Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Bouwprojecten

Eerste Industriana-labels uitgereikt aan 22 Belgische erfgoedprojecten

In het kader van het Europese project Genius Loci heeft Mark Andries, kabinetschef van Vlaams minister-president Geert Bourgeois, bevoegd voor onroerend erfgoed, in Leuven de eerste Industriana-labels uitgereikt. Genius Loci wil het industrieel en technisch erfgoed van kleine en middelgrote ondernemingen behouden, ontsluiten en promoten en de nieuwe erfgoedlabels vormen hierbij een eerste stap.

Industriana 1 hoofdfoto

Bij Genius Loci zijn partners betrokken uit Italië, Hongarije, Malta en Spanje. E-FAITH, de Europese Federatie van Verenigingen voor Industrieel en Technisch Erfgoed, voegt er zijn netwerk en expertise aan toe. Het project wordt gecoördineerd door Apiform srl, het opleidingsbureau van de vereniging van kleine en middelgrote ondernemingen van Umbrië in Italië.

Het feit dat men mikt op het erfgoed van kmo’s betekent voor de sector ‘industrieel erfgoed’, die nog al te vaak met de grote nijverheden wordt vereenzelvigd, een belangrijke nieuwe invalshoek. Het zijn immers niet alleen de steenkoolmijnen, de hoogovens of de grote textielfabrieken die de maatschappij, het leven en de werkomstandigheden van de mensen grondig veranderden. Vaak was een lokaal bedrijfje, waar slechts enkele mensen werkten, even belangrijk of werd het karakter van een regio geschapen door een veelheid van kleine bedrijfjes uit eenzelfde sector, zoals de vlasvezelbereiding in de Leievallei maar ook op verschillende andere plaatsen in Europa, waaronder in Portugal, de Baltische landen, Bretagne en Normandië.

De belangrijkste doelstellingen van het project zijn het identificeren en oplijsten van sites met een groot toeristisch en ander belang en hieraan een Europese erkenning geven: het Industriana-label. Op basis hiervan moeten in de toekomst thematische Industriana-netwerken ontstaan waarin kmo’s, musea en andere initiatieven inzake Europees industrieel en technisch erfgoed kunnen participeren. Voorts wil men originele toeristische routes uitstippelen die verband houden met het Europese industriële erfgoed en waarvoor de Industriana-sites een basis moeten leveren. Er wordt ook een multimediaplatform opgericht ter bevordering van het toerisme.

Drie sectoren

Omdat het thema zeer breed is, selecteerde het internationale consortium voor de start van het project een drietal sectoren, waaronder de verwerking van klei tot bakstenen, tegels en dakpannen, maar ook tot drainagebuizen, majolica, enz.; de traditionele textielambachten (zoals het handweven) en de productie van Europese textielvezels (w.o. vlas, hennep, ...); en ten slotte de traditionele gefermenteerde dranken (bier, wijn, cider,...) en het distilleren. Voor Vlaanderen, traditioneel een regio met vele dynamische kleinere bedrijven, liggen deze thema’s bijzonder goed.

Om een inzicht te krijgen in het bestaande aanbod wordt intussen een database opgesteld van dit soort erfgoed in de verschillende Europese landen, waaronder ook historische sites, musea en collecties, traditionele ateliers en bedrijfjes die met oude technieken werken.

Ook het immateriële erfgoed dat hiermee verband houdt, wordt opgelijst, zoals de personen en de verenigingen die instaan voor opleidingen en het doorgeven van traditionele kennis en ervaringen, die bepaalde tradities in leven houden en die deze doorgeven aan de volgende generaties.

In deze fase werd ook een Europees herkenningsteken voor industrieel-erfgoedsites ontworpen, dat de naam ‘Industriana’ kreeg. Het gaat om een fysiek label dat aan de gevel van een erfgoedsite kan worden bevestigd. Voorbijgangers en belangstellenden kunnen dankzij de QR-code op het label via hun smartphone of tablet ter plaatse informatie opvragen over de sites en hun geschiedenis. De testfase loopt nu in vijf regio’s (Umbria in Italië, Teruel in de regio Aragón in Spanje, Malta, Centraal Transdanubië in Hongarije en Vlaanderen) en zal na de zomer ook naar andere landen uitgebreid worden. Vanaf eind september kan het systeem vermoedelijk ook worden uitgerold voor alle onderwerpen van industrieel en technisch erfgoed.

De ontwikkeling van de soft- en hardware voor dit label werd door de Europese Commissie gefinancierd, evenals de aanmaak van de eerste labels die worden uitgereikt aan de geselecteerde projecten in de Europese landen. Vlaanderen kreeg de absolute primeur, toen recent in congrescentrum De Hoorn in Leuven de eerste Industriana-labels werden toegekend aan 22 geselecteerde erfgoedprojecten.

Vanuit België werden een dertigtal kandidaturen ingediend. Daarvan werden er 22 geselecteerd: zeventien in Vlaanderen, één in Brussel, twee in Wallonië en twee grensoverschrijdende (één met Luxemburg en één met Noord-Frankrijk). Er gaan vier labels naar de provincie Antwerpen, drie naar Limburg, één naar Oost-Vlaanderen, vier naar Vlaams-Brabant en vijf naar West-Vlaanderen. Enkele dossiers zijn nog in onderzoek omdat ze op één of ander punt onvolledig waren. De komende maanden kunnen mogelijk nog een aantal labels toegevoegd worden.

Kleiverwerking: Ecomuseum en Archief van de Boomse Baksteen (EMABB) (Boom), Steenbakkerijmuseum ‘t Geleeg (Boom) en Museum Tempelhof (Beerse).

Textiel en textiele vezels: Musée de Folklore ‘Vie Transfrontalière’ (Moeskroen), Musée de la Rubannerie Cominoise (Komen), MUST textile museum (Ronse) en Preetjes Molen (Kortrijk-Heule).

Alcoholische dranken: Musée brassicole des deux Luxembourg (Luxemburg), Distillerie de Wambrechies - Distillerie Claeyssens (Wambrechies), Brussels Museum van de Geuze (Anderlecht), Brouwerij Het Anker (Mechelen),  Bocholter Brouwerij Museum (Bocholt), Het Jenevermuseum (Hasselt), Alcoholstokerij & Brouwerij Wilderen (Sint-Truiden), Brouwerij Boon (Lembeek), De Hoorn (Leuven), Brouwerij Lindemans (Vlezenbeek), Brouwerij Oud Beersel (Beersel), Brouwerij Verhaeghe (Anzegem - Vichte), Mout- en Brouwhuis De Snoek (Alveringem Fortem), Brouwerij Feys-Callewaert, (Alveringem  - Beveren aan de IJzer en Brouwerij Rodenbach (Roeselare).

Het project en de financiering zullen eind september aflopen. Half september wordt in Brussel een slotcongres georganiseerd. In de vijf testregio’s worden alle bemerkingen van de siteverantwoordelijken, de gebruikers en de bezoekers verzameld en verwerkt. In Vlaanderen zal deze coördinatie gebeuren door de Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie (VVIA) die volgend jaar haar veertigste verjaardag viert. Vanaf begin oktober wordt het systeem uitgebreid tot andere sectoren.

Erfgoedjaar

Het is tevens de bedoeling om per thema de verschillende sites met mekaar in contact te brengen, en via netwerking samenwerking en informatie-uitwisseling tot stand te brengen. Er wordt nu gezocht naar partners om voor elk van deze thema’s een bijeenkomst te beleggen in 2018 in het kader van het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed. In een tweede fase worden regionale en/of thematische ontsluitingsprogramma’s ontwikkeld die via Genius Loci in alle Europese landen bekendgemaakt en gepromoot zullen worden.

De VVIA diende al een reeks voorstellen in. Zo kan worden gewerkt rond steen- en pannenbakkerijen, gecentreerd op de Rupelstreek maar ook met verwijzingen naar sites daarbuiten zoals restanten van vroegere steen- en pannenbakkerijen, herbestemde gebouwen en kleigroeven die nu natuurgebieden zijn. Er wordt nagegaan wat Vlaanderen te bieden heeft dat verbonden is met de uitbating van de rijke kleilagen, welke andere industriële sites op deze route kunnen worden vermeld, wat een bezoeker er kan beleven, enz.

 

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten