Winnaars Mies van der Rohe Award 2019 bekend
Een transformatieproject van 530 woningen in Bordeaux door Lacaton & Vassal architects, Frédéric Druot Architecture en Christophe Hutin Architecture is de winnaar van de Mies van der Rohe Award 2019. De Prijs voor opkomend architect 2019 gaat naar de uit Toulouse afkomstige studio BAST voor de kantine van de school in Montbrun-Bocage, Haute-Garonne, vlakbij de Franse Pyreneën.
De Fundació Mies van der Rohe selecteerde eerder vijf finalisten voor de European Union Prize for Contemporary Architecture - Mies van der Rohe Award 2019. Daarbij waren ook twee Belgische projecten: PC Caritas in Melle van architecten de vylder vinck taillieu en het Skanderbeg Plein in Tirana (Albanië) van 51N4E, Plant en Houtgoed, Anri Sala en iRI. Onder de genomineerden voor de prestigieuze architectuurprijs bevonden zich ditmaal opvallend veel projecten van Vlaamse en Brusselse architectenbureaus. Dat wijst op een alsmaar toenemende internationale interesse voor onze architectuurscene. De EU MiesAward wordt om de twee jaar uitgereikt en wordt beschouwd als de Oscar van de architectuur.
Het Kanunnik Petrus Jozef Triest Plein in Melle werd genomineerd voor de Community Award. (Foto: Filip Dujardin)
De twee Belgische projecten hebben het dus niet gehaald, evenmin als het Plasencia Auditorium en Congress Centre door Selgascano (José Selgas en Lucía Cano) en het Terrassenhaus Berlin door Brandlhuber+ Emde, Burlon en Muck Petzet Architekten. Het winnende project omvat een verbouwing en renovatie van drie grote appartementsgebouwen in Bordeaux die alle woningen nieuwe ruimte- en woonkwaliteiten bezorgde. De jury bestond dit jaar uit Dorte Mandrup, George Arbid, Angelika Fitz, Stefan Ghenciulescu, Kamiel Klaasse, María Langarita en Frank McDonald.
Architectenbureau 51N4E ontwierp het Skanderbegplein in Tirana. (Foto 51N4E)
De prijsuitreiking vindt plaats op 7 mei in het Mies van der Rohe Paviljoen in Barcelona. Dan vindt ook de opening plaats van de tentoonstelling ‘EU Mies Award 2019 Exhibition’ met modellen, teksten, video’s, schetsen en tekeningen van de veertig projecten die op de shortlist stonden en een samenvatting van alle 383 genomineerden. De tentoonstelling gaat vervolgens op Europese toernee en start op 13 september in BOZAR in Brussel. De twee Belgische finalisten zullen uitgebreid in de kijker worden geplaatst.
Het auditorium en congrescentrum in Plascencia. (Foto Iwan Baan / EU Mies Award 2019)
PC Caritas Melle
Het Kanunnik Petrus Jozef Triest Plein, ook wel bekend als PC Caritas in Melle, is een project van architecten de vylder vinck taillieu in samenwerking met architecten BAVO en werkgroepen van artsen, directie, personeel en patiënten. Het historische psychiatrisch centrum in Melle was in 1908 de eerste instelling in ons land die gebouwd werd volgens het zogenaamde paviljoenensysteem. Het model insinueert een huiselijk gevoel waar de patiënt tot rust komt in een idyllisch landschap. De infrastructuur was echter vooral gefocust op het isoleren en medicaliseren.
Het plein op het terrein van opdrachtgever Karus (voorheen psychiatrisch centrum Caritas) is ontstaan als resultaat van een onderzoek dat BAVO in 2014 uitvoerde naar het psychiatrisch centrum van de toekomst. Na gesprekken met alle gebruikers van het centrum werd het Sint-Jozefgebouw midden op de campus van de sloop gered en naar een ontwerp van architecten de vylder vinck taillieu getransformeerd tot een activiteitenzone voor patiënten, bezoekers en medewerkers.
Het moest een plek worden zonder specifieke functie, zodat de gebruikers van de campus de onbepaalde ruimte naar wens zelf zouden kunnen invullen. De monumentale ruïne werd door de architecten gestript en waar nodig gerepareerd. Daarnaast werden een aantal vloeren deels weggesneden en een reeks kassen, een boom en lantaarnpaal toegevoegd. De bestaande veranda aan de voorkant van het gebouw is aan de achterkant gespiegeld; een nieuwe plint strekt zich rondom het gebouw uit en verzacht de overgang tussen binnen en buiten.
Skanderbegplein
Het Brusselse architectenkantoor 51N4E won eerder ook al de European Prize for Urban Public Space voor zijn ontwerp van het Skanderbegplein in de Albanese hoofdstad Tirana. Voor de herstructurering van het grote plein in Tirana werd een internationale architectuurwedstrijd uitgeschreven, waarbij de Belgische architecten in 2008 als winnaars uit de bus kwamen.
51N4E creëerde samen met de Albanese kunstenaar Anri Sala een verkeersvrije zone van 170 x 170 m, traag oplopend naar het centrum en omringd door een dichte groene gordel. Het langwerpige Sheshi Skënderbej of Skanderbegplein is het centrale plein van de Albanese hoofdstad. Het is genoemd naar de nationale held Skanderbeg (geboren als Gjergj Kastrioti), wiens grote ruiterstandbeeld in het midden van het plein staat opgesteld.
Na de start van de werken in 2010 en na een wijziging in de administratie werd de uitvoering van het project abrupt stopgezet en het zou duren tot na de nieuwe verkiezingen vóór het eind 2015 opnieuw werd gelanceerd. De evolutie van de stedelijke context en een herevaluatie van de ambities inzake duurzaamheid boden de mogelijkheid om het voorstel te verfijnen terwijl de essentie van het concept intact bleef.
Het Terrassenhaus in Berlijn. (Foto Erica Overmeer / EU Mies Award 2019)
Terwijl het plein door zijn leegte en helling een zekere monumentaliteit meekrijgt, vormt de gordel een biotoop tussen de stad en het plein. Het landschap van het project werd opnieuw bestudeerd en omgezet in een lokaal ecosysteem, anticiperend op de creatie van een nieuwe stedelijke ecologie voor de stad. Lokale soorten werden gekozen om de natuurlijke weerstand van het systeem te verhogen door te reageren op de aanhoudende klimaatverandering. Bomen, struiken en vaste planten werden gecombineerd om de stedelijke biodiversiteit te bevorderen en het microklimaat in het stadscentrum te beheersen. De rijkdom van Albanië in diverse soorten en variëteiten wordt dus gevaloriseerd, waardoor de openbare ruimte recreatieve en educatieve functies kan aannemen.
De ruimtelijke organisatie van deze tuinen, evenals hun technische aspecten, werden tijdens verschillende workshops bestudeerd in dialoog met alle belangrijke actoren van het project. Tijdens de aanpassing van het project werd specifieke aandacht besteed aan mobiliteitsvragen en investeringen in de onmiddellijke en bredere context van het plein.
Zo werd een ondergrondse parkeergarage ontwikkeld in samenwerking met de mobiliteitsdiensten van de stad. Tevens werden voetgangers- en fietsverbindingen en verbindingen met het openbaar-vervoersnetwerk tot stand gebracht. Ten slotte werd de voorkeur gegeven aan lokale materialen, zowel om logistieke als om symbolische redenen. Die ingreep heeft geleid tot de reactivering van enkele plaatselijke steengroeven. Voor de ondergrond gebruikten de architecten diverse soorten steen afkomstig uit verschillende uithoeken van het land.