De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Limburg) anticipeert op de klimaatuitdaging door de beschikbare ruimte te verdichten en bestaande verharde oppervlakte te ontharden, naar het principe ‘meer doen met minder ruimte’.
De Health Campus moet uitgroeien tot het centrum van innovatie in zorg; op de Bouwcampus ligt de focus op de circulaire en digitale toekomst van de bouw. Kruisbestuiving tussen de verschillende disciplines vormt het uitgangspunt van innovatie.
Campus Diepenbeek is al even in transformatie. Tussen 2016 en 2018 werd door de provincie Limburg een masterplan opgemaakt, met een belangrijke focus op het evenwicht tussen uitbreiding van de campus en ecologische bescherming van het Demergebied.
“Samen met de betrokken partners hebben we de basisprincipes uit dat plan overgenomen en verder verfijnd. Het masterplan dat nu voorligt, is volledig in lijn met onze toekomstvisie. Een ecocampus met ruimte voor onderwijs, onderzoek, bedrijvigheid en community-vorming. Campus Diepenbeek wordt het hart van cross-disciplinaire innovatie in twee van onze Limburgse speerpuntsectoren, gezondheidszorg en bouw”, zegt gedeputeerde voor Economie en voorzitter van POM Limburg Tom Vandeput.
In de hoogte
POM Limburg anticipeert op de klimaatuitdaging door de beschikbare ruimte zo optimaal mogelijk te benutten. Ontharding en verdichting zijn hier de belangrijkste principes. “Ons basisprincipe was: meer doen met minder ruimte. Dat betekent onder andere dat we voor de nieuwe ontwikkelingen zoveel mogelijk in de hoogte hebben gewerkt met een beperkte voetafdruk, en dat liefst op bestaande verhardingen. De Bouwcampus is hier het perfecte voorbeeld: de gebouwen zijn hoog, en zijn opgesteld bovenop de bestaande parking”, aldus de gedeputeerde.
“Die hoogbouw heeft niet alleen een ruimtelijk voordeel, maar zorgt ook voor een sterke zichtbaarheid. Die eyecatcher-gebouwen, zoals het poortgebouw van de Health Campus, het parkeergebouw aan de ingang en het 54 m hoge gebouw van de Bouwcampus geven de site een indrukwekkende uitstraling”, verklaart Tom Vandeput.
Drie belangrijke structuren vormen de symbolische ruggengraat van de campus, dat zijn de ‘Collector’, de ‘Boulevard’ en de bekenpaden. Die duidelijke structuur verhoogt de ‘leesbaarheid’ van de campus voor bezoekers aanzienlijk.
De ‘Collector’ verbindt het oostelijke met het westelijke gedeelte, en zal een belangrijke publieke functie hebben met een grote concentratie aan diensten. De ‘Boulevard’ leidt van noord naar zuid, met ruimte voor openbaar vervoer. Het bekenpad vormt dan weer een meer natuurlijk traject voor fietsers en wandelaars.
Mobiliteit
Ook de verbinding met de buitenwereld staat centraal in het masterplan. “We zetten meer in op openbaar vervoer en pakken op die manier het mobiliteitsprobleem op de campus aan. Zo voorzien we nu al een aansluiting op de Spartacus-sneltram”, stelt Vandeput.
Vooral de twee themacampussen, die als twee longen rondom het onderwijshart liggen, springen in het oog. Op de Health Campus wordt bijkomende ruimte gecreëerd voor startende bedrijvigheid, onderzoek en opleiding. De Health Campus moet uitgroeien tot het epicentrum van innovatie in de gezondheidssector. Bedrijven in de digitale zorgeconomie moeten zich hier ten volle kunnen ontwikkelen, zodat Limburg een referentie wordt voor Vlaanderen.
De Bouwcampus wordt de spil van de Limburgse bouwsector. Ook hier staat de cross-disciplinaire insteek centraal. “De innovaties in de bouw, vooral rond digitaal en circulair bouwen, moeten hier ontstaan. We stimuleren dit door naast de bestaande gebouwen van de Confederatie Bouw Limburg ruimte te creëren voor onderwijs, onderzoek en ontmoetingen”, zegt Tom Vandeput.
Autoluwe wegen
De verschillende deelcampussen zijn met elkaar verbonden via autoluwe wegen. Die trage wegen maken een verplaatsing te voet of per fiets een stuk aangenamer. Parkeren kan aan de rand van de campus in parkeertorens. Tussen de autoluwe wegen zijn verschillende ontmoetingsplekken voorzien, die community-vorming stimuleren.
“Het belang van die communities is niet te onderschatten. Innovatieve kruisbestuiving ontstaat daar waar het bedrijfsleven en het onderwijsleven elkaar ontmoeten. Bovendien wordt de studentenbeleving door die ontmoetingsplekken, bijvoorbeeld in de vorm van horeca- en sportfaciliteiten, grondig verbeterd.
In het masterplan wordt het waardevolle landschap in ere hersteld in de vorm van een sterke groenblauwe basis, die in de toekomst nog verder uitgediept wordt in samenwerking met Natuurpunt. “Dat maakt niet alleen het campusleven zelf aangenamer, maar zorgt ook voor extra beleving voor de bewoners en omwonenden. Dat maakt van Campus Diepenbeek een campus voor alle Limburgers. Bij de verdere ontwikkeling van het openbare domein zullen die laatsten trouwens ook nog nauw betrokken worden”, besluit Tom Vandeput.