UGent heeft sportlaboratorium met twee bijzondere vloeren
Jacques Rogge, voormalig voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité, heeft op 16 oktober het naar hem genoemde Laboratorium voor Sportwetenschappen van de Universiteit Gent (UGent) geopend. Vooral de vloeren, de sportvloer en de dakvloer, springen in het oog.
Het Laboratorium voor Sportwetenschappen-Jacques Rogge van de Universiteit Gent is een nieuwbouw van de vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen. Het werd gebouwd door hoofdaannemer Gabecon naar de plannen van Van Acker & Partners. In het Laboratorium wordt hoogstaand innovatief wetenschappelijk onderzoek verricht naar sport en de menselijke beweging en worden op basis van de onderzoeksresultaten concrete maatschappelijke toepassingen uitgewerkt.
Het gebouw bestaat uit twee onderzoekseenheden (Biomechanics and motor control of human movement en Exercise physiology and sports nutrition) en huisvest een consortium van onderzoekers uit verschillende disciplines zoals biomechanica, motorisch leren, inspanningsfysiologie en sportvoeding. Ook de samenwerking met andere disciplines zoals de ingenieurswetenschappen en musicologie wordt erin vormgegeven. Zo huisvest het nieuwe laboratorium voor Sportwetenschappen ook de integrated Research Unit for Human Motion Analysis (iRUNman), het multidisciplinaire onderzoeksplatform tussen bewegingswetenschappen, musicologie en ingenieurswetenschappen. Het platform werd opgericht met Herculesfinanciering voor wetenschappelijke basisuitrusting.
Victoris
De focus van het laboratorium ligt op het ontwikkelen van wetenschappelijke inzichten in de domeinen van de sport- en bewegingswetenschappen. De onderzoeksprojecten oriënteren zich zowel op fundamentele wetenschappelijke aspecten als op toegepaste technologische innovaties. Het team van onderzoekers voert daarbij een actief beleid inzake technologietransfers via het IOF-consortium Victoris en probeert zijn bevindingen te valoriseren naar zowel de maatschappij als naar de industrie. De infrastructuur en expertise worden projectmatig ter beschikking gesteld aan andere onderzoeksgroepen, bedrijven en andere actoren uit de sportwereld.
Sportvloer
De eerste vloer-uitdaging van dit project is de sportvloer in het laboratorium 'Biomechanics and motor control of human movement'. De doelstelling was een vloer van 50 m lang te realiseren die op elk punt in de zaal exact dezelfde eigenschappen heeft zodat overal dezelfde parameters gelden voor het onderzoek. Dat is op zich niet zo'n grote uitdaging, maar wel als je daarbij optelt dat in de vloer op tientallen plaatsen uitsparingen van verschillende grootte zitten waarin allerhande meettoestellen kunnen geplaatst worden. Die moeten dan nog eens zowel verdekt als zichtbaar kunnen opgesteld worden. Idemasport slaagde erin deze opdracht tot een goed einde te brengen.
'De vraag van de UGent was om een vloer te maken die op alle plaatsen een gelijkmatige druk en meting mogelijk maakt. De vloer moet ook naadloos overlopen in de meetputten, met beklede meetplaten. Wij ontwikkelden een vloer met onderlaag in 9 mm rubber, bekleed met 2 mm polyurethaan, waarvan 1 mm harde, drukspreidende tussenlaag. In samenspraak met de technische diensten van de universiteit werd de ondervloer afgeschuurd en met epoxy volledig horizontaal bijgesteld. De overgangen met L-profielen werden ook minutieus uitgewerkt', weet Koen Platevoet van Idemasport.
Buitenterreinen
Een tweede vloeruitdaging was het platte dak. Daar zag de Gentse universiteit de kans om twee sportvelden te realiseren die zowel recreatief als voor onderzoek ingezet kunnen worden. De uitdaging was hier om de dakopbouw zo uit te voeren dat bij het beoefenen van sporten, in de eerste plaats tennis, geen enkele trilling doorgegeven wordt die de meetresultaten in het onderliggende laboratorium zou kunnen beïnvloeden. Na lang wikken en wegen werd beslist om de klassieke plat dak-opbouw te combineren met een dikke laag geëxpandeerde klei (zoals Argex) en met zand ingestrooid kunstgras.
Het kunstgras instrooien met meer klassieke plastic korrels zou het terrein te veel veerkracht geven voor tennis, terwijl een klassiek tennisterrein met bv. gravel te veel trillingen zou doorgeven. Volgens de eerste resultaten is het opzet geslaagd. De buitenterreinen hebben tussen de tennisvelden een luik waar alle gangbare meettoestellen kunnen op aangesloten worden. De netten hangen niet aan palen die in de dakvloer zitten, maar in een verrolbare structuur.