De centrale woontoren van Sint-Maartensdal is 115 m hoog. De reusachtige kraan van Aertssen met een bereik van 123 m moest eerst die hoogte overbruggen om daarna eerst de antenne en na enkele uren voorbereiding, ook de torenspits zelf naar beneden te halen. De enorme naald die vanop de bekende woontoren zowat in heel Leuven zichtbaar is, heeft een lengte van 45 m. De torenspits, zonder de antenne, weegt ongeveer zes ton. De renovatie van de torenspits kost 227.000 €, waarvan Dijledal als eigenaar van het gebouw 170.000 € subsidie krijgt van de stad Leuven.
De centrale toren van Sint-Maartensdal bepaalt mee het uitzicht van de Leuvense skyline. De typische torenspits herken je van ver en geeft de Leuvenaars een thuisgevoel. Daarom vinden zowel het stadsbestuur als huisvestingsmaatschappij Dijledal het belangrijk dat de torenspits goed onderhouden wordt.
De renovatie van de torenspits is het sluitstuk van een grootschalige campagne, waarbij de voorbije twee decennia de appartementen in de drie torens en de drie woonblokken systematisch werden gerenoveerd. Het sociale huisvestingsproject Sint-Maartensdal, een complex van hoge appartementsgebouwen, werd gebouwd in de jaren ’60 van de vorige eeuw naar de plannen van de gerenommeerde architect Renaat Braem. Het hele complex staat op de inventaris van bouwkundig erfgoed.
Renaat Braem kreeg de ontwerpopdracht in 1955 van de toenmalige Leuvense burgemeester Franz Tielemans. Conform met de politieke meerderheid in het college van burgemeester en schepenen werden de socialistisch Leuvense architect Albert Moerkerke voor de lokale uitvoering en de liberale ingenieur-architect Jan De Mol voor de administratieve afwerking aan het ontwerpteam toegevoegd.
De bouw van de torens verliep in verschillende fases tussen 1960 en 1971. De nieuwe woonwijk kreeg de naam van Sint-Maartensdal omdat hier tot het midden van de twintigste eeuw de priorij van Sint-Maartensdal was gelegen, toen omgevormd tot de Sint-Maartenskazerne.
In 1967 werd de wijk bekroond als meest opmerkelijke recente Belgische realisatie door de Société Belge des Urbanistes et Architectes Modernistes (SBUAM). Met zijn non-conformistische stijl van zeshoekige woonblokvormen in visgraatvorm is de bouwkundige erfgoedwaarde dan ook duidelijk. Het concept paste in een visionair huisvestingsbeleid dat arbeiderswoonwijken op een moderne manier in een groene omgeving wilde inplanten.
Hoofdaannemer Jan Van Mieghem en voorzitter Christophe Stockman van Dijledal bovenop de centrale woontoren.