Masterplan Zorgsite voor UPC KU Leuven in Kortenberg
Het Universitair Psychiatrisch Centrum KU Leuven (UPC) zoekt een sterk ontwerpteam dat kan helpen bij het opmaken van een innovatieve en toekomstbestendige ontwikkelingsvisie voor zijn ziekenhuiscampus aan de Leuvensesteenweg in Kortenberg. De vzw Z.org KU Leuven zal optreden als bouwheer en schrijft een volledige studieopdracht uit voor de opmaak van het masterplan Zorgsite 2030-2050.
Naast de inhoudelijke afstemming op de visie van de opdrachtgever wordt een concept gevraagd dat duurzaam is op zowel ruimtelijk, ecologisch als financieel vlak, waarin de campus(infrastructuur) licht en lucht geeft aan alle betrokkenen en waar alle betrokkenen op hun beurt licht en lucht geven aan de campus. Ook de uitwerking van een haalbare planning en fasering om op een efficiënte en logische manier van de huidige infrastructuur te evolueren tot de nieuwe configuratie maakt deel uit van de opdracht. Het ziekenhuis dient tijdens deze transitie steeds operationeel te blijven.
De geestelijke gezondheidszorg wordt geconfronteerd met maatschappelijke en beleidsmatige evoluties die vragen om innoverende en krachtige oplossingen. Als antwoord op deze uitdaging ontstond in de Leuvense regio Z.org KU Leuven vzw, waarbij de krachten van excellente zorg, een academisch perspectief en een uitgebreid netwerk (zullen) resulteren in een innoverend en kwalitatief platform voor zowel zorgvrager als zorgverlener.
Z.org KU Leuven vzw omvat een psychiatrisch ziekenhuis (UPC KU Leuven) en twee psychiatrische verzorgingstehuizen, maar wil bovenal verbindend werken met andere zorgpartners binnen de geestelijke gezondheidszorg (andere ziekenhuizen, initiatieven beschut wonen, eerstelijnszorgaanbieders, zorgnetwerken, de ouderensector, …). Dit geïntegreerde zorgconcept moet nu ook vertaald worden in de infrastructuur, die eveneens kwalitatief en vernieuwend moet zijn en waar de zorgvrager/patiënt en zijn omgeving centraal moeten staan.
Reeds meer dan 175 jaar geleden werd in Kortenberg de basis gelegd voor het huidige Universitair Psychiatrisch Centrum KU Leuven. Wat toen nog een psychiatrische instelling (of gesticht) werd genoemd, is uitgegroeid tot een academisch/universitair centrum, in de wijde omgeving bekend om zijn kwalitatieve zorg. Naast de campus in Kortenberg (waar de focus voornamelijk op verlengde, ambulante en residentiële therapeutische zorg ligt) heeft het UPC KU Leuven ook twee gebouwen op campus Gasthuisberg (waar de focus ligt op meer kortdurende dienstverlening met grote interactie met het somatische ziekenhuis UZ Leuven).
Het UPC KU Leuven profileert zich naast het klassieke regionale zorgaanbod ook supraregionaal als derdelijnscentrum vanuit een aantal historisch sterk uitgebouwde zorgprogramma’s (o.a. in psychose, elektroconvulsietherapie, autisme, eetstoornissen, …) en wil dit uitbreiden naar nog meer complexe doelgroepen en naar programma’s met een hoge maatschappelijk relevantie in de geestelijke gezondheidszorg.
Op een terrein van 18 ha met een huidige bebouwde oppervlakte van 40.000 m² en een totale vloeroppervlakte van 50.000 m² is de campus in Kortenberg opgebouwd uit verschillende samenhangende laagbouwpaviljoenen. Hierbij vormen de diensten Kinder- en Jeugdpsychiatrie, Volwassenenpsychiatrie en Ouderenpsychiatrie, samen ongeveer 409 bedden, de drie kernen van de werking. Naast deze psychiatrische diensten is er ook een uitgebreid medisch somatisch centrum (huisartsen, tandarts, radiologie, neurologie) dat zich in de eerste plaats op de gehospitaliseerde patiënten richt, maar daarnaast ook externe zorgvragers aantrekt.
De ongeveer veertig gebouwen dateren grotendeels uit de periode 1965-1985 en zijn ondanks het goede onderhoud (energie)technisch verouderd. De campus omvat veel buitenruimte, grotendeels aangewend als tuin- en parkgebied en voor sportvoorzieningen. De reeds ingezette vermaatschappelijking van de zorg (waarin het UPC KU Leuven als eerste heeft geopereerd) en de focus op een herstelvisie zal zich vermoedelijk voortzetten, waarbij de patiënt en zijn omgeving centraal staan. Dit is een beweging die inspanningen vraagt van alle zorgactoren in de geestelijke gezondheidszorg. Een belangrijk onderdeel hiervan is het uit de taboesfeer halen en het wegwerken van het stigma dat nog steeds op de geestelijke gezondheidszorg rust.
Het inzetten op de vermaatschappelijking van zorg zal leiden tot een intensifiëring van de intramurale zorg met kortere verblijfsduur en een versterking van het psychotherapeutische aanbod met complexere zorgprofielen. Dit zal gepaard gaan met de oprichting van (vermoedelijk) gesloten en kleinschaligere afdelingen voor intensieve zorgen (high en intensive care-afdelingen met een hogere personeelsbezetting). Fixatie van patiënten dient hierbij maximaal vermeden te worden.
Het masterplan
Deze veranderende populatie en de algemene evoluties in de geestelijke gezondheidszorg leiden tot een aangepaste infrastructuurvraag. Het verzoenen van de openheid, de toegankelijkheid en de nood aan meer integratie in de maatschappij voor de ene patiëntengroep, met de nood aan technisch hoogstaande, veilige en (veelal) gesloten intensive care-infrastructuur voor een andere patiëntengroep zal de uitdaging vormen van het masterplan dat ontworpen moet worden.
Enkele principes dienen als uitgangspunt voor dat ontwerp:
De (ziekenhuis)site moet een vrij toegankelijke, levendige en aantrekkelijke plek worden, waar iedereen zich thuis kan voelen en die bijdraagt tot sociale verbinding en interactie. Om een voldoende levendige en dynamische site te creëren zal de ontwerper onderzoeken welke toegankelijke functies een belangrijke meerwaarde kunnen bieden en gerealiseerd kunnen worden (bv. horeca, ontmoetingsruimte, sportinfrastructuur, een somatische polikliniek, woongelegenheid, een park, andere maatschappelijk relevante functies, …) en welke ontwikkelingsstrategie hiervoor gevolgd kan worden.
De gebouwen en hun onmiddellijke groene omgeving moeten maximaal aanpasbaar zijn aan de steeds veranderende noden in de psychiatrie. Flexibiliteit, moduleerbaarheid, multi-inzetbaarheid en dynamisch gebruik van de infrastructuur zijn cruciaal. De gehele infrastructuur moet kunnen worden ingezet voor een breed spectrum aan zorgprogramma’s, in een grote verscheidenheid van dag- en verblijfsactiviteiten en met variabele patiëntencapaciteit, en toch ideale omstandigheden bieden op het vlak van onder andere technieken, veiligheid en comfort. De ontwerper zal dus moeten zoeken naar de optimale logistieke flow, de groepering van functies en haalbare ruimtelijke synergieën.
De troeven van de campus zijn de ligging nabij het centrum van de gemeente, halverwege tussen Leuven en Brussel, vlot bereikbaar en toch landelijk, en de grootte van het geheel, die vandaag wordt vertaald in een uitgebreide sportinfrastructuur en veel en mooi groen waar patiënten kunnen wandelen en tot rust komen. Het potentieel hieromtrent wordt echter onvoldoende aangewend. Ten slotte zijn er ook het historische klooster en de kapel; geen van beide zijn beschermd erfgoed.
Minpunten zijn de sterk verouderde infrastructuur, het huidige zeer gesloten karakter vanaf het openbaar domein, de intense zorgvraag van de patiënt die nog zal toenemen in de toekomst en het algemene beeld of stigma van de vroegere instelling, die in de volksmond nog steeds ‘het gesticht’ of ‘het zothuis’ wordt geheten.
Het is de bedoeling om na de uitwerking van het masterplan een ontwerper aan te stellen als supervisor voor de verschillende uitvoeringsfases ervan. Indien het masterplan om één of andere reden niet tot verdere uitvoering leidt, kan de opsteller ervan echter geen rechten op schadevergoeding doen gelden. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat de ontwerper van het masterplan gevraagd wordt om één of meer concrete veranderingsprojecten uit te werken en op te volgen als projectontwerper (gelimiteerd tot 40% van het bouwvolume).