Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Bouwprojecten

"Stop de verplichte miljoenensubsidies aan kerkfabrieken"

Vlaamse gemeenten en steden pasten in 2020 127 miljoen € bij voor de investeringen van kerkfabrieken. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Maurits Vande Reyde (Open Vld) in kaart bracht. Hij wil die financiering afschaffen, zoals eerder in het Brusselse Gewest gebeurde.

kerken
Decretaal zijn steden en gemeenten verplicht om bij te springen in de tekorten van de kerkfabrieken. Dit zijn de instellingen waarin het patrimonium van de katholieke parochies is ondergebracht, zoals kerkgebouwen, gronden en kapelletjes. Bij grote en kleine renovaties van die gebouwen moeten de lokale besturen hun portemonnee opentrekken. In 2017 bedroegen al die tussenkomsten nog 68 miljoen €. Drie jaar later is dat gestegen tot 127 miljoen €. Niet zelden gaat het om investeringen in kerken die volgens Vande Reyde nog amper gebruikt worden.
 
Volgens Open Vld is voor vele burgemeesters die blanco cheque van de belastingbetaler aan de kerkfabrieken een doorn in het oog. Ze zijn daarom al langer vragende partij om deze Vlaamse verplichting aan te passen.
 
“Het is een regeling die nog stamt uit de tijd van Napoleon. De Rooms-Katholieke kerk heeft politiek geen invloed meer, maar de belastingbetaler betaalt nog steeds een groot deel van hun rekening. Vroeger kon je nog argumenteren dat die investeringen een publiek nut hadden. Maar nu de meeste kerken leeg staan, is die gigantische factuur niet langer te verantwoorden bij de inwoners van een gemeente. Gemeenten en steden moeten zelf kunnen beslissen hoeveel ze nog willen bijpassen. De Vlaamse verplichting om dat te doen moet op de schop”, meent parlementslid Vande Reyde.
 
Er iets aan doen blijkt in de praktijk echter niet zo simpel. Dat zou moeten gebeuren door het ‘decreet over de werking van de erkende erediensten’ aan te passen. Daarin staat waarvoor gemeenten, steden en provincies financieel moeten tussenkomen. “Het grote probleem hier is het financiële kluwen van godsdiensten. Er zijn enerzijds de kerkfabrieken, die een publiek karakter hebben en waarvoor de lokale besturen dus de kosten moeten dekken. Daarnaast zijn er ook nog duizenden vzw’s van parochies en hogere kerkbesturen, bisschoppelijke paleizen, religieuze orden, educatieve instellingen en ga zo maar door. Dat zijn geen publieke instellingen, maar zij beschikken doorgaans over veel middelen. Het gebeurt zelfs dat deze vzw’s investeren in luxeflats en aandelen van bedrijven. Daartegenover worden de publieke kerkfabrieken meestal karig gefinancierd, waardoor de lokale besturen moeten bijspringen en dit terwijl het gaat om dezelfde geloofsgemeenschap. Dat is hoogst creatieve boekhouding. De transparantie van de geldstromen binnen de kerk is zoek. We moeten het decreet op termijn aanpassen zodat kerkbesturen zich omvormen tot één vzw, waarbij duidelijk is over hoeveel middelen ze zelf beschikken. Dat is niet meer dan logisch als je op zoveel belastinggeld beroep doet. Daarna kunnen steden en gemeenten zelf beslissen om de miljoenensubsidies eventueel te stoppen door de decretaal verplichte tussenkomsten af te bouwen en de eigen middelen van de geloofsgemeenschappen aan te spreken”, aldus Vlaams parlementslid Jean-Jacques De Gucht.
 
Vande Reyde verwijst naar het Brusselse voorbeeld, waar in 2020 zo’n hervorming gebeurde. “Het Brusselse Gewest heeft vorig jaar korte metten gemaakt met de vrijblijvende factuur aan kerken. Ze hebben alle tussenkomsten aan kerken weggetrokken bij de gemeenten en komen zelf nog voor maximum 40% tussen. Dat is een moedige stap die we in Vlaanderen ook moeten durven zetten. De religieuze gemeenschappen moeten in eerste instantie hun eigen middelen aanspreken. Die zelfdiscipline is in Vlaanderen afwezig door de huidige regeling”, zegt Vande Reyde.
 

 

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten