Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Bouwprojecten

Deinze zet zich op de kaart met zijn Leietheater

Het Leietheater is na twee jaar bouwen de kroon op de stadsvernieuwingsoperatie van de stad Deinze. Inzake vorm, bouwprogramma en functionaliteit getuigt het nieuwe theater van een ambitie die je zelden ziet in een stad van die grootte. Het budget van 9 miljoen € zorgt voor een cultuurcentrum waarmee het bestuur terecht mag uitpakken.

Deinze zet 1

De stad werkt al langer aan vernieuwing. Die beweging kwam op kruissnelheid met de heraanleg van de Markt (Marie-Josée Van Hee en Robbrecht en Daem) en stoomde door met de kunstacademie (Lens Ass en Wit Architecten) en het nieuwe stadhuis Leiespiegel (Tony Fretton). Binnenkort volgt nog de nieuwe inkleding van de Leieboorden op de vroegere site Dossche Mills, maar intussen is er het pas geopende Leietheater dat met de meeste aandacht gaat lopen. Private projectontwikkelaars hebben aansluitend al heel wat oude sites in de stad herbestemd tot nieuwe woonblokken (aan het station, de Torck-site, ..) en twee nieuwe winkelcentra. Zo hijst Deinze zich op hetzelfde niveau als andere zich snel herontwikkelende steden als Kortrijk en Leuven.



De vernieuwing van de stadskern startte zowat tien jaar geleden onder impuls van burgemeester Jan Vermeulen. Het zo goed als autovrij maken van de Markt en de ruimte tot aan de ophaalbrug fungeerde daarbij als speerpunt. Kunstenaar Benoît van Innis legde toen vier pleinen aan met kleurrijke mozaïek. De aankleding van de Markt werd doorgetrokken in de omgeving van het nieuwe stadhuis en nu ook in de omgeving van het Leietheater, dat vanop de straat op een licht verhoogd plateau staat. 

De architecten voor het Leietheater werden net als bij de kunstacademie en het stadhuis gekozen via een open oproep van de Vlaamse Bouwmeester. Er waren liefst 127 inzendingen, waarbij heel wat uit het buitenland. Het was de ploeg van de jonge bureaus Trans en V+ die het haalde. Samen ontwierpen die ook al de Brusselse woontoren Dockside. Ney & Partners fungeerde als studiebureau.

De ontwerpers beantwoordden de ambitie van de bouwheer met nog meer lef. Ze stelden de geplande locatie in vraag, net als het bouwprogramma. De ondergrondse parkeergarage werd geschrapt, waardoor meer speelruimte kwam voor andere delen van het programma. Parkeren kan overigens makkelijk in de buurt, bv. op de parking aan de aangrenzende Brielpoort.



Het nieuwe theatergebouw heeft een sokkel in glas en aluminium, waarmee de ontwerpers volgens algemeen directeur Benoît Vanraes verwijzen naar het Louvre Lens-museum. “Er zitten nog meer verwijzingen in het gebouw. Het atrium met de monumentale trap en loopbrug is een ode aan het brutalisme van Juliaan Lampens uit buurgemeente Nazareth, met de voor hem typische houten bekisting die zichtbaar blijft in het beton. Voor de kleurkeuze voor de trappen werd teruggegrepen naar een sculptuur in RAL-kleuren van Donald Judd. Het omgevingslicht op het schilderij De Picnic van Deinzenaar Emile Claus, van wie het topstuk De Bietenoogst in het naburige Mudel hangt, diende als inspiratie voor de heel natuurlijke lichtinval, met o.m. de koepels, in de nieuwbouw”, weet de directeur van het Leietheater.



De bakstenen boven de sokkel in glas en aluminium vormen de echte eyecatcher van het gebouw. De eerste geveltrap wisselt per laag telkens schuin uitstekende geglazuurde stenen met exemplaren die wel mooi achter de metselkoord bleven. “De dilatatievoegen zouden je kunnen misleiden, maar hier werd niets geprefabriceerd. Elk van die stenen is ter plaatse en manueel gelegd”, vertelt Benoît Vanraes. Daarboven, voor de bouwschil van vooral de trekkentoren, wordt gespeeld met matte en geglazuurde stenen en stenen die uit het verband springen. Wienerberger leverde hiervoor 183.000 bakstenen: Terca Glazuurstenen Wit WF en Terca Wit Glad Onbezand WF. Die zitten niet in het reguliere Belgische gamma van de producent. Ze worden in Nederland geproduceerd en hebben een lage porositeit van 6% door gebruik van de hoogwaardige witte Westerwald-klei. Het uitzonderlijke gevelmetselwerk werd uitgevoerd door Top Construct uit Laken voor het gevelmetselwerk en Bart’s Voegwerken uit Maldegem. Strabag fungeerde, net als voor Leiespiegel, als hoofdaannemer voor het Leietheater.

Het visitekaartje van het theater is de ‘grote’ zaal met 450 zitjes en veel hout. Opvallend is dat er geen middengang is in de licht gekromde zittribune. De stoelen werden geleverd en geplaatst door Jezet Seating. “Er werd niet bespaard op de trekkentoren of toneelhijsinstallatie zoals ze dat noemen bij leverancier Dutch Theatre Systems & Services (DTS2). Het is het modernste trekkensysteem van het land en de toren is binnenin 21 m hoog. Nieuw is dat de elektriciteitsaansluitingen voor de trekkentoren niet op het gelijkvloers zitten, maar op de hoogte van de belichting. Dat levert een aantal praktische voordelen op”, zegt Vanraes. Het speelvlak op het podium met verende houten vloer is heel ruim bemeten, 18 m breed, 11 m diep en 8 m hoog, en heel vlot toegankelijk, op amper enkele meters van de loskade. Ook naar de akoestiek ging veel aandacht. O.m. in het atrium kreeg het plafond een akoestische spuitpleister, ongeveer zoals die ook al toegepast werd in de Leiespiegel.

“De mensen die het licht en andere technieken bedienen moeten dat in vele theaters en cultuurcentra doen vanuit moeilijk bereikbare en krappe posities, maar hier in Deinze is hun ruim bemeten werkpost vlot toegankelijk. Dat is niet toevallig. Er ging veel aandacht naar het ‘personeel’, van artiesten (individuele en gemeenschappelijke loges) tot technici en administratief personeel, vooral inzake ruimte en aankleding. Een beetje volgens de filosofie dat een acteur zich beter kan inleven als een toneeldecor ook aan de ‘achterkant’ afgewerkt is zoals aan de zichtzijde. Diezelfde aandacht en waardering geven de ontwerpers hier aan iedereen die achter de schermen werkt”, duidt Vanraes.

De muren rond het podium werden uitzonderlijk niet zwart geschilderd. “Vroeger was dat gebruikelijk, maar sommige moderne theatermakers werken graag zonder decor en dan verkiezen ze doorgaans het grijs van beton boven zwart”, stelt Vanraes.

Behalve de grote zaal en het atrium zijn er nog een kleine zaal met uitschuifbaar podium, polyvalente zalen, kantoren, vergaderzalen en een theatercafé. Bij een gelijktijdige programmatie in de grote en kleine zaal zorgt een dubbele wand ervoor dat het ene evenement het andere niet stoort. 

Het publiek in Deinze en omstreken is alvast klaar voor het Leietheater. Voor Het gezin van Paemel van Cyriel Buysse, dat een maand lang speelt, zijn al 10.000 tickets verkocht.

 

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten