Kanal: van iconische garage tot cultuurpool
De stedelijke bouwvergunning van Kanal - Centre Pompidou werd eind februari ingediend. Daarmee heeft het dossier van deze toekomstige culturele pool in Brussel een belangrijke horde genomen. Behalve een museum voor moderne en hedendaagse kunst in partnership met het Centre Pompidou zijn ook een architectuurmuseum met het CIVA en diverse andere ruimtes voorzien in deze kanaalwijk in volle ontwikkeling.
Kanal - Centre Pompidou opende in mei 2018 reeds zijn deuren in de oude Citroëngarage, om te experimenteren met wat de Kanalpool in de toekomst zou kunnen zijn. Niet minder dan 300.000 bezoekers hebben reeds de gangen van deze 40.000 m² grote ruimte doorlopen. De architecten konden dus uittesten hoe het project in situ werkt en eventueel aanpassingen aanbrengen. De werken voor het verwijderen van asbest en het reinigen van de grond zijn aan de gang. De initiatiefnemers hopen de vergunning begin 2020 te verkrijgen, om in maart volgend jaar met de andere werken te kunnen starten. Die zullen wellicht 2,5 jaar duren, plus nog eens zes maanden voor de afwerking. De opening voor het grote publiek van het nieuwe Kanal - Centre Pompidou in de verbouwde garage is voorzien voor het einde van het eerste semester 2023.
De kruisvorm verbindt de verschillende gebruiksfuncties van het gebouw met elkaar en creëert een nieuwe, openbare binnenruimte.
Krachtlijnen
Het is het trio ‘Atelier Kanal’, bestaande uit de architectenbureaus noaArchitecten (België), Sergison Bates (Groot-Brittannië) en EM2N (Zwitserland), dat de opdracht binnenhaalde, nadat het in maart 2018 een internationale architectuurwedstrijd won. Niet minder dan 92 Belgische en internationale teams hadden een dossier ingezonden. Met daaronder namen als Kengo Kuma, BIG, David Chipperfield, Dominique Perrault, Foster + Partners, OMA, RCR, Shigeru Ban, Zaha Hadid architects ...
Dit zijn de krachtlijnen van het project: een grote publieke ruimte creëren die nieuwe museuminstallaties omarmt (het nieuwe museum en het CIVA – Internationaal Centrum voor de Stad, de Architectuur en het Landschap) met respect voor de geest van deze uitzonderlijke, industriële ruimte. Dit panoramische gebouw met zijn gordijngevels, reclamesymbool van Citroën, illustreert immers de functionalistische esthetiek van de industriële architectuur tijdens het interbellum.
Zoals An Fonteyne van noaArchitecten verklaart, bezat de garage geen duidelijke typologie en was het zaak hetzij een complex met verschillende structuren en cellen te creëren, hetzij een open, geïntegreerde typologie te bedenken die de uitwisseling bevordert. Het museum zal bijvoorbeeld een zaal van 1.500 m² uit één stuk omvatten. De tweede optie heeft het dus gehaald, hoewel een aantal traditionelere ruimten, in de vorm van drie verhogingen, voor het museum, het CIVA en de kantoren van de Stichting Kanal, voor meer rust zorgen. Vanuit dat oogpunt moest ook rekening gehouden worden met het dertigtal woningen naast het toekomstige museum, door het gebruik van trillingwerende technieken en het voorzien van een ‘black box’ voor de shows.
De “brute” industriële kant van de plek bleef bewaard.
Levensplek
De aanwezigheid van de architecten op deze plek sedert mei vorig jaar fungeerde als een soort van proefbank en zorgde voor een reële meerwaarde wat het beheer van bepaalde ruimten of stromen aangaat. Dit heeft het architecturale project en de ruimtelijke indeling van de plek gevoed, met name via grote binnenstraten met Noord/Zuid- en Oost/West-kruis die een nieuwe, openbare binnenruimte creëren, als een soort van ononderbroken wandeling in een 200 m lang middenschip.
“Deze fase heeft ons gewezen op de kracht van het gebouw en bevestigde de noodzaak om de garageruimte te behouden. De oude carwash werd daarentegen wel herzien ten opzichte van het oorspronkelijke project”, vertelt Stephen Bates van Sergison Bates Architects, één van de drie winnende bureaus. Aanvankelijk werd gedacht om ze in ateliers onder te verdelen, maar ze zal uiteindelijk omgevormd worden tot één grote creatieruimte. De iconische showroom van het IJzerplein blijft eveneens in haar originele staat bewaard voor de bezoekers. Ze wordt opnieuw de kathedraal van metaal, glas en licht met de 21 m hoge plafonds.
Het gebouw krijgt ook een digitale fries, een lichtband die zijn inhoud toont of toelaat boodschappen te verspreiden.
Veel meer dan een museum.
Weg met overdigitalisering
Daarnaast zal Kanal ook polyvalente ruimtes aanbieden waarin gelijktijdig optredens, tentoonstellingen, producties, shows, conferenties enz. kunnen plaatsvinden. Van de totale oppervlakte van 40.000 m² is amper 11.745 m² voorbehouden als expositieruimte voor het museum voor moderne en hedendaagse kunst, 7.300 m² voor het CIVA, 13.200 m² voor de openbare binnenruimte en 8.900 m² voor gedeelde functies. We vinden er een openbare bibliotheek, workshopruimtes, twee auditoria, polyvalente ruimtes, drie bars, een restaurant … Kanal positioneert zich op die manier als een levendige, moduleerbare en open levensplek.
Wat de milieucomponent aangaat, die hier beslist niet onbelangrijk is gezien de omvang en functie van het project, hebben de architecten beslist om slechts in ongeveer de helft van de ruimtes airconditioning te voorzien en overdreven digitalisering tegen te gaan door alle signalisatieschermen te bannen.
Een openbare parking is niet nodig gezien de onmiddellijke nabijheid van het openbaar vervoer, het stadscentrum, bestaande parkings en een groot aantal beveiligde fietsstallingen. Bovendien is gebleken dat nauwelijks de helft van de 300.000 bezoekers die sedert mei vorig jaar het Kanal-project bezocht hebben met de wagen gekomen zijn.
Zowel de modernistische architectuurstijl als de strategische ligging van het gebouw lenen zich goed voor de inplanting van een culturele pool.
Samenwerking
Kanal werkt tot slot samen met de MIVB en Brussel Mobiliteit om het IJzerplein opnieuw te configureren en rechtstreeks toegang te verlenen tot het metrostation met dezelfde naam. Er zijn tevens contacten gelegd met de Haven van Brussel voor opslagruimte, maar ook om gebruik te maken van het nabijgelegen kanaal tijdens de werken, wat reeds het geval is voor andere bouwplaatsen die in Brussel langs het water gelegen zijn.
Deze samenwerking werd uitgebreid tot culturele en artistieke kringen, de politiek, buurtbewoners, architecten en anderen, vermits de komst van deze culturele pool het uitzicht van de buurt flink zal veranderen. Dan kun je maar beter voor een participatieve aanpak kiezen. Wat zich ook vertaalt in de tentoonstelling van een twintigtal plannen en doorsnedes uit de stedelijke bouwvergunning die toegankelijk gemaakt zijn voor het publiek.
Het museum in partnership met het Centre Pompidou.
Hefboom
Kanal kadert in de vernieuwing van de kanaalwijk, zoals vastgelegd in het regeerakkoord van juli 2014 dat voorziet in de revitalisering van dit gebied ten behoeve van zijn bewoners en alle Brusselaars. Andere voorbeelden zijn de ontwikkeling van de Tour & Taxis-site, de opwaardering van het Becobekken, de Picard-loopbrug, het Up-siteproject, het Tivoliproject of de heraanleg van de Havenlaan. Dit museum vormt niet alleen een belangrijke hefboom voor de kanaalzone, maar zal er ook het toeristische aanbod en de creatieve en culturele dynamiek versterken.
De in 1935 afgewerkte garage, ontworpen door de architecten Marcel Van Goethem en Alexis Dumont op basis van schetsen getekend door André Citroën zelf, werd beschouwd als een demonstratieruimte voor de creativiteit en het innovatievermogen van de constructeur met de “dubbele chevrons”. Het Brusselse Gewest neemt dit credo nu over en maakt dit tot een belangrijke culturele plek met internationale uitstraling. Waarmee meteen het bewijs geleverd is dat cultuur ook een universele taal kan zijn.
De belangrijkste deelnemers aan het project
De Stichting Kanal
De Stichting Kanal, die in het leven werd geroepen door het Brusselse Gewest, stelt zich tot doel de omvorming van de Citroëngarage aan het IJzerplein tot een goed einde te brengen en er een belangrijke culturele pool voor de hoofdstad van Europa in te richten. De stichting zal hierbij focussen op onderzoek en op projecten die hedendaagse kunst tot bij het grote publiek brengen. Ze zal ook kunstenaars van eigen bodem een platform bieden.
Als grootste culturele instelling van Brussel, zal Stichting Kanal moderne en hedendaagse kunst en architectuur promoten.
Het Centre Pompidou
Het Centre Pompidou is één van ’s werelds grootste musea. Het herbergt de allereerste collectie moderne en hedendaagse kunst van Europa (120.000 werken), bioscoop- en theaterzalen, ruimtes voor educatieve activiteiten en een onderzoeksbibliotheek gespecialiseerd in de kunst van de 20ste en 21ste eeuw. Het Centre Pompidou, ontworpen door de architecten Renzo Piano en Richard Rogers, werd in 1977 in gebruik genomen. Het ontvangt jaarlijks ongeveer 5 miljoen bezoekers en is sedert 2010 ook aanwezig in Metz, sedert 2015 in Malaga en, in principe, vanaf deze lente in Shanghai.
Het CIVA
Het CIVA is tegelijk een museum, een archief, een bibliotheek en een ontmoetings- en discussieplek voor liefhebbers van hedendaagse en moderne architectuur, landschapsarchitectuur en het stedelijke ecosysteem in Brussel. Het centrum organiseert het hele jaar door tentoonstellingen, conferenties, debatten, geleide bezoeken, boekvoorstellingen en kinderactiviteiten.