Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Bouwprojecten

Etnografisch Museum voor Genève

Graber Pulver Architekten AG uit Zürich ontwierp het nieuwe Musée d’ethnographie in Genève (MEG). Marco Graber en Thomas Pulver kozen om functionele redenen en als reactie op de stedelijke context voor een ontwikkeling die zich grotendeels ondergronds afspeelt. Het gedeelte dat wel boven de grond uitsteekt, zorgt voor een iconisch effect in het stadslandschap.

Nieuw ethnografisch museum Genève hoofdfoto

De vorm van het nieuwe gebouw is bedoeld om associaties met gebouwen en voorwerpen uit vreemde culturen op te roepen. De vorm doet denken aan pagodestructuren uit de Zuid-Aziatische regio. De karakteristieke geometrische doorsnede geeft het Etnografisch Museum een sterke identiteit in het stedelijke landschap van Genève.

Het interieur van het gebouw biedt bezoekers eveneens een verscheidenheid aan associaties met buitenlands aandoende vormen. De driehoekige doorsnede van de bibliotheek herinnert aan het volume in een tent en creëert een bijna sacrale sfeer, terwijl de relatie tussen de wandmassa en de diep ingesneden raamopeningen een oriëntaalse architectuurstijl suggereert.

De ontwerpwedstrijd voor de uitbreiding van het Etnografisch Museum in het Quartier des Bains in Genève werd in 2008 uitgeschreven. Het grootste probleem was hoe de aanzienlijke uitbreiding kon worden ingepast in de gevoelige stedelijke omgeving. De architecten losten dat op door de drie grote tentoonstellingszalen ondergronds te brengen.

Hierdoor kon de bovengrondse aanwezigheid van het nieuwe complex netjes en zonder te storen worden ingepast in de openbare ruimte en aansluiten bij het oude museumgebouw. Het bovengrondse volume vormt een ensemble rond een boulevard, die zich boven de ondergrondse ruimtes van het museum bevindt, op een niveau dat iets hoger ligt dan dit van de aangrenzende straat.

De ondergrondse ruimte is zodanig gebouwd dat het museum een enorme vrijheid geniet voor de inrichting van tentoonstellingen. De plafondplaat van de laagste kelder steunt niet op kolommen, maar is opgehangen aan de muurstructuur. De drie tentoonstellingsruimtes kunnen daardoor desgewenst worden gecombineerd tot één grote zaal, die niet wordt onderbroken door kolommen.

De gevel en de dakoppervlakken bestaan uit geanodiseerde aluminium panelen, die in een ruitpatroon op de bouwschil werden geplaatst en dit in verschillende formaten. De fijn geslepen oppervlakken van deze elementen zijn zodanig op de licht overhangende gevel geconstrueerd dat ze, gecombineerd met het naar binnen hellende platte dak, een grote diamant vormen.

Om die indruk nog te versterken, werden de schuine metalen panelen op de nok in verschillende vormen met een licht gekartelde omtrek gesneden.
Vanaf hier evolueert het dak naar een toelopende luifel die tevens de indrukwekkende ingang van het museum vormt.

 

 

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten