LEAN werken = winst op vele vlakken
Vandaag swingen zowat alle kosten de pan uit: energie, materialen, lonen… Wie in deze tijden wil overleven, moet op zoek naar manieren om slimmer – en dus efficiënter – te werken. En dat hoeft niet altijd veel te kosten. Zo kan het toepassen van de LEAN-principes een wereld van verschil maken. Voor het eerst toegepast door autoproducent Toyota, is deze aanpak vandaag in de meeste productiesectoren eerder regel dan uitzondering. Dat LEAN ook in de bouw een wereld van verschil kan maken, is echter nog maar weinig geweten.
Wie vernieuwend wil zijn, hoeft niet altijd het warm water opnieuw uit te vinden. Vaak vormt ‘over het muurtje kijken naar andere sectoren’ een ware bron van inspiratie. Intussen begint de Belgische bouwwereld dat ook wel te snappen, maar we zijn er nog lang niet. “In onze contreien overheerst nog steeds de twijfel of een industriële fabrieksmethodiek überhaupt naar de bouwsector kan worden vertaald”, vertelt Tim Vissers, adjunct afdelingshoofd van Buildwise. “Een vreemde gedachtenkronkel, aangezien de bedrijven die er wel in geloven, intussen mooie succesverhalen schrijven. En dat is eigenlijk maar logisch, want in deze sector zijn er nog tal van opportuniteiten om verspilling aan te pakken. Dit resulteert logischerwijze in een procesmatige vooruitgang van de ondernemingen tot gevolg. Koppel dat aan de winst die uit het voortdurende streven naar verbetering voortvloeit, en je beseft snel dat LEAN werken een must is om je marktpositie in deze tijden te behouden en zelfs te versterken.”
Verspilling als grote pijnpunt
Verspilling manifesteert zich in de bouwsector op heel wat domeinen. Zo is er in ateliers en op bouwwerven te veel humane beweging. Arbeiders leggen er dagelijks gemakkelijk tot tien kilometer af, enkel en alleen omdat de materialen en gereedschappen zich niet op de juiste plaats bevinden. Bovendien moeten ze frequent bukken of heffen, bewegingen die in veel gevallen met enkele eenvoudige ingrepen kunnen worden vermeden. Tim Vissers: “Wachten is een ander pijnpunt. Er zijn genoeg redenen waarom de voorziene werkzaamheden niet uit te voeren zijn: slechte weersomstandigheden, de achterstand van andere aannemers, de laattijdige levering van materialen of kranen, ontbrekende goedkeuringen of attesten… Misschien minder gekend, is het probleem van overproductie, dat natuurlijk eveneens een vorm van verspilling is. Veelal gaat het over situaties waarin meer wordt geproduceerd of geleverd dan op dat moment nodig is. In het ergste geval betreft het werken die zonder goedkeuring van de bouwheer of hoofdaannemer zijn uitgevoerd. Werken die te vroeg in de planning worden uitgevoerd, horen eveneens tot deze categorie. In beide gevallen wordt de voortgang van de werken belemmerd en kunnen ze aanleiding tot re-work geven, wat ook in een verlenging van de doorlooptijd resulteert.
En daar blijft het niet bij
De verspilling waarvan alle partijen zich wél bewust zijn, zijn defecten en fouten. Producten of werken die niet aan de specificaties van de klant voldoen, moeten opnieuw worden geleverd of uitgevoerd. Tim Vissers: “Het hoeft geen betoog dat dit een grote impact op de tijdsbesteding, de planning en de winstmarge van de aannemer heeft. Fouten schuilen soms in een klein hoekje. Zo behoort een vergetelheid ook tot deze categorie. Denk maar aan het ontbreken van een belangrijk document bij een e-mail of het uitvoeren van werken op basis van verouderde plannen. Ten slotte zijn er nog de extra processtappen die vaak uit de vorige verspilling voortvloeien, maar zich eveneens op tal van andere vlakken kunnen voordoen. Denk aan offertes die vijftien pagina’s lang zijn, onnodige vergaderingen, facturen die nog per post worden verstuurd, een teveel aan verpakkingen, controles die eigenlijk geen nut hebben… Wie er continu naar streeft om al deze verspillingen tegen te gaan, genereert meer efficiëntie. En dit resulteert in aanzienlijke winsten op het vlak van tijd, mankracht, kwaliteit, materialen, en natuurlijk ook financiële opbrengsten.”
Realistische planningen
Bedrijven worden dus LEAN door continu naar verbetering te streven. Hiertoe hebben ze een waaier aan mogelijkheden, waaronder enkele geijkte tools en methodieken die intussen al in tal van sectoren hun nut hebben bewezen. “In de bouw zijn vooral LEAN-planning en 5S populair omdat ze voor duidelijk kwantificeerbare quick wins zorgen”, vertelt Tim Vissers. “De eerste is een stappenplan die toelaat om met alle betrokken partijen gezamenlijk een haalbare planning uit te werken. Kern van dit verhaal is dat er samen wordt nagedacht over hoe alles best wordt aangepakt en ingepland. In combinatie met een dagelijkse meeting van een kwartiertje – de zogenaamde ‘daily stand’ – om de planning op te volgen en bij te sturen, zorgt deze aanpak voor een sterke afname van de behoefte aan buffertermijnen. Hierdoor kan de doorlooptijd van een project gemakkelijk met 20 à 30% worden gereduceerd, wat voor elke partij positieve gevolgen heeft. De aannemers worden sneller betaald en kunnen hun mankracht in andere projecten inzetten, terwijl de bouwheer zijn investering sneller ziet renderen.”
Zorg voor overzicht
5S is een eenvoudige techniek om in vijf stappen een nette werkplaats te creëren. Tim Vissers verduidelijkt: “Het komt erop neer dat je alles weghaalt dat je niet nodig hebt. Wat overblijft, geef je een vaste plaats die gemakkelijk bereikbaar is. Verder maak je de werkplaats altijd schoon en ga je al deze handelingen standaardiseren en systematiseren. Visualisatie speelt bij 5S een belangrijke rol. Met schaduwborden zie je meteen wanneer een tool is verdwenen. En routemarkeringen tonen je bijvoorbeeld waar het afval moet liggen of welke weg je moet volgen.”
Benut talent
De toepassing van LEAN-tools en -methodieken is echter nog geen garantie op succes. “Wie zijn mensen geen mandaat en middelen ter beschikking stelt om de organisatie en processen constant te verbeteren, zal niet ver komen”, legt Tim Vissers uit. “Ook bedrijven die hardnekkig aan de hiërarchie vasthouden, zullen nooit LEAN kunnen werken. Eigenlijk is de grootste verspilling in de bouwsector deze van talent. De creativiteit van het personeel en hun potentieel om met ideeën voor verbeteringen op de proppen te komen, worden nog al te weinig benut. Vraag de mensen die op de werf staan wat er niet goed loopt, wat beter kan, welke oplossingen zij zien… Op die manier wordt continu verbeteren een dagelijkse bekommernis van iedereen!”
Enkele barrières
Het mag dan allemaal als muziek in de oren klinken, toch is de concrete toepassing van LEAN in de Belgische bouw niet altijd een sinecure. “Dit heeft te maken met enkele specifieke kenmerken van de sector die de verspilling ten top drijven”, verduidelijkt Tim Vissers. “Laat ons starten met de enorme diversiteit aan klantvragen waardoor elke architect zijn best doet om telkens weer een totaal ander pand te ontwerpen. Meer repetitiviteit in bepaalde gebouwencomponenten zou de verspilling tegengaan en de efficiëntie van de sector ten goede komen. Tweede probleem is het ontbreken van sectorbrede standaarden om bestekken en lastenboeken te maken. Voor een en hetzelfde item bestaan vandaag immers verschillende codes, naargelang het gehanteerde classificatiesysteem. Ten slotte worden bouwteams nog al te vaak ad hoc samengesteld. Het zou al een flinke stap in de richting van LEAN zijn indien hoofdaannemers een vast team met dezelfde onderaannemers zouden vormen. Dit is noodzakelijk om de voorspelbaarheid en bijgevolg ook de betrouwbaarheid op te krikken Multi-inzetbaarheid van personeel is trouwens eveneens LEAN. Eigenlijk zou elke medewerker in staat moeten zijn om verschillende taken uit te voeren. En elke taak zou door verschillende personeelsleden moet kunnen worden uitgevoerd. Last but not least: overbelast het personeel niet. Plan maar 80% van je capaciteit in, zelfs al bestaat de kans dat je die 20% buffer niet zal benutten. Deze tip staat op het eerste zicht misschien haaks op het voorkomen van verspilling. Toch blijkt uit de praktijk dat dit de enige manier is om snel en efficiënt op onvoorziene problemen te reageren. En te vermijden dat deze de planning in het gedrang brengen, want dat gebeurt meer dan algemeen wordt aangenomen. Zelfs een -op het eerste zicht- kleine storing, zoals het ontbreken van een technische fiche, kan de uitvoeringstijd met enkele weken verlengen. Zeker als de belastingsgraad op dat moment hoog is. Helaas kan je dit soort verrassingen nooit helemaal van een bouwwerf bannen, dus is het beter om voorbereid te zijn. Wie graag LEAN op zijn werkvloer wil introduceren, kan altijd contact opnemen met Buildwise. Want dit is al vele jaren een van de speerpunten in ons begeleidingsaanbod.”
Zoek naar de ‘one piece flow’
Wie LEAN wil zijn, kan ook de ‘one piece flow’ toepassen. Bij deze methodiek wordt gezocht naar het kleinst opleverbare onderdeel (‘one piece’) van het totale bouwwerk, zoals één appartement of één verdieping binnen een complex. Vervolgens laat u de opeenvolgende activiteiten ononderbroken stromen (‘flow’) tot dit onderdeel is afgewerkt. Tim Vissers: “Op deze manier minimaliseert u de complexiteit en neemt het lerend vermogen toe. Eenmaal het eerste appartement of ander gekozen onderdeel is afgewerkt, weet u immers waar de pijnpunten zich manifesteren. Als u deze vervolgens efficiënt aanpakt in het volgende appartement, kan de rest bij wijze van spreken routineus worden gekopieerd zonder dat er nog enig probleem opduikt. Deze manier van werken helpt trouwens ook om verspilling te voorkomen. Enerzijds kan u de stock en het transport optimaliseren. Anderzijds kunnen de bewegingen en wachttijden van de bouwpartners, alsook het risico op defecten, overproductie en re-work, tot een minimum worden beperkt. Natuurlijk zal deze aanpak niet altijd op evenveel enthousiasme van de onderaannemers kunnen rekenen. Meer nog, soms staat ze zelfs haaks op de principes van LEAN. Het lijkt immers niet zo LEAN om bijvoorbeeld een vrachtwagen naar een werf te laten rijden om de chape van één appartement te gieten. Toch is het een interessante piste om tot LEAN te komen. Belangrijk hierbij is wel dat alle partijen rond de tafel gaan zitten om een ‘ritme’ af te spreken waarmee iedereen afzonderlijk voortgang boekt. Zo kan bijvoorbeeld de chape in een hele verdieping worden gegoten, terwijl de elektriciteit per appartement wordt afgewerkt. Belangrijk: de focus moet op de voorgang van het project komen te liggen in plaats van die ene schakel – zoals de chape of elektriciteit – binnen het project. Daarom is het essentieel dat iedereen telkens hetzelfde projectdoel voor ogen houdt: efficiënter werken, kortere doorlooptijden genereren, een grotere opbrengst creëren en tevredenere klanten eraan overhouden.”