieping te zoeken. Wanneer er extra diensten komen of de locaties worden verschoven, volstaat het meestal om een nieuw nummer te creëren en enkel op de eindbestemming nieuwe paneeltjes te hangen. Carl Verlinden: “Het laat ook toe om op erg economische wijze tijdelijke bestemmingen te creëren. Denk maar aan een conferentie in een ziekenhuis. Aan de ingang wordt dan een mobiele unit geplaatst waarop is aangegeven welke route de deelnemers moeten volgen. Aan de conferentiezaal wordt in dezelfde stijl gevisualiseerd dat ze hun eindbestemming hebben bereikt. De toepassing van dit systeem beperkt zich trouwens niet tot de zorginstellingen. Een ander mooi voorbeeld zijn de luchthavens waar het gate-nummer de route bepaalt. Ook in ministeries of gebouwen met publieke diensten heeft dit ‘way showing’-systeem zich al als bijzonder waardevol gedemonstreerd.” Johan Lambrechts beaamt dat nummercodering een efficiënt systeem kan zijn, mits er een correcte studie aan voorafgaat. “We hebben trouwens het allereerste project met dit concept in België gerealiseerd, namelijk in het Jan Ypermanziekenhuis in Ieper. Het is een goede oplossing voor complexe omgevingen. Toch is het een misvatting dat het in elk gebouw nuttig is. Zoals al eerder aangegeven: signalisatie is en blijft maatwerk dat door tal van aspecten en vereisten wordt bepaald.”