Besix bouwt ook Frans paviljoen voor Expo 2020 in Dubai

Het feit dat Besix goed thuis is in de Verenigde Arabische Emiraten, die na de zone Benelux-Frankrijk de tweede grootste markt van de groep vormt, heeft ongetwijfeld een rol gespeeld bij het toewijzen van de opdracht. Besix bouwde in de VAE een expertise van meer dan een halve eeuw op.

De Wereldtentoonstelling in Dubai heeft plaats van  20 oktober 2020 tot 10 april 2021 en de Verenigde Arabische Emiraten verwachten 25 miljoen bezoekers. De Besix Groep bouwde er in het verleden onder meer de Burj Khalifa, met zijn 828 m de hoogste toren ter wereld. Als enig Belgisch bedrijf dat betrokken is bij dit project zal Besix samenwerken met een Frans team bestaande uit de architectenbureaus Atelier du Prado en Celnikier & Grabli, het collectief ‘Immersive(s)’, OTE Ingénierie en Otelio, een Franse specialist in duurzame ontwikkeling. De bouw van het Franse paviljoen start in mei en zal 17 maanden duren.

Het paviljoen van Frankrijk krijgt als thema ‘Lumière, Lumières’. Het wordt een ode aan mobiliteit en verlichting met een spectaculaire ontplooiing van hoogtechnologische oplossingen. De ecologische transitie vormt de kern van het ontwerp van dit gebouw, dat zich kenmerkt door een hyperefficiënt water- en energiebeheer. Het futuristisch uitziende paviljoen van 5.100 m² zal vrijwel energie-autonoom zijn en het afvalwater wordt gerecycleerd.

“Het Franse paviljoen brengt een hommage aan het licht; het licht dat verwarmt, maar ook licht als gegevensoverbrenger en de Verlichting als filosofie. Het wordt een gebouw dat veel indrukken nalaat op de bezoeker en dat nieuwe uitvindingen en reflectie bevordert. Het bouwproject wordt een technische krachttoer, met in het bijzonder een spectaculaire binnengevel van 1.800 m² en een terras dat een uniek panoramisch zicht biedt op het Expoterrein. Onder de veelkleurige zonnepannen op het dak, die als het ware een impressionistisch schilderij vormen, is het gebouw opgevat als een uitnodiging tot een wandeling in een met licht overgoten hoge ruimte tussen hemel en aarde, verfraaid met tuinen”, aldus Rik Vandenberghe, ceo van de Besix Groep.

De architecten streefden drie bio-klimatische doelstellingen na: zonne-energie opwekken, een superisolerende buitenschil ontwerpen en het gebruik van fossiele brandstoffen tot het absolute minimum beperken. Meer dan 80% van de verbruikte energie in het paviljoen zal worden opgewekt door de zon. Een speciale installatie zal de lucht in de binnenruimtes op natuurlijke wijze verversen om maximaal te bezuinigen op energie.

Een microzuiveringsstation zal het afvalwater recycleren, dat daarna naar het irrigatiesysteem en de toiletten wordt geleid. Het gebruik van drinkwater zal zo met 30% verminderd worden in een gebied waar water een heel kostbaar goed is. Eén van de technische bijzonderheden ten slotte is dat het gebouw makkelijk kan worden gedemonteerd en hergebruikt. De globale oplossing waarvoor de ontwerpers kozen, beperkt het materiaalgebruik en de koolstofvoetafdruk tot het absolute minimum.