Schimmelvorming in woningen
Buildwise wordt regelmatig geconfronteerd met problemen omtrent schimmelvorming in woningen. Schimmelvorming treedt voornamelijk op in hoeken, ter hoogte van rolluikkasten, achter kasten ... Hierna worden de verschillende parameters die tot het ontstaan van dit verschijnsel kunnen leiden wat nader toegelicht.
In de praktijk kan schimmelvorming toegeschreven worden aan de aanwezigheid van een toereikende hoeveelheid vocht.
Vocht
Vochtinfiltraties leiden eerder sporadisch en plaatselijk tot schimmelvorming. Bovendien veroorzaken dergelijke vochtbronnen meestal ook vochtkringen en uitbloeiingen.
De aanwezigheid van schimmels dient echter vaker toegeschreven te worden aan een te hoog hygroscopisch vochtgehalte van de materialen of aan oppervlaktecondensatie op deze materialen.
Hygroscopisch vochtgehalte
De poriënwanden van poreuze materialen (zoals bijvoorbeeld bepleisteringen, behangpapier ...) absorberen in een vochtige omgeving steeds een bepaalde hoeveelheid vocht, die enkel afhankelijk is van de relatieve vochtigheid van de omgevingslucht. Bij langdurige hoge relatieve luchtvochtigheden kan dit vocht in een woning na verloop van tijd leiden tot schimmelvorming. Het frequent voorkomen van condensatie op het dubbele glas van ramen kan een indicatie zijn voor een te hoge relatieve luchtvochtigheid.
Oppervlaktecondensatie
Oppervlaktetemperatuur
Het optreden van oppervlaktecondensatie kan te wijten zijn aan een te lage oppervlaktetemperatuur.
De oppervlaktetemperatuur van een wand wordt voornamelijk bepaald door:
- de buitentemperatuur: ’s winters is de binnenoppervlaktetemperatuur van wanddelen lager dan ’s zomers
- de isolatiegraad van de bouwelementen: de thermische isolatie van een buitenwand zal een gunstig effect hebben op de oppervlaktetemperatuur, aangezien het buitenklimaat dan minder invloed heeft op de binnenomgeving
- de binnenluchttemperatuur: hoe hoger de luchttemperatuur in de woning (ruimte), hoe hoger ook de oppervlaktetemperatuur zal zijn.
Daar de buitentemperatuur niet beïnvloed kan worden, kan men de oppervlaktetemperatuur van wanddelen doen stijgen door de binnenluchttemperatuur te verhogen en/of door de isolatiegraad van de wand of het glasoppervlak (enkel glas t.o.v. superisolerend glas) te verbeteren. Indien de isolatiegraad echter ontoereikend is of indien de isolatie plaatselijk onderbroken wordt (bijvoorbeeld een betonnen balk), dan spreekt men van een koudebrug.
Relatieve luchtvochtigheid in een woning
De relatieve luchtvochtigheid in een woning is afhankelijk van de temperatuur in de woning en de aanwezige hoeveelheid vocht. Warme lucht kan meer vocht bevatten dan koude lucht.
De aanwezige hoeveelheid vocht in de woning wordt hoofdzakelijk bepaald door de vochtproductie in de woning zelf. De geproduceerde hoeveelheden worden beïnvloed door diverse parameters:
- menselijke aanwezigheid
- huishoudelijke activiteiten
- de aanwezigheid van planten ...
Een aanvoer van lucht uit een ‘vochtige’ ruimte (bijvoorbeeld badkamer, keuken, wasplaats ...) naar een minder verwarmde kamer (slaapkamer ...) kan eveneens leiden tot een belangrijke vochtproductie. Om het (onvermijdelijk) geproduceerde vocht tijdig en geregeld af te voeren, is het noodzakelijk om in een minimale luchtverversing te voorzien en dit, door een aangepaste ventilatie. Hierbij wensen we op te merken dat het tot stand brengen van grote luchtdebieten (bijvoorbeeld door ramen kortstondig of langdurig te openen) veelal niet de gewenste resultaten biedt, omdat dit de luchtvochtigheid slechts tijdelijk vermindert.
Samenvatting van de Bouwgebreken-fiche nr. 3 van Buildwise. Enkel het originele Buildwise-document geldt als referentie.