Amper vooruitgang in het koolstofarm maken van nieuwbouw
De vooruitgang in het koolstofarm maken van nieuwbouw is in de hele Europese Unie enorm teleurstellend. Vlaanderen en Frankrijk zijn de uitzonderingen. Dat blijkt uit een nieuw rapport van het Buildings Performance Institute Europe (BPIE), het onafhankelijke Europese studiecentrum inzake de energie-efficiëntie van gebouwen.
Vlaanderen en Frankrijk worden als koplopers beschouwd door het tijdspad waarbinnen ze de regelgeving voor nieuwbouw hebben aangepakt. Volgens Vlaams minister van Energie Zuhal Demir bevestigt het rapport dat goed overleg met de sector en duidelijke wetgeving cruciaal zijn voor het welslagen van de klimaat- en energietransitie.
“Na het bestempelen van de Vlaamse renovatiestrategie 2050 als tweede beste van Europa, is ook dit een opsteker omdat het om een beoordeling gaat van realisaties in plaats van beloftes. Maar we werken bovenal verder aan een verstandig klimaatbeleid dat ook de sociale rechtvaardigheid niet uit het oog verliest”, aldus Demir.
Gebouwen zijn verantwoordelijk voor 36% van de totale CO2-uitstoot in de EU. Sinds begin 2021 vereist de Europese wetgeving dat alle nieuwe gebouwen ‘bijna-energieneutraal’ zijn. De koplopers op dat vlak zijn Frankrijk en Vlaanderen, volgens een nieuw rapport van het Buildings Performance Institute Europe (BPIE).
Volgens het rapport is de vooruitgang in andere lidstaten daarentegen beperkt. Hun bevinding is dat de decarbonisatie van nieuwe gebouwen in de EU te langzaam en inconsequent gebeurt, waardoor de energie- en klimaatdoelstellingen van Europa voor 2050 in gedrang komen, tenzij het beleid kan worden herzien om een grotere impact op de markt te krijgen. Ook Wallonië en Brussel bengelen in het midden van het peloton.
Vlaanderen en Frankrijk hebben allebei plannen om het gebruik van fossiele brandstoffen in gebouwen op termijn volledig uit te faseren. Vooral Vlaanderen wordt in de schijnwerpers gezet omdat het een effectief tijdspad voor energieprestatienormen heeft gecreëerd. Het voorbije decennium werden de energieprestatie-eisen geleidelijk aan verstrengd.
De energieprestatie-eisen voor nieuwbouw in Vlaanderen behoren vandaag tot de meest ambitieuze in de Europese Unie. Voor nieuwbouw-wooneenheden zijn er onder meer epb-eisen voor energieprestatie, maar ook voor thermische isolatie en ventilatie. Zo moet er, onder meer, een bepaalde minimumhoeveelheid energie uit hernieuwbare energiebronnen worden gehaald.
Op 1 januari 2022 werd bijvoorbeeld ook het S-peil of 'schilpeil' strenger, wat de energie-efficiëntie van de gebouwschil uitdrukt. Het S-peil mag nog maximaal S28 bedragen, terwijl dat voorheen S31 verplicht was. De epb-eisen beschermen in die optiek gezinnen met nieuwbouwwoningen ook structureel tegen hoge energiefacturen.
Belangrijk daarbij is dat Vlaanderen een strategie volgde van voortdurende contacten met de betrokkenen en heldere communicatie, die ervoor zorgde voor een geleidelijke aanscherping van de regelgeving ook haalbaar was voor de sector.
“Onder Demir is dat overleg nog geïntensifieerd. Naast de verbetering van de energieprestaties is ook het gebruik van hernieuwbare energie en (hybride) warmtepompen gegroeid. Maar afgezien van Frankrijk en Vlaanderen is de vooruitgang in de hele Europese Unie teleurstellend”, besluiten de onderzoekers.