Pleidooi voor behoud fabrieksschoorstenen als erfgoed
Ter gelegenheid van het Europese Jaar van het Industrieel en Technisch Erfgoed werd in heel Europa een internationale actie gelanceerd voor het behoud en de herwaardering van fabrieksschoorstenen, als merktekens in het landschap en als symbolen van een industrieel verleden. Oude fabrieksschoorstenen zijn immers bedreigd erfgoed. In Vlaanderen werden recent twee fabrieksschoorstenen beschermd, maar gingen er ook al verschillende tegen de vlakte. Om aandacht te vragen voor dit erfgoed keurden de deelnemers aan de jaarlijkse Vlaams-Nederlandse Ontmoetingsdag voor Industriële Archeologie een memorandum goed dat aan de verschillende overheden en diensten werd bezorgd.
Fabrieksschoorstenen zijn in het landschap van de eenentwintigste eeuw de opvallende getuigen van een voorbije industriële periode. Net als de symbolen van de pre-industriële tijd, zoals kerktorens en de torens van kastelen, steken ze hoog boven de daken uit en duiden ze een plek aan van waaruit macht en kapitaal de omgeving en het maatschappelijke leven bepaalden. Vandaag zijn ze door hun verticaliteit de bakens die de industriële revolutie en de industriële ontwikkeling van een stad of een streek markeren.
In de negentiende en de twintigste eeuw werden schoorstenen gebouwd om de rookgassen van stoomketels en industriële processen af te voeren. Tegenwoordig hebben ze door de moderne aandrijvings- en productietechnieken bijna allemaal hun functie verloren. Daardoor worden oude fabrieksschoorstenen regelmatig gesloopt. Buurten verliezen daardoor een stuk van hun herkenbaarheid, waardoor tevens een visueel bepalend spoor van het industriële verleden verloren gaat.
De Europese actie voor het behoud van fabrieksschoorstenen als symbolen van het industriële verleden en erfgoed van een streek groeide vanuit de Noord-Franse campagne 'Les Beffrois du Travail' (Belforten van de Arbeid) die sedert enkele jaren georganiseerd wordt door de organisatie 'Le Non Lieu' met de steun van het département du Nord. De actie wordt gecoördineerd vanuit Roubaix. In deze laatste stad en in Tourcoing worden fabrieksschoorstenen gerestaureerd door de firma Coornaert, een Vlaams ambachtelijk bedrijf uit Harelbeke en één van de weinige dat nog beschikt over de juiste kennis. In het Spaanse Mataró en Terrassa (Catalonië) en in de badplaats Málaga (Andalusië) besliste de overheid dat fabrieksschoorstenen niet meer mogen gesloopt worden, maar als bakens in het stadslandschap moeten bewaard blijven. In Nederland zijn eveneens reeds verschillende schoorstenen beschermd, wordt een sterke schoorsteenwerking uitgeoefend door één nationale en verscheidene regionale verenigingen, werden reeds verschillende schoorstenen gerestaureerd en bestaan bij Werkspoor Utrecht zelfs plannen om een verdwenen schoorsteen te reconstrueren.
Bescherming
In Vlaanderen werden onlangs de fabrieksschoorstenen van de elektriciteitscentrale in Izegem en van Agfa-Gevaert in Mortsel beschermd. De reeds eerder beschermde betonnen Monnoyer-schoorsteen van de steenkoolmijn van Zolder werd recent met overheidssubsidies gerestaureerd. Volgens de vzw Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie (VVIA) blijft er echter nog veel te doen. In de meeste industriële gemeenten in Vlaanderen blijft vandaag slechts een fractie over van het woud aan schoorstenen dat een halve eeuw geleden nog het stadslandschap bepaalde.
'Ofwel realiseert men zich plots dat ze weg zijn ofwel worden ze met de nodige media-aandacht platgelegd en probeert men van die gebeurtenis zelfs een feestje te maken. Fabrieksschoorstenen zijn dus een bedreigd erfgoed, al worden ze nog te weinig als dusdanig gewaardeerd. Erfgoed is echter een niet-hernieuwbare grondstof: eens verloren is het voor altijd verloren', klinkt het bij de VVIA.
Fabrieksschoorstenen zijn niet enkel landschappelijk, historisch en zelfs volkskundig belangrijk, het zijn tevens indrukwekkende bouwtechnische realisaties. De smalle ronde bakstenen constructies moeten bestand zijn tegen weer en wind en moeten enorme spanningen en temperatuurverschillen kunnen opvangen. Dit alles zijn volgens de vzw voldoende redenen om speciale aandacht te besteden aan de inventarisering, bewaring en bescherming van de oude fabrieksschoorstenen in het landschap. Het is zelfs mogelijk ze een nieuwe functie te geven in de moderne post-industriële maatschappij.
Daarom keurden de deelnemers aan de Vlaams-Nederlandse Ontmoetingsdag voor Industriële Archeologie (VNODIA) die recent in Antwerpen werd gehouden, een memorandum goed dat bestemd is voor de verschillende bevoegde overheden. In de nota wordt aan het Vlaamse Gewest en het Agentschap Onroerend Erfgoed gevraagd om zo spoedig mogelijk een inventaris op te stellen van de in Vlaanderen nog bestaande fabrieksschoorstenen en deze in een eerste fase op te nemen in de Vastgestelde Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed. Tevens dient een selectie te worden gemaakt van de meest representatieve fabrieksschoorstenen zodat deze als monument kunnen worden beschermd.
In het memorandum wordt ook gevraagd om vooraleer een sloopvergunning voor een fabrieksschoorsteen af te leveren, grondig na te gaan op welke wijze deze behouden kan worden en welke rol of merkteken de voormalige schoorsteen kan spelen in de nieuwe geplande ontwikkelingen. De Vlaamse Gemeenschap krijgt ook de vraag om iets te doen om het behoud van de stiel van ambachtelijke schoorsteenbouwer veilig te stellen en het beroep desgevallend op te nemen in de lijst van immaterieel erfgoed.
Een ander aspect is het stimuleren van het onderzoek naar de geschiedenis en de verhalen van de Vlaamse schoorsteenbouwers die tot ver over de grenzen trokken om fabrieksschoorstenen te bouwen. Alle erfgoedverenigingen, historische en volkskundige kringen worden opgeroepen om bij te dragen aan de bewustwording van de historische en monumentale waarde van fabrieksschoorstenen, aan het onderzoek naar hun geschiedenis en de geschiedenis van hun bouwers, en om mee te werken aan de inventarisatie van de nog bestaande fabrieksschoorstenen.