De stad door de ogen van een kind
In de tentoonstelling ‘De jonge stad’, die van 7 februari tot 31 maart te bezoeken is in deSingel Antwerpen, bestudeert Dingeman Deijs Architects uit Amsterdam omgevingsfactoren die van invloed zijn op het beweeggedrag van kinderen en bekijkt het relevante voorbeelden van ruimtelijke en organisatorische maatregelen in binnen- en buitenland. Hun bevindingen brengen ze samen in een toolbox met ruimtelijke ingrepen die moet zorgen voor meer spel en beweging in de stad. In de Antwerpse wijk Haringrode experimenteert Dingeman Deijs met speelinstallaties.
Dingeman Deijs Architects stelt vast dat de huidige infrastructuur van de Vlaamse steden inzake ruimtegebruik vaak niet beantwoordt aan de noden van jonge gezinnen. Straten en buurten zijn doorheen de tweede helft van de twintigste eeuw vooral het domein van de auto geworden. Hierdoor hebben ze hun belangrijke functie als sociaal weefsel, ontmoetingsplek en speelruimte geleidelijk verloren. Bij de ontwikkeling van het straatprofiel is de ruimte voor de auto extreem toegenomen en de stoepruimte afgenomen.
De stad van vandaag heeft veel weg van een ravijn. We hebben onze straten zo georganiseerd dat de auto domineert en de voetgangers tegen de bergwand worden aangedrukt. Het Amsterdamse architectenkantoor vraagt zich af waarom er in de stad zo’n extreme ongelijkheid is inzake ruimtegebruik en of de ruimte teruggegeven kan worden aan de voetganger. Met andere woorden: kan het weer de plek worden waar sociale interactie plaats kan vinden?
Het ontwerpend onderzoek van Dingeman Deijs Architects focust op kinderen vanaf acht jaar. Zij zijn fysiek en psychisch klaar om zelfstandig door een wijk te wandelen en te fietsen, maar in werkelijkheid gebeurt dit zelden vanwege de gebrekkige verkeersveiligheid. Kinderen moeten dagelijks minstens zestig minuten bewegen, lopen, springen of klimmen om gezond te zijn. Toch haalt respectievelijk slechts 14% en 21% van de elfjarige meisjes en jongens in Vlaanderen deze levensbelangrijke norm.
Naast het tekort aan bewegen is er een bijkomend en vaak onderschat probleem: kinderen zitten te veel. Kinderen in Vlaanderen zitten maar liefst zes tot negen en een half uur per dag, waarvan 40% op school. Ook buiten de schooltijd brengen ze dus een groot deel van de dag zittend door: aan tafel tijdens de maaltijden, voor de televisie of de computer of achter een desk om hun huiswerk te maken. Uit wetenschappelijk onderzoek naar overgewicht in zeven Europese landen blijkt dat 20% van de kinderen in België aan overgewicht lijdt.
De Antwerpse wijk Haringrode is een stedelijke omgeving die vooral bestaat uit dichte bebouwing met binnengebieden. De wijk is gemengd (58% allochtoon en 42% autochtoon) en wordt omsloten door drukke autowegen die de wijk afsluiten van haar omgeving. De wijk wordt gedomineerd door straten die volledig zijn ingericht voor de auto en er is weinig open ruimte. Verharding is alomtegenwoordig en de kwaliteit van de openbare ruimte is matig. Haringrode telt elf basisscholen en er wonen ongeveer 700 kinderen jonger dan elf jaar in de wijk.
De enige groene plek is Het Groen Kwartier, gelegen in het hart van de wijk, een autovrij woongebied op het terrein van een voormalig militair hospitaal. Hier is het enige speelterrein van de buurt gesitueerd. In de rest van de wijk zijn geen speelplekken en er is een duidelijk tekort aan groene en open ruimtes, speel- en sportterreinen en stille plekken. Haringrode is geen kindvriendelijke wijk, de voetganger en fietser zijn te gast in de openbare ruimte. De auto is er koning. De grote en talrijke binnengebieden in de wijk doen dienst als parkeerterreinen en de aanwezige speelplaatsen zijn niet toegankelijk buiten de schooltijden.
Dingeman Deijs Architects stelt voor om veilige fiets- en wandelpaden te creëren zodat kinderen zich zelfstandig kunnen verplaatsen. Daarnaast zien de architecten kansen in het creëren van speelaanleidingen in de openbare ruimte zodat kinderen meer bewegingsruimte krijgen. De ontwerpen bekijken de stad door de ogen van een kind. Aan de hand van ruimtelijke ontwerpingrepen (stedelijke acupunctuur) voor meer spel en beweging kan de stad zodanig ingericht worden dat ze meer is gericht op het spelende kind. De bestaande speelplaatsen zijn na schooltijden gesloten en niet openbaar toegankelijk. Door ze te verbinden met de openbare ruimte en toegankelijk te maken kunnen het plekken worden die na schooltijd en in het weekend gebruikt worden als speelplekken door de kinderen uit de wijk.
Vele binnengebieden in de wijk Haringrode worden gebruikt als parkeerplaats, voornamelijk door bedrijven. De hoven zijn afgesloten van de openbare ruimte. Door middel van dubbel gebruik en het openbaar maken zouden de hoven naast parkeerplekken ook speel- en sportmogelijkheden kunnen bieden. Tevens is het mogelijk om in het weekend de parkeerplaatsen open te stellen voor buurtparkeren. Zo kunnen de straten in Haringrode vrij gemaakt worden en biedt dit ruimte voor verschillende doelgroepen.
Enkele straten in de wijk kunnen gedowngraded worden voor verkeer waardoor er meer ruimte ontstaat voor voetgangers en fietsers. Hierdoor kunnen kinderen zich meer zelfstandig verplaatsen door de wijk. Daarnaast kunnen de straten een groen karakter krijgen. In het weekend en tijdens vakantieperiodes kunnen de straten tijdelijk ingericht worden als speelstraat.
Tussen wegen, op kruisingen en langs het spoor bevindt zich veel restruimte, die niet of nauwelijks gebruikt wordt. Door deze plekken te activeren kunnen er verschillende speelaanleidingen ontstaan in de wijk. Op weg naar school of in de buurt van woningen kunnen deze plekken een nieuwe betekenis krijgen in het publieke domein. Door eenvoudige toevoegingen aan bestaande elementen (zoals verlichting, trappen, vuilnisbakjes en bushokjes) ontstaan verschillende speelaanleidingen in de openbare ruimte; plekken om te schommelen, te springen, te hangen, te rennen en te sporten, speciaal ontwikkeld op maat van kinderen. Haringrode kan zo evolueren naar een wijk op maat van de mens, waar kinderen zich welkom voelen in de publieke ruimte.
Ook in 2018 geven het Vlaams Architectuurinstituut en deSingel het podium aan vernieuwende architectuurprojecten met een maatschappelijke meerwaarde. De tentoonstelling ‘De jonge stad’ maakt deel uit van de tentoonstellingsreeks BWMSTR Label waarin werk wordt getoond van jonge onderzoeksteams die in 2016 van de Vlaamse Bouwmeester het Bouwmeesterlabel (BWMSTR Label) ontvingen.