Noorse architecten hertekenen stationsbuurt van Roeselare
De internationale toparchitecten van Snøhetta uit Noorwegen, onder meer bekend van het beroemde operagebouw in Oslo, ontwerpen voor het eerst een gebouw in ons land. Samen met het gerenommeerde Roeselaarse architectenbureau B2Ai en landschapsarchitect Erik De Waele blazen zij de oude stationsbuurt van Roeselare nieuw leven in. ‘Roelevard’ zoals het ambitieuze project heet, moet dé eyecatcher van de stad worden en bij uitbreiding van de hele regio. Bovendien komt het project met zijn negen groendaken, 3.800 m² groen, 81 flats, 5.900 m² kantoorruimte voor meer dan 400 werknemers en 670 m² winkel-, retail- en horecaruimte vrijwel volledig tegemoet aan de wensen van de buurtbewoners.
De plannen van projectontwikkelaars Steenoven en ION kregen recent het groene licht voor de volledige herontwikkeling van de site. Het college van burgemeester en schepenen keurde de vergunning voor ‘Roelevard’ goed. De werkzaamheden aan het ambitieuze project beginnen in 2020 en zullen een drietal jaren duren. Het nieuwbouwproject (dat voordien ‘De Groenling’ heette) is bijzonder ambitieus. ‘Roelevard’ moet dé eyecatcher van de stad Roeselare worden - en bij uitbreiding zelfs van de hele regio.
Niemand minder dan het internationaal gerenommeerde architectenbureau Snøhetta, dat onder meer het Memorial Museum op Ground Zero in New-York ontwierp en in eigen land ook verantwoordelijk is voor het recent geopende Under, het eerste onderwaterrestaurant in Europa, tekenden samen met B2Ai de plannen uit voor het prestigieuze project aan het station van Roeselare. Het gaat om een absolute primeur voor ons land, want het is de eerste keer dat de Noorse architecten een gebouw in België mee ontwerpen. Snøhetta arkitektur landskap AS heeft kantoren in Oslo en New York en werd in 1989 opgericht door Kjetil Thorsen en Craig Dykers en heeft wereldwijd 120 ontwerpers in dienst. Het bedrijf is genoemd naar de Noorse berg Snøhetta. Met het ontwerp van de Bibliotheca Alexandrina won Snøhetta in 2004 de Aga Khan Award for Architecture. In 2009 wonnen ze de European Union Prize for Contemporary Architecture voor het ontwerp van het Operahuis in Oslo.
“Snøhetta staat erom bekend meester te zijn in het laten samensmelten van architectuur en landschap. Ook nu weer zijn ze daar met glans in geslaagd, samen met B2Ai en Erik De Waele. Met ‘Roelevard’ wordt bovendien een staaltje kwalitatief hoogstaande architectuur neergezet dat aanzet tot interactie en beleving”, aldus Bart Vanderdonckt, CEO van Steenoven.
Het meest indrukwekkende van ‘Roelevard’ is de 46 m hoge toren die boven het stationsplein zal uittorenen. In totaal komen er 81 flats, 470 m² retailruimte, 200 m² horeca en 5.900 m² kantoorruimte in twee bouwblokken. In de kantoren zullen meer dan 400 mensen kunnen werken. Op de site komen tevens 17 bovengrondse en 148 ondergrondse parkeerplaatsen en 345 fietsplekken. Een deel van de parkeerplaatsen is voorbehouden voor de kantoren, maar wordt na de kantooruren verhuurd aan de bewoners. De publieke ruimte tussen de gebouwen krijgt een amfitheater en moet uitgroeien tot een belevenisvolle ontmoetingsplek.
“De herontwikkeling van de stationsbuurt past volledig in de visie van de Vlaamse Bouwmeester: wonen, werken en winkelen gecombineerd op een evenwichtige manier. Door de strategische ligging zullen de bewoners en de bedrijven die er zich zullen vestigen kunnen genieten van een vlotte mobiliteit. Bovendien zijn florerende stationsbuurten een troef voor elke stad, kijk maar naar de herontwikkeling van Antwerpen-Berchem, Leuven of de nieuwe plannen voor Gent”, zegt Davy Demuynck, CEO van ION.
Lager én groener
In maart vorig jaar diende de bouwheer een bouwaanvraag in die tot enkele kleine en grotere bezorgdheden bij buurtbewoners leidde. Die verzuchtingen werden ter harte genomen, met als gevolg dat de plannen werden herzien. Om tegemoet te komen aan de verzuchtingen van de buurt, nemen de projectontwikkelaar en de stad Roeselare de gerenommeerde landschapsarchitect Erik De Waele die onder meer ook betrokken is bij de overkapping van de Oosterweelverbinding erbij. Dankzij zijn expertise komt er extra groen, wordt duurzamer met water omgesprongen en komen er op de daktuinen verschillende soorten planten. Ook in de Stationsdreef waar in de originele plannen geen sprake was van groen, worden nu een reeks bomen geplant.
“Luisteren naar de buurt is steeds belangrijk en we staan altijd open voor suggesties en aanpassingen als ze goed beargumenteerd zijn. We hebben de plannen dan ook zo veel mogelijk aangepast aan de noden van de buurt. De Vlaming schrikt weleens van grootse bouwplannen, maar onze bedoeling is steeds om een meerwaarde te creëren voor iedereen. Een goed project kan alleen tot stand kan komen door visies te delen en standpunten te verzoenen. Zo komen we altijd tot een win-winsituatie”, besluit Bart Vanderdonckt.