'Als we gebouwen continu verbeteren, hebben ze geen uiterste houdbaarheidsdatum'
Bouwkroniek startte vorige week met een nieuwe reeks waarin we enkele CEO’s uit de Belgische bouwsector telkens dezelfde vijf vragen voorschotelen. Na Davy Demuynck van projectontwikkelaar ION is het de beurt aan Alexandre Huyghe van Revive.
Alexandre Huyghe: Een goede ingenieur is iemand die zowel het planmatige en de inzichten, als de technische kant van een productieproces onder de knie heeft. Ik ben er dan ook van overtuigd dat toekomstige ingenieurs zich meer moeten bezighouden met de productieprocessen van bv. warmtenetten. Net zoals technici de omgekeerde inspanning gaan moeten doen: het bredere plaatje zien. We kunnen die belangrijke energietransitie immers alleen maar verwezenlijken als ingenieurs veel on the field-ervaring hebben opgebouwd. Ze moeten dus meer dan ooit samen met technici kunnen samenwerken. Hier ligt nog een uitdaging voor ons onderwijssysteem: we moeten weg van de opdeling tussen doeners en denken en meer denken aan bv. duaal leren waar technici en ingenieurs intensief van elkaar leren.
Alexandre Huyghe: De grote winnaars van deze crisis zijn bedrijven die pioniers zijn in hun sector. Denk aan retailers als Coolblue of Zalando of KBC die heel hard inzet op haar bankenapplicatie. Ze waren andere bedrijven telkens een stapje voor, hadden hun commerciële processen reeds grotendeels gedigitaliseerd en kenden een bedrijfscultuur die om kan gaan met verandering. Ook bij ons heeft de coronacrisis er op ingehakt. Maar omdat projectontwikkeling sowieso een onverwachte en dynamische sector is, waren onze teams in zekere mate voorbereid. Ze waren reeds getraind om voor onverwachte omstandigheden efficiënte en degelijke oplossingen te vinden. Onze mensen waren het gewoon om af en toe van thuis uit te werken en digitaal te vergaderen. Die skills hebben ons de afgelopen maanden geholpen.
Alexandre Huyghe: We kunnen niet ontkennen dat de energietransitie veel geld kost. Dit dreigt de totale investering voor kandidaat-kopers duurder te maken. Maar het is ook belangrijk om te beseffen dat het totale kostenplaatje voor de eindgebruiker veel groter zal zijn als we vandaag niet zo hard inzetten op energieneutraal bouwen. En we mogen tegelijk niet vergeten dat energieneutraal bouwen op lange termijn net veel opportuniteiten biedt. Als je initieel veel investeert in duurzaamheid, zal de gebruikskost van je woning op termijn een pak lager liggen. Een goede isolatie zorgt er bv. voor dat je minder verwarmingskosten hebt. Dezelfde vlieger gaat op voor de locatie van je woning: als je dichter bij een stadscentrum woont, heb je je wagen minder nodig en is de drempel om op groenere mobiliteit over te schakelen lager. Ik geloof tegelijk dat de prijs van energieneutraal wonen zal verlagen eenmaal meer mensen de technologie hebben omarmd. Een mooi voorbeeld hiervan zijn zonnepanelen: pakweg 20 jaar geleden was dit onbetaalbaar voor de doorsnee Belg, maar vandaag zijn ze al een pak goedkoper.
Alexandre Huyghe: Het is belangrijk dat we gebouwen optrekken die voorbereid zijn op toekomstige veranderingen en uitdagingen, maar daarom moeten ze er nog niet eeuwig staan natuurlijk. Cradle-to-cradle en modulair bouwen vormen hier volgens mij de oplossing. Zo kunnen onze gebouwen net mee transformeren met de tijd en de ruimte. Tijdens onze reconversieprojecten proberen we die filosofie altijd te integreren: de optie om gebouwen ‘up to date’ te houden, zeg maar. Net zoals bij een smartphone - waar ook steeds software updates op worden uitgevoerd - moeten we dit in het wonen van de toekomst integreren: continu de mogelijkheid hebben om gebouwen te verbeteren. En dan is er volgens mij geen sprake van een ‘uiterste houdbaarheidsdatum’.