Bureau Greisch staat voor 60 jaar uitmuntendheid
Het ingenieursbureau Greisch is vooral bekend bij het grote publiek door de realisatie van het viaduct van Millau, dat het meesterschap illustreert dat is ontwikkeld door het bureau in zijn projecten inzake burgerlijke bouwkunde, alsook zijn expertise op gebied van stabiliteit en aandacht voor de valorisatie van landschappen.
Tegenwoordig wordt het bureau geleid door een directiecomité dat bestaat uit vier ingenieurs: Vincent de Ville de Goyet, wetenschappelijk directeur en verantwoordelijk voor research en ontwikkeling; Pierre Baar voor de administratieve, wetenschappelijke en financiële leiding voor het geheel van de groep; Jean-Yves Del Forno, directeur van de pool Infrastructuur en kunstwerken en verantwoordelijk voor de human ressources; en Luc Demortier, directeur van de pool Gebouwen en de commerciële leiding. Dit directiecomité wordt begeleid door eenentwintig associates die allemaal actief zijn in het team. Het bureau telt meer dan 200 medewerkers verdeeld over drie zetels: Luik, Brussel en Luxemburg. Ook al heeft het bureau tegenwoordig geen familiebanden meer met zijn historische oprichter, René Greisch, het is nog steeds zijn filosofie en veeleisendheid die zijn medewerkers bezielt.
Oprichting
In 1959 sticht René Greisch, ingenieur en architect van opleiding, op zijn dertigste zijn eigen bureau in de regio Luik, een regio waar twee eeuwen geleden de industriële revolutie is losgebarsten en die een lange traditie heeft van bouwkunde. Hij leidt er een klein team dat actief is op gebied van bouwkunde en architectuur. Diversificatie is dan al een sleutelwoord.
Het avontuur versnelt in 1974, wanneer het bureau Greisch - dan nog relatief onbekend - een wedstrijd wint die wordt georganiseerd door bedrijven voor het concept van de viaduct van Vilvoorde, één van de delen van de grote ring rond Brussel. Door in 1984 samen te werken met Jean-Marie Cremer en Raymond Louis, sticht René Greisch S.A Bureau d’Etudes Greisch (BEG) zoals we het vandaag kennen. Naast de nieuwe ideeën van René Greisch op gebied van werven, brengt Jean-Marie Cremer zijn intuïtieve kennis van de werking van structuren en bouwmethodes. Hij bedenkt nieuwe systemen of versterkt die op zijn minst en perfectioneert bekende bouwmethodes. Het bureau Greisch verzorgt voortaan grote werken door gebruik te maken van assemblages en die achteraf hun definitieve plaats te geven. Parallel ontwikkelt Raymond Louis als voorloper nieuwe tools om de manieren van berekenen aan te vullen. Het zorgt voor een ware revolutie.
Het bureau Greisch is er zo in geslaagd de top te bereiken van competenties in drie belangrijke en complementaire gebieden: het algemene concept van werken, het bestuderen van de afmetingen, en het vakmanschap van de realisatie aan de hand van de kennis van de capaciteiten van de bedrijven. Drie troeven waardoor het zich heeft kunnen lanceren in het avontuur van de realisatie van grote werken.
Internationalisering
In 1987 overstijgt de reputatie van het bureau Greisch de landsgrenzen naar aanleiding van de aanleg van de brug van Ben-Ahin. Wanneer een groep Franse ingenieurs onder leiding van Michel Virlogeux die werf en de brug van Wandre bezoekt, leidt dat tot de wens naar samenwerking. Daardoor wordt het bureau Greisch in Frankrijk uitgenodigd om studies te realiseren voor talrijke bouwwerven.
Na het overlijden van René Greisch in 2000 blijft het bedrijf zich ontwikkelen onder leiding van Jean-Marie Crémer en vervolgens Clément Counasse. Het slaat een nieuwe richting in van 2000 tot 2004 met de realisatie van het viaduct van Millau. Daarop volgt de samenstelling van nieuwe entiteiten, Canevas (architectenbureau) in 2004, de aankoop van het Brusselse bureau bgroup Infra in 2006 en vervolgens Neo-Ides, in 2015, gespecialiseerd in het energiebeheer van gebouwen.
Tegenwoordig telt bureau Greisch, met haar zeven bedrijven (GCE, BEG, Bgroup, GI, Neo & Ides, Canevas en BGL) meer dan 200 personeelsleden. Het verzorgt de meeste studies van het stabiliteitsconcept van gebouwen, infrastructuur en bouwwerken met energiestudie en technische uitrusting alsook architectuur.
Voortaan is het bedrijf ondergebracht in het centrum van een wetenschappelijk park van de Université de Liège, in een gebouw ontworpen door Greisch. Deze locatie versterkt de ontwikkeling van één van de troeven van het bureau: nauwe samenwerking met professoren en onderzoekers van universiteiten (o.a. de Université de Liège, l’Université Libre de Bruxelles en het Centre des Hautes Études de la Construction à Paris).
Onderzoek
De cultuur van onderzoek in het bureau Greisch blijkt ook door het bestaan van een permanente cel voor onderzoek en ontwikkeling, sinds 1990 geleid door Vincent de Ville de Goyet, doctor ingenieur, die tien jaar gewerkt heeft binnen de Faculté des Sciences Appliquées de l’Université de Liège. Hij heeft, in samenwerking met de universiteit, een computerprogramma gecreëerd dat FinelG werd genoemd. Dit programma, gericht op de modellering van het gedrag van structuren, is een tool voor complexe informatica berekening voor verschillende taken.
Het bureau Greisch blijft niet op haar lauweren rusten maar wil aan de hand van elke realisatie steeds haar kennis verderzetten. Door de ontwikkeling van deze technische tools kan men volledig nieuwe domeinen aankaarten en tijd wijden aan het zoeken naar originele oplossingen.
Eèn van haar andere troeven is haar grondige kennis van alles wat te maken heeft met bouwkunde, terwijl een bevoorrechte relatie wordt behouden tussen architecten en ingenieurs. Een cohesie die mogelijk wordt gemaakt in het dagelijkse leven dankzij de architectuur cel Canevas. Daardoor streeft men bij de medewerkers steeds naar een sfeer waarin alles in vraag wordt gesteld en men op zoek gaat naar nieuwe oplossingen, zowel formeel als technisch.
De kennis van bedrijven en hun expertise in diverse domeinen is een andere troef waardoor het bureau Greisch kan werken rond het berekenen van talrijke zeer belangrijke werken door de beschikbare technieken te verbeteren, door de uitvoering te perfectioneren of te vereenvoudigen en zo de kosten van de werken te verminderen. De volledige integratie van de technieken die worden ingezet vormen de sleutel voor alle vernieuwende benaderingen die worden voorgesteld door het bureau Greisch en gebaseerd zijn op vernieuwend theoretisch onderzoek.
De sfeer van teamwork en onderzoek, de wil om samen te werken in synergie, het voortdurende hernieuwen en dynamisme, het uitvinden in combinatie met verbeelding zijn zo werkmethodes en principes geworden van het bureau Greisch.
Hierna volgen enkele grote projecten die hebben bijgedragen tot het succes van het bureau.
Burgerlijke bouwkunde
Liège Airport
In het kader van de ontwikkeling van de transport infrastructuur van Liège Airport heeft het bureau Greisch́ een aantal taken rond architectuur verzorgd inzake stabiliteit van gebouwen, bouwkunde, speciale technieken, coördinatie van gezondheid en veiligheid, landschapsinrichting en het weer gezond maken van vervuilde sites.
Boulevard van het centrum in Brussel
Herinrichting van de Anspachlaan, de pleinen Beurs, de Brouckère, Fontainas, en de straten ernaast, over een totale oppervlakte van 59.000 m². Het project wil de openbare ruimte valoriseren door die te transformeren in een relaxte plek voor ontmoetingen waar voetgangers voorrang krijgen, in de geest van het nieuwe mobiliteitsplan van de stad en een duurzame, kwalitatieve inrichting.
De tram in Luik
Stedenbouwkundige en technische studies in verband met de aanleg van een tramlijn tussen Sclessin en Coronmeuse en haar depot, in het kader van een PPP dossier (publiek-privé partnerschap).
De metrostations van de MIVB in Brussel
Constitution: Herinrichting van het nieuwe station « Constitution » en de tunnels (metro en tram) die aansluiten bij de bestaande infrastructuur alsook de opvolging van de uitvoering van de werken.
Kunst-Wet: Verbetering van de transitzones en circulatie tussen de verschillende metro platforms.
Montgomery: Inrichting van de ondergrondse openbare ruimte van het metrostation Montgomery.
Kunstwerken
De brug van Pays de Liège
Dit werk verzekert de passage van de autosnelweg E40-E25 onder de Maas, in de zuidelijke periferie van Luik. Het is een van de stukken van de verbinding E40-E25, voor het grootste deel ontworpen door het bureau Greisch.
Het viaduct van Millau
Door deze constructie, tussen Clermont-Ferrand en Béziers, in Aveyron, kan de autosnelweg A75 de Tarn oversteken op vijf kilometer ten westen van Millau. De structurele vernieuwing van dit werk ligt in de vele masten die de constructie dragen, een systeem dat voordien nog niet werd toegepast. In 2001 werd de taak van het concept en de realisatie van deze metalen oplossing toevertrouwd aan het bureau Greisch. Het omvat algemene berekeningen, de afmetingen van de delen, het concept van de methodes en de fasen van uitvoering, en het geheel van elementen nodig voor de bouw.
Derde brug over de Bosphorus in Istanbul
Istanbul, dat tussen Europa en Azië ligt en gescheiden is door de Bosphorus, was tot in 2016 verbonden met beide continenten door hangende constructies met een aerodynamisch profiel, respectievelijk gebouwd in 1973 en 1988. In 2012 beslissen de Turkse autoriteiten om een nieuwe autosnelweg aan te leggen van 150 km met een derde brug om de metropolis te ontlasten en het internationale verkeer naar de agglomeratie af te leiden. De wedstrijd resulteert in de hangende brug Yavuz Sultan Selim, waarvan de voornaamste overspanning loopt over 1408 meter voor een totale lengte van 2408 m. De masten zijn 320 m hoog. De fase voor het project is het resultaat van een wedstrijd die in de wacht werd gesleept door Michel Virlogeux (Frankrijk) en Jean-François Klein (Zwitserland). De projectfase wordt dan weer verzekerd door T-Ingénierie (Zwitserland) en het bureau Greisch (België) als tijdelijke samenwerking Içtas -Astaldi S.P.a.
De passerellen over de Maas in Maastricht, Luik en Namen
Maastricht: Deze passerelle vormt een nieuwe fietsverbinding tussen de nieuwe wijk Céramique en de oude stad. Ze is volledig opgetrokken in metaal en is 261 m lang en 7,20 m breed.
Luik: La belle Liégoise verbindt de site van het station van Guillemins met het park la Boverie. Met een breedte van 7 m en een totale lengte van 294 m, is ze opgetrokken in staal met een beplating in hout. De dragende structuur boven de Maas is 163 m lang.
Het bureau Greisch, dat samenwerkt met de landschapsarchitecten Corajoud, heeft de volledige taak gerealiseerd van het concept tot de studies van het werk.
Namen: L’Enjambée is 184 m lang en is van 350 ton staal. Ze verbindt het centrum van Jambes met Namen.
Bouwkunde
Station Luik-Guillemins
De volledige heropbouw van het station Luik Guillemins is een antwoord op de verouderde staat van het bestaande gebouw en de noodzaak haar sporen aan te passen aan het verkeer van TGV- treinen.
Daarbij komt ook nog de mogelijkheid om de aantrekkingskracht van dit transportmiddel vanuit Luik te verhogen door veel parking te voorzien en voor een uitstekende band te zorgen tussen het station en het Europese netwerk van autosnelwegen. De politieke wil om een iconisch gebouw neer te zetten dat de openheid van de stad ten opzichte van Europa symboliseert, heeft de NMBS ertoe aangezet om een bekende bouwheer aan te spreken: S. Calatrava. Gedurende de hele realisatie van het project, van 2000 tot 2009, heeft het bureau Greisch de architect en de bouwheer Euro Liège TGV bijgestaan om haar taken te vervullen van bouwkunde inzake stabiliteit en het assisteren van de bouwheer voor de hele werf.
Fondation Louis Vuitton in Parijs
Het bureau Greisch werd gecontacteerd om het project op punt te stellen en een exactheid studie uit te voeren van de glazen: het concept van de gecombineerde assemblages hout-staal, dat zeer complex was, het verifiëren van het raamwerk in metaal en hout en de glazen, de statische en dynamische studies in verband met de effecten van de wind, de structurele analyse van de resistentie van het vuur, studies in verband met het proces van de montage en de verschillende fasen van de bouw. De moeilijkheid van de taak ligt onder andere in de buitengewone geometrie van de glazen die vanaf het ontstaan het gebruik van complexe computerprogramma’s vergde. Het vraagt ook een diepgaande kennis van het gedrag van de vier materialen: inox, glas, hout en staal die samengaan, ondanks hun grote mechanische en thermische verschillen.