Sint-Donatustoren in Leuven gerestaureerd
De restauratie van de middeleeuwse Sint-Donatustoren in het stadspark in het centrum van Leuven is klaar. De toren werd samen met andere restanten van de eerste stadsomwalling in 1978 beschermd als monument. In 2004 stortte het gewelf van de binnenkamer in. De gevaarlijke toestand van de toren vormde de aanleiding voor het uitvoeren van vooronderzoeken en de start van een restauratiedossier. De toren werd in erfpacht gegeven aan de Vlaamse ergoedvereniging Herita vzw, die er samen met de stad Leuven voor zorgde dat de toren na de restauratie opnieuw het stadspark siert. De stad wil de oorspronkelijke stadsomwalling opnieuw visualiseren in het straatbeeld.
De restauratie gebeurde door Denys nv uit Wondelgem. Het ingestorte bolgewelf van de binnenkamer werd gedeeltelijk gereconstrueerd naar middeleeuws model en heropgebouwd. De bovenzijde van de toren werd opnieuw afgewerkt. Na de instorting van het koepelgewelf, bewaarde men de stenen. De aannemer gebruikte voor de afwerking van de bovenzijde deels deze gerecupereerde stenen, aangevuld met nieuwe stenen. Er is opnieuw een vloer gebouwd op het niveau van de originele walgang. Bovenop het bolgewelf bevindt zich een groendak met vegetatie die geen schade toebrengt aan de toren.
In de oorspronkelijke toestand was de toren nog een verdieping hoger. De later toegevoegde trap werd tijdens de restauratiewerken geconsolideerd en waar nodig aangevuld met nieuwe natuurstenen treden. Plaatselijk moesten bepaalde natuurstenen vervangen worden. Men gebruikte hiervoor zoveel mogelijk materiaal dat ter plaatse aanwezig was. Nadien werd het geheel opnieuw gevoegd met kalkmortel. Om de stabiliteit te garanderen werden de funderingsaanzetten en -bogen, die in de negentiende eeuw werden vrijgelegd, opnieuw ingegraven. Zo ontstond een klein talud rondom de toren. Omwille van veiligheidsredenen is de toren niet toegankelijk. Een smeedijzeren hek sluit de toren af. Bezoekers kunnen wel opnieuw door de toren wandelen, langs het eerste deel van de trap.
Nieuwe projecten
De stad Leuven wil de schaarse restanten van de stadsomwalling stuk voor stuk consolideren en waar mogelijk integreren in nieuwe projecten. Een toren in het stadspark aan de school Sancta Maria werd enkele jaren geleden al gerestaureerd. Het restauratiedossier van Handbogenhof werd eind vorig jaar ingediend bij het Agentschap Onroerend Erfgoed. Dit dossier bevat niet enkel de restauratie van de ringmuur en de twee torens, maar ook de aanleg van een nieuw park langs de Dijle.
Het vernieuwde Handbogenhof moet een aangename passage worden tussen de aan te leggen parking De Bruul en de nieuw te ontwikkelen Hertogensite en moet de herwaardering van de benedenstad stimuleren. Op Hertogendal gaf nv Resiterra, die het gebied gaat ontwikkelen, dit jaar een grondige onderhoudsbeurt aan de twee torens en het restant van de stadswal die zich op de site bevinden. Ook dit gedeelte van de eerste ringmuur zal een prominente zichtbare plaats krijgen in dit stadsontwikkelingsproject. Het dossier om het neergevallen deel van de muur in het stadspark herop te bouwen, is in voorbereiding.
Visualisatie
Vandaag zijn nog op een tiental plaatsen restanten aanwezig van de eerste ringmuur. Het Leuvense stadsbestuur wil die oude stadsomwalling opnieuw een beetje 'tastbaar' maken in de stad. Dit moet op een innovatieve en originele manier gebeuren. De stad wil een symbool of markering laten ontwerpen die aangebracht zal worden op openbare plekken, waardoor de oude stadsomwalling met haar torens en poorten als het ware weer 'zichtbaar' wordt. Er zijn acht kandidaten voor de aanvraag die hiervoor eerder werd uitgeschreven.
De Sint-Donatustoren maakte deel uit van de eerste stadsomwalling van Leuven. Vanaf de elfde eeuw groeide Leuven uit tot een belangrijk politiek en economisch brandpunt. Daardoor kreeg de stad steeds meer nood aan een degelijke bescherming rondom haar centrum. Daarom werd een ringmuur opgetrokken. De bouw van deze eerste stenen omwalling van Leuven wordt gesitueerd tussen 1156 en 1165. De min of meer cirkelvormige muurgordel met de Sint-Pieterskerk als middelpunt was ongeveer 2.700 m lang. Op regelmatige afstand verrezen 31 torens als extra verdediging van de stad. Er waren ook elf stenen poorten ter hoogte van de belangrijkste invalswegen. Op de plaats waar de Dijle de stad binnenstroomde en haar weer verliet, werden twee waterpoorten gebouwd.
Toen in het begin van de dertiende eeuw een sterke economische groei plaatsvond en het inwonersaantal steeg tot ongeveer 20.000, bleken nieuwe verdedigingswerken onontbeerlijk. Tegen het einde van de twaalfde eeuw waren alle terreinen binnen de omwalling reeds bewoond. Ongeveer 200 jaar na de bouw van de eerste ringmuur werd omstreeks 1360 een nieuw verdedigingssysteem aangelegd. Deze tweede ringmuur had een lengte van ruim 7 km en telde acht toegangspoorten. De eerste omwalling verloor zo haar verdedigingsfunctie en werd daarna stelselmatig afgebroken. Heel wat stenen werden hergebruikt. De Sint-Donatustoren trotseerde, samen met nog negen andere torens, echter de tijd. Daardoor is het monument één van de schaarse getuigen van de middeleeuwse stadsomwalling en daarom is het historisch en ook toeristisch zeer belangrijk.
In 1867 werd beslist om een stadspark aan te leggen op de plaats van het Gildehof en het Sint-Donatuscollege. Dat gebeurde volgens een ontwerp van Jacques Rosseels. In dit landschapspark werd de toren van de eerste ringmuur als een ruïne geïntegreerd, typisch voor de romantische stijl in de landschapsparken van die periode. Het weggraven van de funderingsgrond versnelde echter het verval van de toren. Een deel van de ringmuur werd omwille van stabiliteitsproblemen bij de aanleg van het park gesloopt. Daardoor bleef enkel de toren als restant bewaard.
In die periode legde men ook de funderingen bloot en voegde men aan de oorspronkelijke veldzijde een trap toe met een opening als toegang tot de toren. Het beeld dat we nu hebben van de toren strookt niet met het middeleeuwse uitzicht. Met de aanleg van het stadspark in de negentiende eeuw werd het maaiveld verlaagd en kwamen de fundamenten en funderingsbogen bloot te liggen. Bovendien werd een trap aan de toren toegevoegd die zich, onlogisch volgens de verdedigingsprincipes, aan de buitenzijde van de toren bevindt.