The source: slim van bron tot monding In het nieuwe hoofdkwartier toont Eiffage construction belux wat een smart building kan zijn
Begin dit jaar namen de teams van Eiffage Construction BeLux, de Brusselse aannemer Valens en Eiffage Real Estate hun intrek in hun nieuwe hoofdzetel in Oudergem. ‘The Source’ is het gevolg van een duurzaam renovatieproject, waarbij de bestaande structuur werd behouden om smart te worden heropgebouwd. “En dat heb ik het niet in de eerste plaats over energie-efficiëntie”, zegt smart building ‘regisseur’ Michael Van de Poel, “Je bent niets met een energie-efficiënt gebouw waar de eindgebruikers zich niet goed in voelen.”

Door materialen te hergebruiken (toiletten, verhoogde vloeren, deuren, tapijten), de betonnen structuur te behouden, minder ruimte te bezetten en innovatieve CO₂-warmtepomptechnologie te installeren om te verwarmen en te koelen werd de impact op het milieu verminderd met 854 ton CO₂. Om in dat duurzame gebouw te geraken moet je trouwens langs een nieuwe trap die in samenwerking met Devagro werd gegoten in het koolstofarm beton van Vuylsteke-Eiffage, een ander zusterbedrijf.
Behalve duurzaamheid nastreven moest het gebouw echter ook de co-creatie en creativiteit bevorderen. “Het moest een plek worden waar mensen zich goed voelen en dat is voor mij wat een gebouw echt slim maakt”, zegt Michael Van de Poel. Hij is senior consultant bij SB Experts en W-Realize en founding father van Trigrr dat het building operation system levert. “Noem mij de coördinator van het smart building-gedeelte. De tussenpersoon tussen studiebureau, bouwteam en architecten. Ik zie mij als iemand die partijen uitdaagt, vragen stelt, strategieën ontwikkelt om tot gedragen oplossingen te komen die vooral ook de gebruiksvriendelijkheid voor de eindgebruiker tot doel heeft. Het werk is nog niet af, het zal altijd blijven evolueren. En dat dit is misschien wel het beste teken van de smartness van het gebouw Ik schrijf scenario’s voor een gebouw dat 24/7 in beweging is en gedurende de volledige levensduur in beweging moet blijven. Daarom is regisseur misschien nog niet zo een slechte term. The Source is voor mij de etalage van wat vandaag mogelijk is.”
Evangeliseringswerk
Maar zo een regisseur heeft acteurs nodig. Leveranciers van smart toepassingen bijvoorbeeld die meestal elk hun eigen software en smart systeem hebben ontwikkeld.
“Het vergt nogal wat evangeliseringswerk. Om de bouwheer van de meerwaarde van een centraal systeem te overtuigen, in de eerste plaats. Hij moet de ambassadeur zijn om vervolgens alle relevante leveranciers mee in de boot te krijgen. Daarom vertel ik hem over de duurzame manier waarop ik het slimme netwerk wil opbouwen, zonder gevaar voor vendor lock-ins en met een positief effect op de kosten. Omdat ik alle leveranciers uitdaag, kunnen we de budgettering bovendien scherper zetten.”
“Want het klopt inderdaad dat ze mij eerst niet graag zien komen. Ik kom immers hun normale werking verstoren. Het wantrouwen duurt meestal niet lang. Ongeacht of het nu de HVAC-installateur of de elektricien is, ze hebben snel door dat hun toepassing zal schitteren in het complexe geheel. Mijn expertise ondersteunt hen in de programmatie, waarvoor ze bij gebrek aan kennis toch meestal een onderaannemer aanstellen. Vandaar dat ik nog het liefst meteen met de onderaannemer programmatie overleg. Die heeft snel door dat zijn werk dankzij ons duidelijker afgelijnd wordt.”
Voor een gebouw dat voor de totale levensduur smart moet kunnen zijn, is vroeg mee rond de ontwerptafel zitten de voorwaarde.
“Ik werk mee met het studiebureau aan de lastenboeken rond het smart buildingverhaal zodat ik erop kan toezien dat de gewenste en potentiële functionaliteiten mogelijk zullen zijn. Waar bepaalde hardware fysiek best geplaatst wordt en welke doorgangen, schachten, technische ruimtes daarvoor extra nodig zijn. In het geval van een smart building is het interessant om van in het begin alle mogelijke technieken te benaderen. Tot in bijvoorbeeld vast en los meubilair toe. Verder was ik van bij het prille begin de verbindingsofficier met de IT-afdeling die achteraf een grote rol zal spelen in dit verhaal.”
Codering van de ruimtes
“De basis van een smart building is de codering en zonering van alle ruimtes in een 2D As Build-model, zodat iedereen meteen en voor altijd zijn weg kan terugvinden. Als dat niet gebeurt, ontstaat binnen de kortste keren een Babylonische spraakverwarring. Er moet altijd een dubbele nomenclatuur bestaan, de naam van een ruimte of zone, die in de loop van het leven van het gebouw geregeld zal veranderen en de locatie- en zonecode die nooit meer zal veranderen. Ook al is dit nog louter technisch, voor mij maakt dit een groot deel uit van het smart buildingverhaal. Vandaag kom ik in superveel gebouwen waar de verwijzingen in de KNX-installatie van de elektricien, in niets overeenkomen met die van de HVAC-installateur, behalve dan misschien in de vermelding van de juiste verdieping. Iedereen gebruikt andere labels, namen en codes. Door een vaste codestructuur zullen veranderingen in ruimtes onderweg of later de technische opzet nauwelijks verstoren. Zones groeperen om een nieuwe ruimte te creëren vragen soms enkel wat software-aanpassingen. Als het later weer wordt veranderd, blijft heel het As Builtplan van het begin overeind.”
Backbone IP
Tweede stap is de opbouw van de Backbone IP, de kerninfrastructuur van het netwerk dat zorgt voor de data-overdracht tussen verschillende netwerksegmenten. In plaats dat iedere contractor een eigen netwerk uitbouwt, hebben we de behoeften van iedereen geïnventariseerd. Aangezien we voor The Source de eindgebruiker kenden, is er ook meteen beslist om de technische netwerken van het gebouw mee te verwerken in het netwerk van Eiffage. In een gebouw waarvan je de eindgebruikers nog niet kent en je weet niet hoeveel er zullen zijn, heb je een andere aanpak nodig. In dat geval wordt er een dubbele backbone voorzien; één voor gebouwtechnieken en één voor gebruikers.”
“Voor gebouwtechnieken wordt op die manier alles structureel gegroepeerd en alle technieken kunnen gemakkelijk met elkaar geïntegreerd worden. Voor de veiligheid gebeurt dat volgens een VLAN-structuur. De backbone wordt fysiek opgedeeld in logische, gescheiden netwerken en elke contractor krijgt zijn eigen netwerk (VLAN). Daardoor kunnen technieken elkaar nooit beïnvloeden als iemand een netwerkfout maakt. We voorkomen tegelijk ook dat je niet zonder moeite in een systeem kan geraken om het te manipuleren. Veel gebouwen zijn vandaag zogezegd ‘slim’ maar dan wel met technieken uit de jaren ‘90. Als ik mijn laptop in hun netwerk plug, dan kan ik binnen de kortste keren alle primaire curves sturen en veranderen van pakweg de HVAC-installatie, zonder login of paswoord
“Daarom is deze backbone zo belangrijk. Als die goed opgezet is, zijn fantastische dingen mogelijk. Dan kan pakweg een netwerkconnector in een kantoor, bedoeld voor een super beveiligde bedrijfslaptop, vlot ingewisseld worden voor een bluetoothmodule die muziek laat spelen in de luncharea van het gebouw.”
Building Operating System
“Een Building Operating System (BOS) is een relatief nieuw concept. In de kern is het een centraal softwareplatform dat als een overkoepelende laag dient voor alle systemen en data in een gebouw. Het gaat verder dan een traditioneel gebouwbeheersysteem. Eiffage heeft voor Trigrr gekozen, een oplossing die ik tien jaar geleden mee heb laten ontstaan, op een ogenblik dat de markt daar nog niet klaar voor was. Kort gezegd: het zorgt ervoor dat in the end de muur van je gebouw niet vol hangt met verschillende schakelaars, panelen en dashboards, waardoor je niet meer weet hoe je het licht aansteekt of de verwarming lager zet.”
“Een BOS voorkomt dat elke contractor zijn eigen user interface installeert. Een bedieningspaneel van een bepaalde techniek zal bijvoorbeeld slim het licht kunnen aansturen maar als je er ook andere toepassingen mee probeert te beheren, loop je vroeg of laat tegen een muur of maak je het veel te complex. Vergelijk het met een huis waar almaar meer koterijen aan bijgebouwd worden. Een BOS zorgt voor centralisatie, naadloze interactie van de systemen en de gebruiksvriendelijkheid van het geheel voor de eindgebruiker. Wie dat ook is. Van de kuisploeg die ’s nachts het gebouw binnenkomt en naar Nostalgie wil luisteren, de communicatiedienst die events organiseert en de ledverlichting van de gevel in een bepaalde kleur wil, een team dat een vergaderlokaal wil boeken, tot de ceo en de gebouwbeheerder die de energiefactuur wil laten dalen.”
“Een building systeem respecteert tegelijk dat elke leverancier zijn eigen toepassing kan programmeren zoals hij dat wil. De BOS gaat zich niet moeien met hun primaire regeling, die bepaalt wanneer dat de koelbatterij of warmtepompen moeten aanspringen en op welk vermogen. Binnen de silo blijven de Siemens en Johnson Controls van deze wereld heel goed werk leveren. Maar de secundaire sturing, de fijnafstemming per ruimte of per zone, hebben we in The Source verhuisd naar Trigrr. Het is een hybride cloudtoepassing die poepsimpel te gebruiken is. Het slurpt alle data van de verschillende toepassingen en verschillende protocollen op en vertaalt ze via een lokale gateway geëncrypteerd naar de cloud. Inclusief de data van back-endtoepassingen die op zich misschien slecht beveiligd zijn.”
“Afhankelijk van de rol die je als eindgebruiker krijgt toebedeeld, kan je vervolgens vanop je smartphone of vanwaar dan ook, het overzicht krijgen van de prestaties van alle technieken van het gebouw. Tegelijk kan je op een heel visuele manier over alle technieken heen, complexe scenario’s neerschrijven en dashboards opstellen. Eén van die technische silo’s is bijvoorbeeld de verlichting van Signify Interact. Dat zijn lichtarmaturen die uitgerust zijn met sensoren om onder meer de lichtwarmte, lichtsterkte dynamisch te sturen. Ze genereren ook data over de bezetting van de lokalen. Die zijn meteen interessant om via de BOS andere technieken dynamisch mee te sturen. Maar je kan ook ad hoc ingrepen doen. Het is op elk moment aanpasbaar aan nieuwe noden, nieuwe agenda’s. Een smart building bouwen betekent vandaag eerder een gebouw smart ready maken. Zorgen dat de infrastructuur zodanig opgebouwd is dat alles duurzaam communicatief is.”
Energetisch verbeteren
“Je maakt een gebouw niet slim omwille van het gebouw maar omdat de mensen die het moeten gebruiken zich er goed zouden voelen. Ik heb al heel veel audits gedaan in slimme gebouwen waar de enige scope de energetische efficiëntie is. Waar werknemers steen en been klagen omdat het slimme systeem plots de zonwering laat openschuiven, terwijl het zonlicht dan pal op hun scherm invalt. Waar manueel bijsturen ook niet toegelaten is omdat dit de verwarmingslogica tegenwerkt. Dat zijn absurde toestanden. Energie-efficiëntie moet samengaan met efficiëntie voor de mensen. Het gaat over empathie met de eindgebruiker. Dat is bij The Source het geval. De smartness moet er onder meer voor zorgen dat het gebouw energetisch goeie punten scoort. Alle data zijn voorhanden om dat blijvend op te volgen en bij te sturen en het BOS heeft alle mogelijkheden om dat fijnmazig te doen.”
