30 km spoorwegwerken tussen Mechelen en Dendermonde
Infrastructuurbeheerder Infrabel is samen met dochteronderneming Tuc Rail begonnen aan één van de grootste bouwwerven van het jaar. Het gaat om vernieuwings- en onderhoudswerken aan de spoorlijn Mechelen-Dendermonde (L53) over een afstand van ongeveer 30 km.
Er zal dag en nacht worden gewerkt om de sporen, dwarsliggers, bovenleiding en de seininrichting te vernieuwen. Het epicentrum van de werken is de vernieuwing van de Jan Bogaertsbruggen over het Zeekanaal in samenwerking met De Vlaamse Waterweg. Volgens de planning worden de sporen op zondagochtend 24 mei opnieuw in dienst genomen.
De opmerkelijk lange bouwwerf van bijna 30 km is verspreid over de provincies Antwerpen, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant en vijf steden en gemeenten (Mechelen, Kapelle-op-den-Bos, Londerzeel, Buggenhout en Dendermonde). De vorige grote werken aan deze belangrijke spoorlijn gebeurden in de jaren ’80 van de vorige eeuw. De spoorinfrastructuur is aan vervanging toe om veilig en stipt treinverkeer te kunnen blijven garanderen.
Concreet worden op deze massawerf bijna 23 km sporen vernieuwd, 40 km bovenleiding, meer dan 26.000 dwarsliggers, ongeveer 20.000 ton kiezelsteentjes (ballast), 24 km bekabeling en 85 seinen. De totale investering in veiligheid bedraagt meer dan 15 miljoen €.
In het station van Mechelen worden langs de kant richting Dendermonde de wissels vernieuwd en worden er ook twee nieuwe geplaatst waardoor meer mogelijkheden voor het treinverkeer ontstaan. Vanaf de uitrit van het station Mechelen tot aan de Jan Bogaertsbrug in Kapelle-op-den-Bos worden naast de bovenleiding ook nieuwe spoorstaven, dwarsliggers en ballast geplaatst.
De oorspronkelijke aanleiding voor deze grote spoorwerf zijn de Jan Bogaertsbruggen over het Zeekanaal Brussel-Schelde. Dit zijn zogenaamde basculebruggen waarbij het brugdek bijna loodrecht omhoog kan. Deze beweegbare bruggen zijn storingsgevoelig en kunnen als er iets mis is, erg wegen op de regelmaat van het trein- en wegverkeer en de scheepvaart. De Jan Bogaertsbruggen zijn een spoor- en wegbrug en moeten gemoderniseerd worden. Eerst wordt aan de spoorbrug gewerkt. De brug voor het wegverkeer wordt later gefaseerd vernieuwd om het wegverkeer zo weinig mogelijk te hinderen.
De bruggen krijgen een nieuw besturingssysteem zodat ze op afstand kunnen bediend worden vanuit Zemst. Ook de volledige seininrichting en alle elektrische installaties worden vervangen. Alle ICT-apparatuur, glasvezelkabels, aardingssystemen en sluitingsmechanismen worden gemoderniseerd. Alle systemen worden verdubbeld. Wanneer één systeem uitvalt, door een technische storing, neemt het back-up systeem meteen over. Zo kunnen de bruggen altijd blijven functioneren. De spoorbrug krijgt ook een volledig nieuwe bovenleiding.
Alle kabels die nodig zijn om de Jan Bogaertsbruggen te bedienen worden vervangen. De bestaande liggen momenteel in een gebaggerde sleuf net onder de bodem van het kanaal. De levensduur van deze kabels is ongeveer 40 jaar en die periode is ten einde. De nieuwe kabels komen in een speciale buis onder het Zeekanaal te liggen op 32 m diepte. Hiervoor gebeurt tussen de linker- en rechteroever een horizontale boring van 530 m lengte (ongeveer vanaf het station tot aan de Leopoldwijk).
Vanaf de Jan Bogaertsbruggen tot aan het station van Londerzeel worden de sporen volledig vernieuwd (spoorstaven, dwarsliggers en ballast) en nadien wordt de bovenleiding aangepast aan de nieuwe spoorconfiguratie. Tussen de brug in Kapelle-op-den-Bos en het station van Dendermonde wordt ook de bovenleiding deels vernieuwd. Verschillende onderdelen van het ophangingssysteem worden vervangen omdat ze op het einde van hun levensduur zitten. Het gaat dan om de isolatoren, beugels en spantoestellen Die elementen zorgen dat de bovenleiding kaarsrecht op zijn plaats hangt en dat de elektrische stroom voor de veiligheid geïsoleerd blijft.
Ten slotte worden over de volledige lengte van het traject Mechelen-Dendermonde heel wat voorbereidende werken uitgevoerd om het Europese veiligheidssysteem ETCS te kunnen uitrollen. Dit systeem garandeert een constante en volledige veiligheidsbewaking van een treinrit. Een belangrijk onderdeel is het vervangen van de analoge seininrichting door een computergestuurd systeem.
Alle bijbehorende voedings- en sturingskabels (24 km) worden langs het spoor geplaatst. Ook worden meer dan 100 doorsteken gemaakt. Zo’n doorsteek is een kleine greppel onder het spoor waar dan later alle kabels in komen te liggen om de ETCS-bakens in het spoor mee aan te sluiten. Infrabel wil tegen 2024 ETCS in dienst hebben tussen Mechelen en Dendermonde.