13 miljoen € voor nieuwe toeristische trekpleisters
Vlaams minister van Toerisme Ben Weyts investeert via Toerisme Vlaanderen ruim 13 miljoen € in vier nieuwe toeristische attracties om Vlaanderen nog aantrekkelijker te maken voor een internationaal publiek dat altijd op zoek is naar nieuwe belevingen. Weyts wil buitenlandse bezoekers prikkelen met ambitieuze projecten die veel uitstraling hebben en kiest voor grotere projecten, die een hefboom kunnen vormen voor hun hele omgeving en een maximaal economisch effect hebben. Het gaat om een belevingscentrum rond Ensor in Oostende, een upgrade voor de Plantentuin in Meise, een Bourgondisch stadspaleis in Mechelen en de toeristische ontwikkeling van drie kastelen in de Scheldevallei.
Een professionele jury heeft de ingediende businessplannen beoordeeld op basis van duidelijke criteria. Behalve een bepaalde schaalgrootte en een duidelijke historische meerwaarde, moeten de nieuwe toeristische attracties ook kwaliteitsvol zijn, het merk ‘Vlaanderen’ versterken en internationale allure bezitten. “We mikken hoog. De nieuwe attracties moeten ons structureel versterken als toeristische bestemming. Ook de Vlamingen zelf moeten achterover vallen van het niveau van wat we te bieden hebben”, zegt Weyts.
Ensor in Oostende
De woning van James Ensor in de Oostendse Vlaanderenstraat wordt samen met enkele aanpalende panden omgetoverd in een permanent belevingscentrum rond de beroemde kunstschilder. De woongedeeltes van het authentieke Ensorhuis worden in ere hersteld. Bezoekers zullen bijvoorbeeld het blauwe salon of de souvenirwinkel van de familie kunnen verkennen. Dankzij de uitbreiding naar aanpalende panden ontstaat er een extra oppervlakte van 690 m², zodat de nieuwe toeristische attractie veel extra bezoekers kan ontvangen.
Er wordt geïnvesteerd in een vlot bezoekersparcours, een multimediale en interactieve inrichting en een informatieaanbod van internationaal niveau. Het ‘Ensor Experience-center’ moet openen in 2018 en wil in het eerste jaar na de (her)opening 80.000 bezoekers lokken. Na vijf jaar moeten er 100.000 geïnteresseerden zijn, van wie een derde uit het buitenland. Weyts trekt 1.809.870 € uit voor het project.
Plantentuin Meise 2.0
De plantentuin in Meise ondergaat een metamorfose om nog meer binnen- en buitenlandse bezoekers te kunnen aantrekken. Er wordt een nieuw state-of-the-art bezoekerscentrum gebouwd, dat ook zal fungeren als toeristische uitvalsbasis naar de groene Vlaamse rand. De polyvalente ruimte ‘de Groene Ark’ zal gebruikt kunnen worden voor o.a. tentoonstellingen. Buiten zullen bezoekers kunnen genieten van nieuwe tuinen: een welkomsttuin, verschillende historische tuinen (zoals een romantische moerastuin) en een culinaire belevingstuin die aansluit op een restaurant.
Tevens worden de laatste twee kassen (nevelwoud en mediterrane vegetatie) gerenoveerd, zodat de volledige vernieuwing van alle dertien kassen na tien jaar eindelijk afgerond is. De vernieuwde Plantentuin moet openen in 2020. Deze unieke toeristische attractie (het grootste serrecomplex ter wereld) moet het bezoekersaantal na vijf jaar doen verdubbelen tot wel 250.000 bezoekers. De investering bedraagt 2.939.748 €.
Hof van Busleyden
Het Mechelse stadspaleis van humanist en kunstverzamelaar Hiëronymus van Busleyden kan rekenen op 4.247.210 € en wordt opgewaardeerd tot een unieke toeristische attractie. Een topscenograaf met internationale ervaring gaat het gebouw klaarstomen om bezoekers een Bourgondische totaalervaring te bieden. Er komt een belevingsparcours doorheen het paleis, met verschillende verhaallijnen voor verschillende soorten bezoekers.
De verhaallijnen lopen ook buiten de muren voort, met een Bourgondische stadswandeling of een bezoek aan het Schepenhuis, dat eveneens een Bourgondische invulling krijgt. Mechelen moet zo een topbestemming worden voor iedereen die kennis wil maken met de Bourgondische renaissance, één van de meest creatieve periodes uit de Vlaamse én Europese geschiedenis. Er wordt gemikt op minstens 110.000 bezoekers per jaar en een stijging van het aantal toeristische overnachtingen met 8%.
Scheldevallei
Drie kastelen langs de Schelde (Bornem, Wissekerke en Laarne) transformeren in toeristische trekpleisters. Het kasteel Marnix van Sint-Aldegonde in Bornem, dat niet moet onderdoen voor de kastelen in de Loirevallei, krijgt een bezoekerscentrum. Voor de veertiende-eeuwse waterburcht van Laarne is een belevingsparcours voorzien, met onder andere een verzonken wandelpad in de slotgracht. Het statige kasteel van Wissekerke wordt verrijkt met een 3D-beleving die bezoekers met een augmented reality-bril zullen kunnen beleven.
Weyts trekt 4.388.477 € uit voor het kastelenproject dat het toerisme in de hele regio naar een hoger niveau moet tillen. De Scheldevallei tussen Gent en Antwerpen wordt zo extra aantrekkelijk voor toeristen die vandaag alleen de Vlaamse kunststeden bezoeken. Drie jaar na de opening van de kastelen moeten 100.000 extra bezoekers hun weg vinden naar het Scheldeland.