De traditie van de uitreiking van de Vlaamse cultuurprijzen ontstond in 2003. Sindsdien reikt de Vlaamse overheid elk jaar twaalf prijzen uit, in evenveel categorieën, aan toonaangevende artiesten, kunstenaars, organisaties of gezelschappen. De laureaten worden gekozen door een jury van deskundigen. De award is een ontwerp van kunstenaar Stefaan Dheedene. Daarnaast is er voor elke laureaat een geldprijs van 10.000 €.
André Loeckx studeerde voor Burgerlijk ingenieur-architect aan de KU Leuven, gevolgd door een opleiding Sociale en culturele antropologie aan dezelfde instelling, en Housing in Development aan de Development Planning Unit van het University College in Londen. In 1982 promoveerde hij tot Doctor in de Toegepaste Wetenschappen met een proefschrift over de bouwen woonpraktijken in Algerije, waar hij ook drie jaar als architect werkte. Van 1982 tot zijn emeritaat bekleedde hij aan de KU Leuven de leerstoel Architectuurtheorie. Van 2000 tot 2008 was hij voorzitter van het Departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening van de KU Leuven. Vandaag doceert hij nog de lessenreeks Modernity and the Architecture of the City samen met zijn professionele compagnon de route professor Hilde Heynen. Daarin zoekt hij een antwoord op de vraag hoe er vandaag gebouwd kan worden, rekening houdend met hedendaagse uitdagingen als ecologie, globalisering, verstedelijk, armoede en identiteit.
Loeckx draagt zijn expertise uit buiten de landsgrenzen. Hij leidde diverse internationale projecten inzake capacity building voor de EU en UN-Habitat (United Nations Human Settlements Programme). Als jurylid van een aantal bijzondere Vlaamse architectuurprojecten, koos hij mee voor knappe staaltjes architectuur zoals het concertgebouw in Brugge, het Provinciehuis in Leuven, de Boekentoren in Gent, de Kazerne Dossin in Mechelen, de Krook in Gent, het crematorium in Holsbeek en het nieuwe VRT-gebouw in Brussel. Hij was medestichter en tot 2013 lid van de Raad van Bestuur van het Vlaams Architectuurinstituut. Hij werkte als auteur en redactielid mee aan zes Jaarboeken Architectuur Vlaanderen. Loeckx was mederedacteur van het Witboek Stedenbeleid (2003) van de Vlaamse Gemeenschap, dat het begin inluidde van een nieuwe fase in het stedenbeleid en de stadsvernieuwing in Vlaanderen. Daarin speelde hij een belangrijke rol als voorzitter van de jury en van de Kwaliteitskamer Stadsvernieuwingsprojecten van de Vlaamse Gemeenschap. In de periode van zijn voorzitterschap, tussen 2002 en 2016, werden 49 stadsvernieuwingsprojecten geselecteerd en op de rails gezet in 23 Vlaamse steden.
Hij werkte nauw samen met de verschillende Vlaamse Bouwmeesters en maakte vanaf 2016 deel uit van de expertengroep die de bouwmeesterwerking ondersteunt. Sinds datzelfde jaar is hij als extern deskundige betrokken bij de Antwerpse burgerbeweging Ringland. Hij zetelt in diverse jury’s en klankbordgroepen die richting geven aan het ontwerp van de Oosterweelverbinding en de overkapping van de Antwerpse Ring.
De architectuurtheorie die hij samen met Hilde Heynen ontwikkelde en doceerde is vervat in het boek ‘Dat is Architectuur’. Sleutelteksten uit de twintigste eeuw (2001). Urban Trialogues. Visions Projects Coproductions Localizing Agenda 21 (2004), een publicatie voor de UN, toont zijn internationale onderzoeks- en projectwerk. Het boek De eeuw van de stad: over stadsrepublieken en rastersteden - Witboek (2003) schetst het theoretisch kader rond stedenbeleid en stadsvernieuwing in Vlaanderen. Een overzicht van die projecten in de praktijk schreef hij neer in Stadsvernieuwingsprojecten in Vlaanderen. Een eigenzinnige praktijk in Europees perspectief (2012).
André Loeckx is volgens het motivatierapport van de jury een veelzijdig ingenieur architect die, vaak vanuit de schaduw, een fundamentele rol heeft gespeeld voor het huidige bloeiende architectuurklimaat in Vlaanderen en Brussel. Zijn loopbaan kenmerkt zich door een diep en verregaand maatschappelijk engagement. Als hoogleraar aan het departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening van de KULeuven, was hij jarenlang één van de drijvende krachten van het architectuuronderwijs. Hij legde een fundamenteel geëngageerde basis onder tientallen generaties studenten.
André Loeckx is een levend voorbeeld van het belang van project- en architectuurkritiek als basis voor ruimtelijke kwaliteit. Hij zette zich in voor de oprichting van het Vlaams Architectuurinstituut (VAi) en was een pleitbezorger van het Stedenbeleid, onder meer via het in 2003 gepubliceerde Witboek Stedenbeleid. Hij gaf richting aan de condities voor kwaliteitsvolle architectuur, publieke ruimte en stadsontwerp zowel beleidsmatig, cultureel als onderzoekmatig. Hij gaf mee vorm aan de evolutie van het opdrachtgeverschap, waarbinnen veel van de kwalitatieve architectuurproductie kon ontstaan. Achter de schermen wist hij, met overtuiging en enthousiasme, steeds vanuit een kritische of atypische blik, vele tussenmuren te slopen en ten gepaste tijde beleidsmakers te adviseren en te stimuleren. Als voorvechter van de stadsvernieuwing in Vlaanderen en Brussel zette hij zich in om het stedelijk project als ‘inzet, opzet en voorzet’ van de architectuur te beschouwen. Met zijn immer kritische maar constructieve blik ondersteunde hij lokale besturen, bewonersgroepen en ontwerpers.
Zijn scherpe analyse van de site, de stakeholders en het programma droegen bij om het project op te laden en verder te doen evolueren. Niet wars van een atypische blik, gaf hij mee positie aan ontwerp als een vorm van toekomstgericht onderzoek. Hij inspireerde en daagde opdrachtgevers, ontwerpers én gebruikers uit om altijd meer uit projecten te halen.
André Loeckx zette zijn kennis en expertise ook buiten de landsgrenzen in en leidde diverse internationale projecten op het vlak van capacity building voor de EU en de UN-Habitat (United Nations Human Settlements Programme). Hij publiceerde ook veelvuldig op internationaal niveau. In al deze posities pleitte hij voor de kracht van het ontwerpend onderzoek, en toonde hij een onafgebroken inzet voor de maatschappelijke meerwaarde van een integrale en inclusieve ontwerpbenadering. Een bepalende stem en kracht in het discours over architectuur en stad.