Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Bouwprojecten

Omgevingsvergunning voor afvalverbrandingsinstallatie ISVAG

Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir heeft zopas een omgevingsvergunning afgeleverd aan afvalintercommunale ISVAG voor de bouw van een nieuwe afvalverbrandingsoven van huishoudelijke afvalstoffen in Wilrijk. De kosten voor de bouw worden voorlopig geraamd op 175 miljoen €. Eind 2021 zou aan de Boomsesteenweg de eerste spade in de grond kunnen worden gestoken, maar er zijn nog een aantal partijen die de verleende vergunning willen aanvechten.

Omgevingsvergunning
De nog te bouwen verbrandingsinstallatie vervangt de bestaande installatie. Zodra de nieuwe centrale operationeel zal zijn, wordt de oude ontmanteld. In de plaats komt een nieuw streekeigen bos van zowat 8.000 m². Tijdens de behandeling van de aanvraag werden 21 (voorwaardelijk) gunstige adviezen uitgereikt. Enkel het schepencollege van Aartselaar gaf een ongunstig advies. Met de beslissing volgt de minister het gunstige advies van de Gewestelijke Omgevingsvergunningscommissie. Belangrijke voorwaarde is wel dat de nieuwe installatie zo ecologisch mogelijk moet zijn en dat ISVAG jaarlijks moet aantonen dat de capaciteit noodzakelijk is. Indien dit niet het geval is, zal de minister de capaciteit terugschroeven.
 
Op dit moment wordt jaarlijks nog 367.000 ton Vlaams afval geëxporteerd naar verbrandingsinstallaties of cementovens buiten Vlaanderen. Vlaanderen zet sterk in op afvalpreventie om zo de totale capaciteit af te bouwen, maar focust in eerste instantie inzetten op het beperken van de hoeveelheid afval die geëxporteerd wordt. Onder andere tijdens de strenge coronamaatregelen werd duidelijk dat afhankelijkheid van export ons kwetsbaar maakt. Een mogelijke sluiting van de Waalse cementovens zou gezorgd hebben voor grote afvaloverschotten in Vlaanderen.
 
ISVAG wil één ovenlijn bouwen met een capaciteit van 30 ton per uur, 720 ton per dag en 190.000 ton per jaar. Vlaams minister Zuhal Demir stelt voorwaarden bij de exploitatie van die capaciteit. “De capaciteit moet ook ingezet kunnen worden voor de verwerking van huishoudelijk afval en vergelijkbaar bedrijfsafval van buiten het ISVAG-verwerkingsgebied. Bovendien moet ISVAG jaarlijks aan OVAM rapporteren hoe de verwerkingscapaciteit van haar installatie zich verhoudt tot de prognoses inzake afvalproductie en –verwerking”, stelt Demir. Wanneer die verhouding buiten proportie is, kan de minister de maximale verbrandingscapaciteit van de installatie naar beneden bijstellen om overcapaciteit te vermijden.
 
Demir legt voorts aan ISVAG op om bijkomende aandacht te besteden aan de energie-efficiëntie van de nieuwe installatie door een update van de energiestudie. “Wanneer de detailengineering van de nieuwe afvalverbrandingsinstallatie van ISVAG bekend is, wordt onderzocht of deze installatie nog steeds de meest energie-efficiënte is die momenteel op de markt is en of er nog bijkomende maatregelen zijn die de efficiëntie kunnen verhogen”, luidt het.
 
Hierbij worden ook de maatregelen uit de huidige energiestudie opnieuw onderzocht. De update van deze energiestudie moet overigens worden voorgelegd aan het Vlaams Energieagentschap vooraleer de bouw van de nieuwe installatie kan starten.
“De voorbije maanden bleek dat dit dossier erg beladen is. Iedereen heeft er wel een mening over. Maar als minister moet ik oordelen op basis van de inhoud van het dossier en dat zijn liefst 21 (voorwaardelijk) gunstige adviezen en slechts één ongunstig advies. Door het opleggen een vernieuwde energiestudie, de mogelijkheid om de capaciteit terug te schroeven én door de realisatie van bijkomend bos en waterbuffering op de site van de bestaande installatie, worden aan ISVAG de juiste voorwaarden opgelegd die deze vergunning verantwoorden om op de meest ecologische manier aan afvalverbranding te doen.”, besluit Demir.

Wkk

De nieuwe installatie wordt een volwaardige warmtekrachtkoppelingscentrale, die elektriciteit zal produceren voor 35.000 gezinnen (t.o.v. 25.000 met de huidige installatie) of warmte kan uitkoppelen voor 40.000 gezinswoningen of bedrijven.
 
Dankzij het verlenen van de omgevingsvergunning voor het project kan ISVAG starten met een aantal voorbereidende werken en de aanbesteding. Nog dit najaar zal een ecologische waterpoel worden aangelegd die maximaal inspeelt op de natuurwaarde van de site. Eind 2021 staat de eerste spadesteek voor de eigenlijke bouw van de installatie gepland. In de loop van 2025 moet de installatie klaar zijn, waarna ze in 2026 definitief kan worden opgeleverd.
 
“Dit project werd door een internationale wetenschappelijke adviesraad goedgekeurd en beoordeeld als ‘state-of-the-art’. Het voldoet aan de meest strikte Europese normen. Alle adviesverlenende instanties, op Aartselaar na, brachten unaniem gunstige of voorwaardelijk gunstige adviezen uit waardoor finaal de Gewestelijke Omgevingsvergunningscommissie voorwaardelijk gunstig adviseerde. Met de bouw van een nieuwe hoogtechnologische installatie zal ISVAG niet alleen koploper blijven inzake emissies, maar ook een toonaangevende rol zal spelen inzake energieproductie. De minister koppelt aan de vergunning een aantal voorwaarden. We zullen alle stappen nemen om hieraan te voldoen”, stelt ISVAG-voorzitter Kristof Bossuyt.
 
De emissies, die nu al ver beneden de norm liggen, zullen volgens ISVAG door de nieuwe investering nog teruggedrongen worden en nog lager liggen dan de Europese richtlijn, de BREF van december 2019, voorschrijft. Bovendien is het potentieel op vlak van vermeden emissies gigantisch. Dit is de uitstoot die verdwijnt doordat veel minder fossiele brandstoffen verbruikt zullen worden voor conventionele warmteproductie.
 
Een studie van internationaal adviesbureau Deloitte wees uit dat ISVAG best zelf blijft instaan voor de verwerking van huishoudelijk restafval van haar vennoten, samen goed voor 30 steden en gemeenten in de provincie Antwerpen. Ook bleek dat, indien een nieuwe installatie gebouwd wordt, een correctie van de verwerkingscapaciteit noodzakelijk is om al het restafval van de meer dan 1 miljoen inwoners opnieuw zelf te kunnen verwerken. De capaciteit van de bestaande installatie is immers ontoereikend. Momenteel wordt meer dan 20% van het restafval verwerkt door een privébedrijf, wat aanzienlijk duurder is dan de verwerking in eigen beheer. Tegelijk bevestigde de raad van bestuur dat ISVAG de focus op het verlagen van emissies moet behouden en dat de uitrol van een warmtenet een speerpunt moet worden. In 2015 werd aan het Deense bureau Ramboll opdracht gegeven om een voorstudie, voorontwerp en ontwerp van een nieuwe afvalenergiecentrale te maken.
 
ISVAG besloot zich niet enkel op dit rapport en deze voorstudie te baseren. Het bestelde o.m. een bijkomend locatie- en mobiliteitsonderzoek bij Transport & Mobility Leuven en liet het departement Lucht, energie en watertechnologie van Universiteit Antwerpen de impact van ISVAG-emissies op de omgeving in kaart brengen. Aan VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) werd gevraagd een energetische evaluatie van mogelijke alternatieve inplantingslocaties en een berekening van het warmtepotentieel van de nieuwe installatie te maken. De ontwerpversie van de Ramboll-voorstudie werd voorgelegd aan een uitgebreide externe wetenschappelijke adviesgroep, met professoren en experten uit eigen land, Denemarken, Zweden en Duitsland. Financieel adviseur Grant Thornton kreeg de opdracht om de economische haalbaarheid van een nieuwe installatie te toetsen. In 2019 werden de beslissingen over het nieuwe project die de raad van bestuur van ISVAG in 2016 had genomen, herbevestigd door de nieuwe raad die in 2019 is aangetreden.
 
De nieuwe installatie zal gebouwd worden vlak naast de bestaande. Uit verschillende onderzoeken blijkt volgens ISVAG dat geen enkele beschikbare locatie beter scoort, zowel uit ecologisch als economisch standpunt. Transport en Mobility Leuven onderzocht 17 locaties en stelt vast dat de huidige plek de meest geschikte is. Ook Universiteit Antwerpen bevestigt dat de transportemissies en impact op mobiliteit zwaar doorwegen in de totale balans en dat hiermee rekening moet gehouden worden bij de inplanting. Niet alleen voor de aanvoer van restafval, maar ook voor de output van energie blijkt de locatie in Wilrijk het meest ideaal. In de verschillende warmtetracés die door VITO werden uitgetekend, blijkt dat de installatie cruciaal zal zijn voor de verdere uitrol van een warmtenet ten zuiden van Antwerpen.

Roosteroven

Het hart van de nieuwe installatie wordt een roosteroven met een verwerkingscapaciteit van 190.000 ton per jaar (bij een calorische waarde van 10 MJ). Het wordt een volwaardige warmtekracht-koppelingscentrale, die elektriciteit en warmte produceert met restafval als enige energiebron. De installatie krijgt een katalysator, die de NOx-emissies uit de rookgassen filtert, aangevuld met een half-natte rookgaswassing. In vergelijking met alle andere installaties, zal ISVAG hiermee de laagste NOx-emissies van Vlaanderen halen. Bovendien zullen ook alle andere emissiewaarden net als vandaag ver beneden de toegestane norm liggen.

Meer inwoners

De huidige installatie van ISVAG is vergund voor 159.000 ton per jaar. Op jaarbasis zamelen de vennoten van ISVAG nu ongeveer 180.000 ton niet-recycleerbaar huishoudelijk restafval in bij meer dan 1 miljoen inwoners. Door de samenstelling van het afval en de eigenschappen van de installatie kan 140.000 ton verwerkt worden in de ISVAG-installatie. De overige 40.000 wordt verwerkt door een private partner. OVAM legt in haar uitvoeringsplan ambitieuze objectieven op om de hoeveelheid restafval per inwoner te doen dalen. Ook ISVAG streeft naar een daling van het restafval per inwoner in haar verwerkingsgebied. Bevolkingsprognoses voorzien tegelijk een forse aangroei van de bevolking in de Antwerpse regio. Op basis hiervan wil de intercommunale een nieuwe installatie bouwen met een verwerkingscapaciteit van 190.000 ton, waardoor het eigen restafval dat er vandaag is opnieuw zelf verwerkt kan worden.

Opportuniteit

ISVAG laat reeds voorbeeldige emissies optekenen en het wil nu ook koploper worden inzake energie. Een nieuwe installatie biedt niet alleen de mogelijkheid om nog meer elektriciteit te produceren (voor 35.000 gezinnen, t.o.v. 25.000 nu), maar ook om de schouders te zetten onder de uitbouw van een warmtenet in de regio waardoor op termijn 40.000 woningen (of bedrijven) van warmte kunnen worden voorzien. Hierdoor zullen minder fossiele brandstoffen worden verbruikt, wat op zich opnieuw in een pak ‘vermeden emissies’ resulteert. Volgens Universiteit Antwerpen kan ISVAG hierdoor een positieve impact hebben op de luchtkwaliteit in de onmiddellijke omgeving. Logistiek bedrijf H. Essers werd als eerste afnemer aangesloten op een beperkt warmtenet dat met de bestaande installatie wordt gevoed. H. Essers kan hierdoor jaarlijks meer dan 1 miljoen m3 aardgas besparen. Het energetische vermogen van de nieuwe installatie zal een veelvoud hiervan opleveren. De bestaande installatie levert 3 MW warmte. De nieuwe afvalenergiecentrale zal tot 50 MW kunnen uitkoppelen. Bovendien zal de nieuwe installatie ook worden voorbereid om op termijn – zodra de techniek hiervoor ecologisch en economisch op punt staat – de CO2 uit de rookgassen op te vangen voor hergebruik, waardoor ISVAG op termijn zelfs CO2-negatief zal worden. Hiervoor worden testprojecten die momenteel lopen in o.m. Nederland, Denemarken en Noorwegen, van nabij gevolgd.

Protest

De gemeente Aarschot is niet opgezet met het toekennen van de omgevingsvergunning. De ISVAG-site ligt op de grens van Wilrijk en Aarschot en die laatste gemeente zag de verbrandingsinstallatie liever verhuizen naar het Antwerpse havengebied. Volgens Het Laatste Nieuws zijn ook een paar inwoners van plan om in beroep te gaan tegen het toekennen van de omgevingsvergunning.
 

 

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten