Den Bell in Antwerpen krijgt groene daken en gevels
De stad Antwerpen is op zoek naar een ontwerpteam dat het administratief centrum ‘den Bell’ een groene invulling geeft. De stad wil hiermee een voorbeeldrol opnemen en in de binnenstad ruimte creëren voor groen en water. Kandidaturen kunnen worden ingediend tot donderdag 12 januari om 9 uur.
Daken kunnen in de stad een belangrijke rol spelen, daarom wil Antwerpen inspireren door zelf te experimenteren met de vergroening van de eigen daken. Groendaken bieden tal van voordelen. Ze verminderen wateroverlast bij hevige regenval, bieden verkoeling op warme zomerdagen en verhogen de stedelijke biodiversiteit.
Den Bell is het administratief centrum van de stad Antwerpen. Dit driehoekige gebouw met een publiek toegankelijk binnenplein is de thuishaven van meer dan 2.000 stadsmedewerkers. Den Bell is gesitueerd in de Brederodewijk, één van de meest water- en hittegevoelige buurten in de binnenstad.
Den Bell is het administratief centrum van de stad Antwerpen. Dit driehoekige gebouw met een publiek toegankelijk binnenplein is de thuishaven van meer dan 2.000 stadsmedewerkers. Den Bell is gesitueerd in de Brederodewijk, één van de meest water- en hittegevoelige buurten in de binnenstad.
Via groenblauwe maatregelen wil de stad regenwater maximaal uit de riool halen en de wateroverlast in de wijk verminderen. Het binnenplein, dat tevens het dak van de ondergrondse parkeergarage is, biedt de stad het potentieel om te experimenteren met het vergroenen van publiek toegankelijke daken.
De stad Antwerpen is daarom op zoek naar een interdisciplinair ontwerp- en onderzoeksteam met ontwerpers, technische profielen en participatiespecialisten om samen een ontwerp op te maken en te realiseren. Het ontwerp moet volop inzetten op regenwaterbeheer en biodiversiteit alsook het verhogen van beleving van bezoekers en medewerkers van den Bell. Het team moet er mee voor zorgen dat den Bell de meest duurzame werkplek van Vlaanderen wordt.
De stad Antwerpen is daarom op zoek naar een interdisciplinair ontwerp- en onderzoeksteam met ontwerpers, technische profielen en participatiespecialisten om samen een ontwerp op te maken en te realiseren. Het ontwerp moet volop inzetten op regenwaterbeheer en biodiversiteit alsook het verhogen van beleving van bezoekers en medewerkers van den Bell. Het team moet er mee voor zorgen dat den Bell de meest duurzame werkplek van Vlaanderen wordt.
Den Bell is een zeer opvallend en bekend kantoorgebouw op het Zuid. Sinds 2009 is dit het centrale administratieve gebouw van de Stad Antwerpen. Het grote complex, dat het bouwblok tussen de Sint-Laureis-, de Diercxsens- en de Boudewijnsstraat inneemt, werd opgericht als fabrieks- en kantoorcomplex van de Bell Telephone Manufacturing Company. Het gebouw is door de doordachte ligging op het zuidelijke einde van de as van Bresstraat-De Vrièrestraat-Geuzenstraat van ver te zien.
Het modernistische torengebouw is het meest opvallende en ook het laatst toegevoegde deel van het complex. De opvallende 58 m hoge toren, uitkijkend over de Bresstraat, werd opgetrokken in 1953. Het is een belangrijke realisatie van architect Hugo Van Kuyck. Die realiseerde in de Sint-Laureisstraat ook het tegen de toren aangebouwde kantoorgebouw, aansluitend bij de stijl en de bouwhoogte van de bestaande gebouwen.
De toren van veertien bouwlagen wordt geflankeerd door twee symmetrische vleugels van zes bouwlagen. Het is een constructie in gewapend beton met gevels die bekleed zijn met witte hardsteen. De eerste bouwlaag is uitgewerkt als sokkel, met blauwe hardsteen als parement. De gevels zijn sober, maar met zorg uitgewerkt, met een geribbeld parement tussen de muuropeningen van de verschillende verdiepingen, wat voor een verticaliserende effect zorgt.
In 2006 werden de gebouwen verlaten door Alcatel. De stad kocht het complex en liet het renoveren als centraal administratief centrum van de stad Antwerpen. De architecten van deze renovatie en herbestemming waren Styfhals & Partners en Driesen-Meersman-Thomaes, Arcade en Arcadis-Gedas stonden in voor het ingenieurswerk, de aannemers waren Vooruitzicht en Van Roey.