Cartoonmuseum Brussel in de startblokken
In Brussel werd een samenwerkingsovereenkomst ondertekend voor de bouw en de exploitatie van het toekomstige cartoonmuseum, vlakbij het koninklijk paleis en het Warandepark. Minister-president Rudi Vervoort van het Brusselse Gewest, architect Pierre Hebbelinck en tekenaar Philippe Geluck presenteerden het architecturale ontwerp van het gebouw dat de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) zal realiseren om het cartoonmuseum in onder te brengen. Dat moet openen in 2023.
Het nieuwe museum wordt gerealiseerd op de site van het Bip - Huis van het Gewest in de Koningsstraat. Het wordt een hedendaags en moduleerbaar gebouw, met respect voor het omliggende erfgoed. Het ontwerp van architect Pierre Hebbelinck is nauw afgestemd met Monumenten en Landschappen, de vzw Kunstberg en de aanpalende instellingen.
Het cartoonmuseum zal ongeveer 4.000 m² bruto-oppervlakte beslaan, verdeeld over zeven verdiepingen, waarvan vier bovengronds. Na de bouw zal de nieuwe culturele instelling toegankelijk zijn via de met twee leeuwen geflankeerde poort aan de Koningsstraat 6, de ingang van de Cour des Lions van het Bip.
De MSI hoopt de aanvraag voor de stedenbouwkundige vergunning volgend jaar in te dienen, het bouwproject te starten in 2020 en te voltooien in 2022, waarna het team van Philippe Geluck de binneninrichting op zich zal nemen. Volgens de planning zou de opening dan kunnen plaatsvinden in 2023.
Voor cartoonist Philippe Geluck, het creatieve brein achter het figuurtje De Kat/Le Chat, is het museum de vervulling van een droom van een jongen uit Brussel. Hij wijst erop dat Brussel met dit museum na Londen en Bazel de derde cartoonstad van Europa zal worden, en zelfs de grootste als je kijkt naar de omvang van het project. Volgens de tekenaar wordt het cartoonmuseum een unieke plek ter ere van de meesters van de stripkunst en het populairste dier ter wereld.
Het museum zal bestaan uit drie grote delen. In de eerste plaats geeft het via continu vernieuwde werken een overzicht van vier decennia uit het leven van De Kat in allerlei vormen: tekeningen, schetsen, platen, posters, sculpturen en voorwerpen; maar ook pictorale getuigenissen van de bewondering van de kunstenaar voor beroemde collega’s, zoals Rubens, Picasso, César en Soulages. Daarnaast toont het museum via groots opgezette solotentoonstellingen van zes maanden werken van belangrijke internationale en nationale cartoonisten en jonge talenten Tevens zal het museum tijdelijke ruimtes openen voor scholieren.
Architect Pierre Hebbelinck, die door de MSI werd geselecteerd via een openbare aanbesteding, tekende een hedendaags ontwerp dat ingeklemd zal liggen tussen het Bip en het Bozar. Gezien de ingesloten ligging tussen beschermde gebouwen, op een historische en archeologisch interessante plek, heeft de MSI veel overlegd met de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen en met de vzw Kunstberg.
Het toekomstige museum ligt tevens op een soort kruispunt tussen een aantal publieke en/of culturele instellingen. De MSI heeft hen vanaf het begin gecontacteerd om ervoor te zorgen dat de ingrepen in de ruimte optimaal zijn en ook ten goede komen aan die instellingen. Zo creëert het ontwerp een nieuwe verbinding tussen de ondergrondse archeologische resten en de rest van het museumparcours op de begane grond. Die verbinding zal onder meer de toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers verbeteren. In de ondergrondse verdiepingen van het nieuwe museum kan Bozar zijn opslagruimte uitbreiden met een directe toegang tot deze niveaus via de Henry Le Boeufzaal.
De MSI zal 9,38 miljoen € investeren in de casco-oplevering van het moduleerbare gebouw, terwijl Philippe Geluck de volledige binneninrichting zal financieren voor een bedrag van 4,5 miljoen € met de steun van zijn mecenassen en privésponsors. De tekenaar zal tevens een aantal van zijn persoonlijke werken schenken aan het Brusselse Gewest. Bozar financieert 2,3 miljoen € voor de creatie van de ondergrondse ruimtes.
“De complexiteit van dit project is een uitdaging, niet in het minst door de buitengewone concentratie van verschillende historische lagen. Een nieuw gebouw kunnen ontwerpen op deze plaats is een kans die zich slechts uiterst zelden voordoet. Die kans wordt geboden door dit niervormige perceel, dat als niet-beschermd gebouw geïsoleerd ligt tussen allemaal beschermde gebouwen. We zagen al snel de mogelijkheid om de interne afstemming van het ontwerp op te lossen en tegelijk de stedenbouwkundige kwaliteit en het potentieel van de aanpalende instellingen te vergroten. Dat alles gaf ons veel zin om onze capaciteiten in te zetten ten dienste van dit project”, besluit architect Pierre Hebbelinck.