Archeologisch vooronderzoek wordt sneller en goedkoper
De Vlaamse regering keurde zopas op initiatief van minister-president Geert Bourgeois verschillende acties goed om het archeologische vooronderzoek sneller, eenvoudiger en goedkoper te laten verlopen. O.m. door voortaan enkel de essentiële onderdelen van de (archeologie)nota’s te beoordelen, zal het aantal goedkeuringen toenemen.
De Vlaamse regering keurde de uitvoeringsbepalingen bij het archeologiehoofdstuk van het Onroerenderfgoeddecreet definitief goed. Na een gefaseerde inwerkingtreding is de nieuwe archeologieregelgeving sinds 1 juni 2016 van toepassing. Zopas gaf de Vlaamse regering haar goedkeuring aan maatregelen die het archeologisch vooronderzoek sneller, eenvoudiger en goedkoper laten verlopen. Deze nieuwe regels traden op 1 januari 2017 volledig in werking.
Code van Goede Praktijk
De afgelopen weken is er prioritair ingezet op een herziening van de Code van Goede Praktijk en dit in nauw overleg met de Vlaamse Ondernemers in Archeologie (VONA). De Code van Goede Praktijk introduceert een eenvoudige, beperkte archeologienota. Hierdoor zal de opmaak ervan sneller gaan en goedkoper zijn. Het gaat over die situaties waar geen archeologisch erfgoed aanwezig is, de bodemingrepen geen negatieve impact veroorzaken of een opgraving niet tot nuttige kenniswinst leidt. Enkele vormelijke en inhoudelijke aanpassingen zorgen er voorts voor dat de Code van Goede Praktijk eenduidiger te interpreteren is.
Assistent-aardkundige
De introductie van de assistent-aardkundige in de Code van Goede Praktijk beperkt de inzet en de kostprijs van de aardkundige tot situaties waarin deze expertise absoluut noodzakelijk is. Voor alle andere situaties volstaat het voortaan om een beroep te doen op een assistent-aardkundige: personen die niet noodzakelijk gediplomeerd zijn in de aardwetenschappen, maar toch over een zekere kennis inzake bodemsoorten en sedimenten beschikken.
Er komt een tweemaandelijkse vaststelling van de kaart met gebieden waar geen archeologisch erfgoed te verwachten valt. Percelen die beantwoorden aan bepaalde criteria en waar geen archeologisch erfgoed te verwachten valt, worden vastgesteld en op de kaart gezet. In 2016 werd deze kaart drie keer vastgesteld. Ze telt nu 3.636 zones. Heel wat terreinen die al werden onderzocht en vrijgegeven, zijn toegevoegd aan deze kaart en zijn in de toekomst vrijgesteld van de opmaak van een archeologienota. Door deze vaststelling voortaan tweemaandelijks te doen, kan de uitbreiding van deze kaart sneller gaan.
Plafond geschrapt
Er zal geen plafond meer zijn op de premie voor buitensporige opgravingskosten. Particuliere en kleinschalige ondernemingen die geconfronteerd worden met buitensporige opgravingskosten konden tot nu toe een premie krijgen van hoogstens 40.000 €. Dit plafond wordt geschrapt.
Tot slot worden aanpassingen aan de wetgeving gedaan zodat aan een vergunningsaanvraag een archeologienota kan worden toegevoegd die nog niet bekrachtigd is, maar wel al bij het Agentschap Onroerend Erfgoed is ingediend.
“Op korte termijn maken we de archeologienota dus sneller, eenvoudiger en goedkoper. Daarnaast bereiden we de evaluatie van het Onroerenderfgoeddecreet en -besluit voor. De bedoeling is dat evaluatierapport nog vóór het zomerreces van 2017 aan de Vlaamse regering voor te leggen”, besluit Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Geert Bourgeois.