“Minder vertraging door archeologisch voortraject”
De Vlaamse meerderheidspartijen hebben zopas een voorstel van decreet ingediend dat het archeologische voortraject bij bouw- en verkavelingsaanvragen wil aanpassen. “De aanpassingen moeten leiden tot een snellere en goedkopere procedure”, aldus Vlaams parlementslid Manuela Van Werde (N-VA).
Sinds 1 juni van vorig jaar moeten volgens het bestaande erfgoeddecreet aanvragers voor verkavelingen en grote bouwprojecten een archeologienota opstellen en toevoegen aan hun vergunningsaanvraag. In bepaalde gevallen kan dit leiden tot bijkomende archeologische opgravingen. Geert Bourgeois (N-VA), de minister van Onroerend Erfgoed, geeft toe dat de verplichte archeologienota in bepaalde gevallen tot vertraging leidt.
Op voorstel van Manuela Van Werde dienden de Vlaamse meerderheidspartijen een voorstel van decreet in om die vertragingen waar mogelijk te voorkomen of toch minstens minder lang te maken. “We willen niet wachten op de algemene evaluatie van het decreet, maar nu al technische aanpassingen doen. De aanpassingen lijken misschien beperkt, maar focussen op kosten, administratieve lasten en doorlooptijd “, zegt Van Werde. Ze verwijst ook naar de aanpassingen die de minister eind vorig jaar al heeft gedaan aan de Code van Goede Praktijk, waardoor in bepaalde gevallen een archeologienota ‘light’ al voldoende is.
Wijzigingen
In het voorstel dat zopas werd ingediend wordt het mogelijk om reeds een vergunningsaanvraag in te dienen bij de vergunningverlenende overheid, gelijktijdig met het indienen van de archeologienota ter bekrachtiging. Dit moet, samen met de doorgevoerde aanpassingen aan de Code van Goede Praktijk voor archeologisch onderzoek en metaaldetectie, leiden tot een vereenvoudiging en versnelling van de procedures.
Het wordt met het voorliggende voorstel mogelijk om een archeologienota op te stellen voor grotere gebieden, voorafgaand aan het individuele vergunningstraject. Dit kan bv. voor verkavelingsprojecten, maar ook voor de ontwikkeling van haven- of industriegebieden. Zo zal men niet langer voor elke individuele aanvraag een archeologienota moeten maken.
Er komen meer vrijstellingen voor de opmaak van een archeologienota. Het gaat hierbij bv. om verbouwingen en vernieuwbouwprojecten, werken aan lijninfrastructuur en verkavelingswijzigingen.
Resolutie
Samen met het voorstel van decreet nam Manuela Van Werde het initiatief een voorstel van resolutie in te dienen waarin een reeks aanbevelingen aan de Vlaamse regering werden gedaan om te werken aan een werkbare en betaalbare archeologische erfgoedzorg.
“Burgers krijgen nu vaak te maken met lange wachttijden en oplopende kosten. Ook is er sprake van dubbel werk, door erkende archeologen en nog eens een bekrachtiging achteraf door het Agentschap Onroerend Erfgoed. Dat moet stoppen”, stelt Karim Van Overmeire (N-VA), mede-ondertekenaar van de resolutie.
Ook Jan Van Esbroeck (N-VA) ondertekende de resolutie. Hij wijst erop dat alles betaalbaar moet blijven. “Het vooronderzoek is er precies om snel een beeld te krijgen of er archeologisch erfgoed in de bodem aanwezig is. Ik zie niet in waarom dit zo duur moet zijn”, vraagt hij zich af.
“Beide initiatieven zullen besproken worden in de commissie Onroerend Erfgoed van het Vlaamse parlement. Ik hoop op brede steun, zodat de aanpassingen snel tot resultaat zullen leiden”, besluit Manuela Van Werde.