Eerste fase van The Village in Leuven voltooid

Jaspers-Eyers Architects uit Leuven is verantwoordelijk voor het ontwerp. Aannemer Houben nv uit Hasselt haalde erg vlot de opleveringstermijn. Projectontwikkelaar ION vierde de officiële opening met een toespraak van schepen Devlies, de onthulling van een gedenkplaat en een feestelijke receptie. Met het project 'Filmtheaters' in de vlakbij gelegen Brabançonnestraat toonde ION al eerder zijn voorkeur voor hypermoderne en zeer comfortabele studentenhuisvesting. Het vaste meubilair werd geplaatst door Planofurn uit Waregem, het losse meubilair kwam van Eurochair Projects uit Ardooie.

De realisatie van dit project past volgens Kristof Vanfleteren van ION volledig in de metamorfose en herwaardering die dit deel van de Leuvense binnenstad de jongste jaren ondergaat. Vlakbij werd de voormalige sigarenfabriek Vander­elst omgebouwd tot een wooncomplex; op wandelafstand wordt momenteel het enorme Vesaliusproject gerealiseerd, bestaande uit een mix van woningen, studentenkamers, een auditorium, filmzalen, kantoren, een ondergrondse auto- en fietsenparking, winkels, horeca en andere diensten. Op de terreinen van de vroegere Studio 1 en 't Studioke aan de Brabançonnestraat werd vorig jaar de studentenresidentie Filmtheaters geopend, goed voor 109 kamers.

The Village kleurt behoorlijk groen. Het hart van het ruim 7.800 m² grote terrein wordt gevormd door een grote groene binnentuin die fungeert als centrale ontmoetingsplaats. Een deel van de tuin zal overdag toegankelijk zijn voor buurtbewoners en wordt ontsloten via de Burgemeestersstraat, de Mathildegang en op termijn ook via de Blijde Inkomststraat waar op de locatie van het oude Davidsfondskantoor momenteel de volgende fase van het project wordt afgewerkt. Deze groene zone zal na de realisatie van de tweede fase worden ingericht met sport- en ontspanningsmogelijkheden en een serie zit- en ligbanken. Door de tuin worden verschillende wandelpaden getrokken die de verschillende straten met elkaar verbinden.

Het volledige project omvat zeven gebouwen, waarvan vijf blokken dienen voor studentenhuisvesting. Het residentiële luik werd gecombineerd met kantoorruimte voor uitgeverij Davidsfonds. De nieuwe hoofdzetel geeft uit op het Quinten Metsysplein. Voor de realisatie van het bouwproject moesten twaalf gebouwen worden gesloopt, waaronder ook de voormalige bioscoopzalen Studio 2, 3 en 4.

ION koos met Jaspers-Eyers bewust voor een lokale architectenpartner met voldoende expertise om het karakter van de binnenstad te combineren met het comfort van nieuwbouw. Functionaliteit, comfort en allure werden samengebracht in een duurzaam ontwerp, dat volledig conform de voorschriften van de KU Leuven gerealiseerd werd. Jaspers-Eyers koos voor krachtige en functionele architectuur. De ondergrondse zone voorziet twee parkeergarages, goed voor 74 autostaanplaatsen en 298 veilige fietsenstallingen die de omliggende straten moeten vrijwaren van rondslingerende fietsen.

Iedere leefunit in het studentencomplex bestaat uit maximum 15 kamers en beschikt over een volledig uitgeruste keuken met een flatscreentelevisie. In iedere leefunit bevindt zich tevens een ontspanningsruimte met allerlei faciliteiten. De realisatie van het hele project gebeurde met duurzame materialen en er werd onberispelijk gewerkt. Aan de muren refereren grote foto's met scènes uit topfilms aan het bioscoopverleden van de site.

Aan de gemeenschappelijke ruimtes op het gelijkvloers werden terrassen gecreëerd om maximaal van de tuin te kunnen genieten. Daarmee wordt dit project een verademing voor het hele stadscentrum. Nadat de volgende fase voltooid is, wil het stadsbestuur ook de Burgemeesterstraat heraanleggen.

Burgemeester Louis Tobback vertelde tijdens de officiële opening dat Leuven resoluut heeft gekozen voor de creatie van woongelegenheid gecombineerd met de herwaardering van voormalige, vaak verloederde bedrijfssites en stadskankers, in plaats van nieuwe projecten te lanceren op de schaarse open ruimtes. Dat heeft gevolgen voor projectontwikkelaars, want niets is makkelijker dan gebouwen neerzetten op een nieuw open terrein. Het stadsbestuur stelt echter vast dat investeerders geen problemen hebben om projecten te realiseren op plaatsen die veel meer werk en tijd kosten.

Tobback signaleert dat met de komst van verscheidene nieuwe studentenresidenties ook het einde nadert van huisjesmelkers die onrealistisch hoge prijzen vragen voor studentenkamers die amper die naam waard zijn. De kwaliteitshuisvesting komt nu bovendrijven en dat is geen goed nieuws voor sommige traditionele kotbazen die het inzake verhuur vaak niet zo nauw nemen met de verhouding prijs/kwaliteit. De burgemeester rekent er ook op dat de moderne studentencomplexen de illegale opdeling van grote panden stoppen, huizen die eigenlijk bestemd zijn voor de huisvesting van gezinnen.