‘Wood powder’ of hoe je met poeder en houtstof panelen maakt…
Hout komt als natuurlijk materiaal almaar meer onder druk te staan. En dan spreken we allang niet meer over hardhout, maar ook de zachtere soorten van bij ons. Het mag dan ook niet verwonderen dat er doorgedreven inspanningen worden geleverd om alternatieven te vinden. Een recente nieuwigheid met veel potentieel voor projectomgevingen is de ‘wood powder’-technologie. Deze koppelt immers een ecologisch verhaal aan prijsbewustzijn.
De voorbije jaren raakten we al vertrouwd met onder meer composietmaterialen of thermisch verduurzaamd hout (waarbij zachthout door het te ‘koken’ de kwaliteiten van hardhout krijgt en zo voor buitengebruik geschikt geraakt). Daar komt nu ook een type bij dat uit een mengeling van houtpoeder en harsen bestaat. Maar het grootste voordeel is dat je acht tot tien keer minder hout nodig hebt voor hetzelfde eindresultaat. Deze houtpoedertechnologie vinden we momenteel vooral terug bij vloerbekleding, maar de toepassingsgebieden breiden steeds verder uit. Zo behoren wandpanelen of traptreden zeker ook tot de mogelijkheden.
Van laminaat tot houtpoeder
De houtpoedertechnologie is het geesteskind van de Zweed Darko Pervan, die in 1993 het bedrijf Välinge stichtte. Hij was een van de eersten ter wereld die aan kwam zetten met het idee van een laminaatvloer en ontwikkelde vervolgens met zijn onderneming ’s werelds eerste mechanische sluitsysteem voor houten vloeren en laminaatvloeren. De principes voor het mechanisch vergrendelen van vloerdelen werden een wereldstandaard en deden het gebruik van lijm spectaculair verminderen. De man bleef ideeën hebben, waaronder de ‘wood powder’-technologie waarvoor hij al in 2007 een eerste aanzet gaf: een nieuwe papiervrije technologie voor houtvezelvloeren waarbij een dun laagje houtfineer met houtpoeder werd gecombineerd om vervolgens onder grote hitte en hoge druk op een plank te worden gelijmd. Dit idee werd verfijnd en leidde tot de meer kostefficiënte, milieuvriendelijkere ‘wood powder’-oplossing die vooral de voorbije vijf jaar door diverse bedrijven werd opgepikt.
Waarover gaat het?
De basis van een ‘wood powder’-plank of paneel wordt gevormd door een HDF-plaat met een densiteit van meer dan 1.000 kg. Daarop wordt poeder aangebracht en daarbovenop houtfineer (al is dit geen fineer in de klassieke zin van het woord). Het geheel wordt vervolgens geperst met persen die vergelijkbaar zijn met deze die voor multiplex worden gebruikt. Door de ontwikkelde kracht wordt het poeder vloeibaar en dringt het door in de poriën van het hout, dat op die manier letterlijk wordt versteend.
Geen fineerhout!
De fabrikanten die deze technologie aanwenden, werken doorgaans met een toplaag van 0,6 mm (exact hetzelfde als bij fineerhouten vloeren). Vergelijken met fineerhout heeft evenwel weinig zin. ‘Wood powder’ planken bestaan immers niet uit een dunne laag echt hout die op een drager is geplaatst en onder diverse slijtlagen is gestopt. Wel gaat het over een totaal lijmloos procedé waarbij het poeder de functie van de lijm overneemt. Dit leidt onder meer tot een totaal ander slijtageproces. Is de toplaag bij een fineervloer afgesleten, dan moet je deze weggooien. Bij ‘wood powder’-producten dringt door de hardheid van de toplaag al geen vuil tot in de poriën, waardoor het eindresultaat meer de eigenschappen van een tegel krijgt. Weliswaar kan je deze wel met een hardwasolie of een matlak afwerken.
Ook duurzaam...
Interessant is dat ‘wood powder’-planken een oneindige levensduur hebben, wat het meteen een erg ecologische oplossing maakt. Een kras in de toplaag bevindt zich altijd uitsluitend in de beschermende hardwaslaag, wat gemakkelijk kan worden hersteld via een hiervoor aangepaste boenprocedure. Moet er grondig worden gerenoveerd, dan volstaat het om de hardwaslaag weg te halen en een nieuwe aan te brengen. Een en ander betekent dus dat het bij de ‘wood powder’-technologie gedaan is met schuren, wat ook de toepassingstijd drastisch inkort.
Troeven in een notendop
- De toplaag van een paneel heeft acht tot tien keer minder hout nodig. Fijn poeder, gemaakt van houtvezels en minerale componenten, wordt in een totaal lijmloos procedé versmolten met de toplaag van echt hout. Omdat bij deze techniek geen klassieke lijm wordt gebruikt, is ook het formaldehydegehalte uiterst laag.
- Dikte van een keramische tegel: bij inbouwen hoeft u geen rekening te houden met de klassieke 14-15 mm zoals bij een parketvloer.
- Extreme duurzaamheid en slijtvastheid.
- Eenvoudige reiniging: deze reiniging is eigenlijk even simpel als bij het schoonmaken van tegels omdat er geen vuil in de poriën dringt.
- Lijmloze zwevende plaatsing of verlijmde plaatsing.
- Uitstekend te combineren met vloerverwarming: door de speciale productopbouw is er een zeer lage warmteweerstand. Hierdoor dringt zelfs bij een zwevende installatie de warmte snel doorheen de vloer.
- Bij renovatie is schuren niet nodig: de bovenste laklaag wordt weggehaald en opnieuw verzegeld. Dit betekent dat ook resten van onderhoudsmiddelen, loopsporen en lichte krassen worden verwijderd.
- Toepasbaar voor vloeren, wanden en trappen. Dankzij een soort rails kunnen de panelen zonder schroeven in verticale positie worden aangebracht. Bij het gebruik van het juiste trapkantprofiel kunnen de panelen zelfs voor trappen worden gebruikt.
- Grote watervastheid en dus geschikt voor gebruik in vochtige ruimtes.
- Veroudering mogelijk: in tegenstelling tot fineer kunnen ‘wood powder’-planken worden verouderd. Wanneer ze onder water worden gestoken, ontstaat geen geen blaasvorming. Zelfs verouderde kleuren behoren tot de mogelijkheden.
- Extreem hoge brandweerstand: dit product heeft een brandklasse B en is dus quasi onbrandbaar. Hierdoor vallen deze planken perfect toe te passen in onder meer openbare gebouwen.
Met dank voor de medewerking van Joris Philipsen (International Business Development bij Stöckl Parkett)