Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Bouwprojecten

KU Leuven plant nieuw belevingscentrum op Hertogensite

Het grote stadsontwikkelingsproject op de Leuvense Hertogensite, waar onder meer 540 woningen en appartementen, een welzijnstoren, een podiumkunstenzaal en een centraal park worden gerealiseerd, krijgt er nog een extraatje bij. De KU Leuven en de UZ Leuven voorzien op de site ook een nieuw interdisciplinair belevingscentrum met een museum. Het geheel zal in het teken staan van wetenschappelijk onderzoek, zorg en samenleving.

KU Leuven plant nieuw belevingscentrum op Hertogensite (1) - DEVLIES VANHOOF
De plannen voor de invulling van dit gloednieuwe project zijn in opmaak. De opening is gepland in het najaar van 2025, niet toevallig het jaar waarin de KU Leuven haar 600-jarige bestaan viert. De universiteit restaureert op de Hertogensite twee historische gebouwen om onderdak te bieden aan het project: het Pathologisch Instituut en het in het straatbeeld opvallende Anatomisch Amfitheater met zijn Snijhuis.
 
Met dit Vesaliusproject willen de KU Leuven en de Universitaire Ziekenhuizen het publiek inspireren met verhalen over wetenschap en zorg. Het interdisciplinaire centrum zal niet alleen plaats bieden aan een museum – waarin delen van de universitaire verzameling en de collecties van HistarUZ zullen terechtkomen – maar ook aan ateliers en een bezoekerscentrum.
 
De Hertogensite is één van de grootste Leuvense binnenstedelijke bouwprojecten ooit en situeert zich op een terrein van 6,9 ha begrensd door de Kapucijnenvoer, de Brusselsestraat en de Minderbroedersstraat. Het enorme gebied in de binnenstad komt vrij door de verhuis van de ziekenhuisfuncties van Sint-Pieter en Sint-Rafaël naar campus Gasthuisberg.
 
Op de Hertogensite bevindt zich ook het beschermde tweede Anatomisch Amfitheater met het Snijhuis, het Vesaliusinstituut, waar de studenten geneeskunde hun praktische opleiding kregen. De KU Leuven wil dit gebouw en het Pathologisch Instituut samen met het Auditorium Heelkunde herbestemmen tot een nieuw wetenschappelijk museum dat voorlopig de naam Vesaliusmuseum meekrijgt. Of dat de definitieve naam wordt is nog niet duidelijk.

Anatomisch Amfitheater

In het laatste kwart van de negentiende eeuw ontwikkelde de Leuvense universiteit zich steeds meer tot wetenschappelijke instelling. Beide gebouwen zijn voortgevloeid uit deze ontwikkeling. Het neogotische Anatomisch Amfitheater, ontworpen door de bekende architect Joris Helleputte, dateert van 1877.
 
Dit auditorium bood plaats aan tweehonderd studenten die hier lessen en demonstraties anatomie konden volgen. Aansluitend was er ook een rechthoekige dissectiezaal, het zogenaamde Snijhuis. Dergelijke infrastructuur – met veel lichtinval, een vernuftige ventilatie en een uitstekende akoestiek – was op dat moment ongezien aan een Belgische universiteit.
 
In het begin van de twintigste eeuw (1906-1907) verrees vlak ernaast het Pathologisch Instituut. Binnenin vielen de grote zalen op voor medische, chemische en microscopische analyses, die zowel voor onderzoek als onderwijs werden ingezet. Daarnaast omvatte het instituut een anatomisch museum en een auditorium voor 80 personen.
 
In het interbellum kwam er nog een U-vormige aula met tweehonderd plaatsen bij. In de tweede helft van de twintigste eeuw verhuisden steeds meer diensten naar de nieuwe site op Gasthuisberg. Op dit moment hebben beide locaties geen functie, maar daar komt dus over enkele jaren verandering in.
 
“Dit beschermde erfgoed krijgt nu een eigentijdse invulling die tegelijkertijd naadloos aansluit bij zijn historische betekenis. Het voorbije jaar hebben we allemaal aan den lijve ondervonden wat de kracht en het belang van de wetenschap is. Wetenschap draait om verbeelding en het verleggen van grenzen. Dat willen we met dit Vesaliusproject nog meer in de verf zetten”, zegt Luc Sels, rector van de KU Leuven.
 
“De twee historische locaties zijn van groot belang geweest voor de ontwikkeling van het geneeskundig onderwijs aan onze universiteit. Met deze nieuwe invulling betonen we op gepaste wijze onze eer. Het menselijk lichaam stond hier vroeger letterlijk centraal en die traditie zetten we met het Vesaliusproject op een moderne manier verder”, reageert professor Wim Robberecht, gedelegeerd bestuurder van UZ Leuven.
 
“Dit wetenschappelijke museum past helemaal in het zorgverhaal van de site en vormt een perfecte aanvulling op het stadsbrede cultuurproject dat we op de Hertogensite beogen. De toekomstige Podiumkunstensite vormt als het ware het culturele stadshart dat erfgoedkundige kleppers als de Romaanse Poort en de Predikherenkerk met elkaar én de rest van het Leuvense cultuuraanbod verbindt”, aldus schepen Carl Devlies.

Leuvens erfgoed

De Hertogensite in Leuven, verwijzend naar de Brabantse hertogen en bakermat van de vermaarde zorginstellingen in de studentenstad, is één van de oudste historische ijkpunten in het Leuvense stadscentrum. Naast wonen, autoluw verkeer, een blauwgroene netwerk en cultuur vormt erfgoed dan ook de basispijler voor de totale herontwikkeling van deze zone die momenteel volop aan de gang is. Om dat erfgoed zo goed mogelijk te kunnen bewaren, heeft het Leuvense stadsbestuur verschillende maatregelen getroffen. Een aantal zaken zijn al gerealiseerd, andere erfgoedprojecten zitten in de pijplijn.
 
Het voormalige Sint-Pietersziekenhuis in de Brusselsestraat is volledig afgebroken. Deze betonnen kolos heeft het historische erfgoed in de omgeving vele jaren letterlijk in de schaduw gezet. Daar is met de herontwikkeling van de site definitief een einde aan gekomen. Het bestaande erfgoed wordt opgewaardeerd en de geplande nieuwe infrastructuur staat bol van verwijzingen naar het verleden.
“Het bewaren van historisch erfgoed is een prioriteit, ons ruimtelijk uitvoeringsplan voorziet dan ook verschillende voorschriften voor het behoud en beheer ervan. Bovendien maakten we in 2017 een realisatieconvenant onroerend erfgoed op voor de Hertogensite. Met deze overeenkomst tussen de stad Leuven, de KU Leuven, de projectontwikkelaar Resiterra en het agentschap Onroerend Erfgoed garanderen we een duurzame herbestemming van ons erfgoed”, duidt schepen van Onroerend Erfgoed en Ruimtelijk Beleid Carl Devlies.
 
“We maakten afspraken rond beschermde gebouwen, lokaal erfgoed, archeologie en waardevol groen. Het levendig houden van het eeuwenoude zorgverhaal zit hierin eveneens vervat. Daarnaast moeten de nog aanwezige restanten van de historische stadsomwalling na de restauratie kosteloos overgedragen worden aan stad Leuven. Een nieuw gegeven is dat in iedere zone die in ontwikkeling gaat, éérst met de erfgoedpanden gestart moet worden, pas daarna met de nieuwbouw”, benadrukt schepen Devlies.
“Hoewel we maximaal inzetten op erfgoedbehoud, kon na weloverwogen afwegingen niet alles bewaard blijven op de Hertogensite. Zo werd beslist dat de Verpleegsterschool kon gesloopt worden. Archeologisch onderzoek na de sloop leverde belangrijke vondsten op, zoals een middeleeuws stenen gebouw en oude beerputten die onschatbare info leveren over wat mensen destijds aten”, vervolgt Devlies.

Wonen in het verleden

De eerste gerenoveerde erfgoedpanden zijn intussen reeds geïntegreerd in woonontwikkelingsprojecten. Zo beet de voormalige negentiende-eeuwse brouwerij De Blauwen Oijvaert de spits af van het grootscheepse stadsontwikkelingsproject Hertogensite. De Nieuwe Blauwen Oijvaert en de Cleijnen Blauwen Oijvaert aan de Brusselsestraat 77-79 zijn nu woon- en handelspanden met gerestaureerde gevels waarvan waardevolle elementen, zoals de dakstructuur, behouden werden.
 
Ook school nummer 3, één van de oude Leuvense stadsscholen uit 1875, verwelkomt al lang geen leerlingen meer, maar biedt vandaag plaats aan 28 nieuwe woonunits. Het gebouw werd herbestemd en uitgebreid tot het duurzame cohousingproject Botanico. Het respect voor de waardevolle gevels, de opbouw van de school met overdekte speelplaats, de klassenvleugel en het behoud van vijf lindenbomen leverde vorig jaar een vastgoedprijs voor het beste residentieel project op.

Erfgoed van de toekomst

Daarnaast staat er nog heel wat op het programma om dit stuk Leuvens erfgoed toekomstwaardig te maken. Zo fungeerde de Dijle onder de Hertogensite aan de stadswal vroeger als verdedigingsgracht. Deze wordt straks weer opengelegd, zodat de Leuvenaar weer van het aangename en verkoelende water kan genieten. Aansluitend op de actuele restauratie van het nabijgelegen Handbooghof, start binnenkort ook de restauratie van twee torens en een stuk stadsmuur op de Hertogensite. Hiervoor kan de stad rekenen op een restauratiepremie. Verdwenen stukken stadsmuur zullen door een betonnen element gevisualiseerd worden.
 
De nog resterende negentiende-eeuwse vleugel van het Sint-Pietersgasthuis wordt dan weer herbestemd tot een hotel en brasserie en krijgt een prominente plaats in het nieuwe park. De doorheen de tijd verloren gegane delen van de gevels zullen er met een bijzondere restauratietechniek in beton net als vroeger uitzien.
 
“De typologie van het hotel sluit goed aan bij de gangenstructuur met kamers van het gasthuis. Zo kunnen we de geschiedenis van het gebouw ook binnenin leesbaar houden”, aldus Erik Van Hoof, directeur van projectontwikkelaar Resiterra. 
 
Tot slot kan de Leuvenaar zich in de toekomst verwachten aan nog meer erfgoedkundige herbestemmingen op de Hertogensite. Het gaat hierbij om het oude Instituut Maisin, de voormalige vleugel van de materniteit en het eerste Anatomische Theater. Hiervoor zijn de plannen nog in bespreking.
Het nieuwe belevingscentrum van de KU Leuven en de UZ Leuven moet openen in het najaar van 2025.
Het Sint-Pietersziekenhuis aan de Brusselsestraat is afgebroken, zodat op de vrijgekomende ruimte nieuwe projecten kunnen worden gerealiseerd.
Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten