'Belgische architecten mogen best wat chauvinistischer zijn'
Bouwkroniek geeft elke week het woord aan een CEO uit de brede Belgische bouwsector. Deze week mag Pieterjan Vermoortel van architectenkantoor B2Ai antwoorden op onze vijf vragen.
Welk beroep moeten jongens en meisjes kiezen op school voor een goedbetaalde en interessante loopbaan in de bouw?
Bij de keuze van een studierichting blijft het belangrijk om je passie te volgen. Als eerstejaarsstudent mag je nog niet te veel nadenken over een specifieke job. Volg gewoon je gevoel en als je er dan echt voor gaat, volgt de rest vanzelf. In onze sector zijn we vandaag natuurlijk vooral op zoek naar architecten, ingenieurs en BIM-specialisten. Burgerlijk ingenieur-architect is een richting die volgens mij alles omvat: in die opleiding leer je zowel creatief als technisch redeneren. Bovendien leer je ook nog nadenken over de maatschappelijke vraagstukken zoals duurzaamheid.
De flexibiliteit bij onze medewerkers valt me op. Ze moesten snel naar de thuiswerkmodus schakelen, terwijl dit voor ons beroep absoluut niet eenvoudig is. We werken in multidisciplinaire teams: aan hetzelfde project werken dus heel wat architecten en ingenieurs samen. Bovendien zijn we actief in een creatieve sector. Ideeën groeien via informele contacten op kantoor of tijdens intensieve brainstormsessies. Die dynamiek en spontaniteit hebben we het afgelopen jaar op een andere manier moeten creëren.
Thuiswerk is een blijver maar zal het kantoorwerk nooit volledig vervangen. Kantoorruimtes gaan in de nasleep van deze crisis daarom transformeren in ontmoetingsplekken om te vergaderen en te brainstormen. Het afgelopen jaar heeft ons geleerd dat werknemers dat sociale contact en de binding met het bedrijf nodig hebben, maar tegelijk dat het pure “concentratiewerk” perfect thuis kan gebeuren.
De voorbije jaren is er enorm veel regelgeving bijgekomen: voor bouwbedrijven en de ondernemerswereld blijft er, om het met een bouwterm te zeggen, ballast bijkomen. Denk maar aan EPB, veiligheidscoördinatie, tal van verordeningen en wetgevingen, milieuwetgeving, VIPA, … Deze regelgevingen zijn totaal niet afgestemd op elkaar.
Voorts zien we almaar meer dbfm-aanbestedingsformules opduiken voor projecten. Als je vandaag wil meedingen naar een project moet je vooraf uitgebreid in gesprek gaan met bv. aannemers, een ver uitgewerkt plan kunnen voorstellen en dus investeren zonder garantie op succes. Normaal gaan we eerst in dialoog met de klant: dat levert nog altijd de mooiste projecten op omdat je dan van in het begin samen aan het verhaal schrijft. Onze visie blijft dan ook: You challenge, we rethink, together we create.
Ten slotte mogen we als Belg best wat chauvinistischer zijn. We hebben enorm veel expertise in huis en Belgische architectuur wordt in het buitenland gelauwerd. Het is tijd om af te stappen van onze underdog-houding en trots te zijn op wat we als Belgische architecten en bouwsector kunnen bijbrengen aan (inter)nationale bouwprojecten.
We bouwen telkens met het idee dat onze projecten moeten dienen voor verschillende generaties. Ook hier is flexibiliteit een belangrijk aspect. We bouwen niet op basis van trends maar vooral om antwoorden te bieden op maatschappelijke noden, zoals duurzaamheid. Zo merken we dat modulair bouwen aan belang wint, zowel in kantoorgebouwen als residentieel. Een mooi voorbeeld daarvan is een project dat we ontwikkelen voor het RIZIV in Brussel. Hier strippen we het volledige gebouw tot de basisstructuur. Daarna richten we het kantoorpand opnieuw in, maar nu met meer aandacht voor duurzaamheid en om sociale contacten te faciliteren. Dit project geeft volgens mij het kantoorgebouw van de toekomst weer.