Sinds 1814 is Brouwerij Van Den Bussche gekend als brouwer aan de kleine Dijk in Diksmuide. Ze bleef in werking tot aan de Eerste Wereldoorlog en Gustave Van Den Bussche was ook schepen van Diksmuide. De puinen van de brouwerij werden na WO I overgenomen door de familie Debackere om er een bier- en drankenhandel en later een limonadefabriek uit te bouwen. Na de teloorgang van de brouwerij werden de gebouwen overgenomen door de stad Diksmuide waarna er eerst de brandweer en daarna de technische dienst in gehuisvest werden.
De immens grote hangar van de naoorlogse limonadefabriek werd gebouwd in metselwerk op een betonnen sokkel. De metershoge bakstenenmuren van de limonadefabriek stonden op de grenslijn met het historische Oude en Nieuwe Begijnhof. Dat gaf een schril contrast tussen het beschermde historische patrimonium en de naoorlogse economische wederopbouw.
Rup
De stad Diksmuide besefte de grote strategische waarde van deze plek en bij de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan Centrum eind 2012 werd de site dan ook ingekleurd als een projectzone voor woonontwikkeling waarbij nieuw openbaar domein voor wandelaars en fietsers ontsluiting moest geven naar het wandelpad langs de polders dat ondertussen gerealiseerd is.
De stedenbouwkundige voorschriften van het rup suggereren 14 tot 30 woongelegenheden die samen een woonerf vormen waarbij de aandacht ligt op openbaar groen en extra ontsluiting (ook voor brandweer) voor de aanpalende historische sites van het Oude Begijnhof en het Nieuwe Begijnhof.
Bij het afbakenen van deze strategische projectzone beperkte het rup zich niet enkel tot de site van de oude limonadefabriek, maar werden ook de aanpalende private panden mee ingekleurd als projectzone voor woonontwikkeling.
Projectregisseur
De stad Diksmuide besliste om de uitwerking van deze woonontwikkeling toe te vertrouwen van Vlaanderen Bouwt vzw (Vlabo). Deze vzw treedt al meer dan 32 jaar op als projectregisseur voor lokale besturen en privé-grondeigenaars.
In samenspraak met stad Diksmuide en enkele administraties (oa Erfgoed) werkte Vlabo vzw het wedstrijdbestek uit.
Vlabo slaagde erin om de aanpalende eigenaar van een privaat pand, een oude fitnesszaal, mee te laten participeren waardoor de projectzone grotendeels overeenstemt met de initiële zone van het rup. Eénmaal alle partijen hun groen ligt hadden gegeven over het wedstrijdbestek van kon Vlabo zijn werkmethodiek starten.
Het wedstrijdbestek werd breed bekend gemaakt aan aannemers en architecten. Iedereen kan deelnemen en men moet inschrijven als een bouwteam waarbij de ontwerper een project uitwerkt en de aannemer op dit ontwerp een prijsberekening maakt, dit alles conform de krijtlijnen van het bestek. Omdat betaalbaarheid een criterium is en één van de doelstellingen van Vlabo is de wisselwerking tussen ontwerper en aannemer belangrijk en moeten zij elkaar in evenwicht houden.
In het totaal ontving Vlabo zes inzendingen voor de invulling van de site aan de Kleine Dijk waaruit een door Vlabo samengestelde jury van deskundigen een keuze maakte. De ingezonden projecten worden door de jury beoordeeld aan de hand van vooraf bepaalde selectiecriteria: woonkwaliteit, architecturale kwaliteit, stedenbouwkundige samenhang, duurzaamheid en technieken en betaalbaarheid.
Behalve een vertegenwoordiging van het lokaal bestuur bestaat de jury uit een vertegenwoordiger van Erfgoed, het studiebureau van het rup, de Gecoro (gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening), de Bouwunie, de Confederatie van de Bouw, het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor de Bouw (WTCB) en een professor architectuur. Van de zes inzendingen werd het ontwerp van architect Jan De Vestele uit Brussel aangeduid voor realisatie. Het gekozen ontwerp stelde een mix voor van 17 woonentiteiten.
Recht van opstal
Het is de aannemer van het winnende project die de omgevingsvergunning aanvraagt. De grondeigenaars (hier de stad Diksmuide en de eigenaar van de voormalige fitness) treden niet op als bouwheer. Onder regie van Vlabo verlenen zij een recht van opstal aan de geselecteerde aannemer. Zo kunnen de grondaandelen van de woningen en appartementen rechtstreeks verkocht worden aan de toekomstige kopers.
De aannemer, bouwbedrijf Catteeu uit Lo-Reninge kreeg het recht van opstal en trad op als bouwpromotor, hij bouwde en verkocht het project en diende hierbij de prijzen van de woonentiteiten die hij indiende bij de wedstrijd te respecteren. De kopers kochten een woning of appartement van de aannemer en het bijhorende grondaandeel rechtstreeks van de grondeigenaars.
Porseleinen kroonkurk
Hoe uniek deze locatie wel is in Diksmuide bleek bij afbraak van de oude limonadefabriek. Plots kon je vanuit het centrum van Diksmuide de polders zien. Ook moesten de twee historische begijnhoven niet meer opboksen tegen het mastodontvolume van de limonadefabriek. Plezant was dat de werkmannen van bouwbedrijf Catteeu nog een originele porseleinen kroonkurk van brouwerij Van Den Bussche terugvonden.
Het unieke uitzicht werd bij het lanceringsmoment in maart 2019 in de verf gezet. Catteeu bouwde een heuse stelling van drie bouwlagen hoog zodat geïnteresseerde kopers als eens konden proeven van het uitzicht vanop hun toekomstige terras. Aan één zijde de weidse polders en aan de andere zijde de historische kern van Diksmuide.
Sinds eind januari zijn bijna alle woningen bewoond.
Het woonproject bestaat uit een mix van woningen en appartementen met tuin of ruim terras. De hedendaagse bouwvolumes nestelen zich bedachtzaam rond een insteekweg en een pleintje. Aan de straatzijde bij de Kleine Dijk accentueren muurtjes het poorteffect. Een passant die hier binnenloopt ervaart dat hij ‘ergens’ binnengaat. Officieel noem we dit vandaag een woonerf maar het nieuwbouwproject ademt door zijn geslotenheid de sfeer uit van een hedendaags begijnhof. De parkeerplaatsen voor de bewoners zijn gebundeld naast het pleintje en worden afgebakend door een ‘zwevend’ appartement waardoor de auto’s aan het oog onttrokken zijn. Vanaf het pleintje is er nog enkel doorgang voor zacht verkeer, wandelaars en fietsers, richting polder of begijnhof. Grote betondallen accentueren de looplijn, ernaast een groene vlakte van grindgras om de draaicirkels voor de brandweer te garanderen. Waar de insteekweg aansluit op het wandelpad langs de polders is een rustplek voorzien. De ontwerper heeft er bewust voor gekozen om de betonnen sokkel van de oude limonadefabriek, van ongeveer 1,5 m hoog, te behouden met een grandioos uitzicht over de polders tot gevolg. Een wadi buffert het teveel aan regenwater bij noodweer.
Bouwteam
Projectregisseur: Vlaanderen Bouwt vzw, Betekom
Grondeigenaars: Stad Diksmuide (plus privé grondeigenaar)
Ontwerper: Jan De Vestele, Brussel
Aannemer: Bouwonderneming Catteeu, Lo-Reninge
Studiebureau Openbaar Domein: Cnockaert, Wervik