Helaas staat België niet hoog op de prioriteitenlijst van big tech-bedrijven. “Onder meer het trage vergunningenbeleid speelt ons parten. Willen we toch een digitale koploper zijn, dan bieden zogeheten kleine ‘edge data centers’ een oplossing”, klinkt het bij Arcadis.
Het dataverbruik is het afgelopen jaar in de hele wereld fors toegenomen, ook in ons land. van ons land. De uitbraak van het Covid-19-virus zorgde ervoor dat we allemaal maximaal thuis moesten werken. Door de lockdown en het verbod op niet-essentiële verplaatsingen zochten talrijke mensen voor hun ontspanning ook hun heil bij film- en muziekstreamingdiensten. Een snelle dataoverdracht zal dan ook in de toekomst nog belangrijker worden.
Om dat te garanderen zijn meer datacenters nodig, iets waar het ons land vandaag aan ontbreekt. Specialisten van Arcadis onderzochten onlangs op welke manier zo’n uitbreiding het beste gebeurt. De ideale manier zou met behulp van grote datacenters zijn. Maar die piste lijkt vandaag een utopie.
Arcadis ging na welke criteria de big tech-bedrijven hanteren om in sterk ontwikkelde landen grote datacenters te bouwen. Die analyse resulteerde uiteindelijk in een Data Center Location Index 2021. De resultaten voor ons land zijn niet bepaald rooskleurig. België bekleedt amper een 32ste plaats op een lijst van vijftig landen. In Europa scoren alleen Tsjechië en Portugal nog slechter. Onze buurlanden Nederland, Frankrijk en Duitsland doen het stukken beter.
“Grote datacenters vertegenwoordigen evenredige investeringen bij big tech-bedrijven. Zij willen dan ook dat hun datacenters snel operationeel zijn. Eén van de struikelblokken om vandaag grote datacenters in ons land te bouwen, blijkt een traag vergunningenbeleid te zijn. Kennis van de lokale markt en voorschriften is dan ook cruciaal”, verklaart Peter Toulet, Data Center Expert bij Arcadis België.
Digitale koploper
Geen goed rapport voor België dus, maar volgens de experts van Arcadis heeft ons land nog wel mogelijkheden om alsnog de digitale koploper te worden die het wil zijn. Dat kan onder meer door maximaal in te zetten op zogenaamde ‘edge data centers’.
Dergelijke lokale, kleinere datacenters staan in verbinding met de grote datacenters in bv. Londen, Amsterdam of Frankfurt en verbeteren de connectiviteit en de snelheid van de dataoverdracht, dichtbij de gebruiker. De kortere tijd tussen het ontwerp en de ingebruikname van zo’n kleiner datacenter is ook interessanter voor investeerders en techbedrijven.
“België is vandaag een blinde vlek als het gaat om grote datacenters. Dat komt ook doordat ons land geen rechtstreekse glasvezelverbinding heeft met de VS, waar de grote techbedrijven huizen. Nederland heeft dat wel en de regio rond Amsterdam is dan ook een hotspot voor datacenters. Maar Nederland zit aan zijn limiet, de druk van al die datacenters op het Nederlandse elektriciteitsnet is enorm. Onvermijdelijk zal er de komende jaren dan ook naar ons land gekeken worden om hier kleinere datacenters te bouwen”, zegt Kristof Peperstraete, de CEO van Arcadis België.
Verwarming gebouwen
“Edge data centers kunnen trouwens niet alleen voor een betere connectiviteit zorgen. Als bij het ontwerpen van deze datacenters veel aandacht besteed wordt aan duurzaamheid, kunnen ze ook voor andere doeleinden ingezet worden, zoals de verwarming van gebouwen. Arcadis heeft alle expertise in huis om deze datacenters bijzonder duurzaam te ontwerpen”, aldus Peter Toulet.
“De servers in de datacenters geven immers heel wat warmte af, die vandaag verloren gaat. Die restwarmte kunnen we via een warmtenet hergebruiken als verwarmingsbron in onze steden. Een ander voordeel is dat edge data centers ook kunnen bijdragen aan de stabilisatie van het elektriciteitsnet. Dat is zeker in het licht van de geplande kernuitstap een extra troef”, besluit Peter Toulet.