Beleidsplan Ruimte Vlaanderen is geen resultaatsverbintenis voor minder files
Het verkeer op de Vlaamse wegen neemt jaarlijks toe, vorig jaar met 0,8% op werkdagen en zelfs met 1,4% op zaterdagen. Bovendien lijkt de filedruk alsmaar te vergroten. Naargelang het tijdstip en de plaats staan we steeds langer stil.
Vooral de files op onze snelwegen tijdens de avondspits zijn toegenomen. De jongste tien jaar is het aantal voertuigen in ons land gestegen met 17%. Bijna 80% van de voertuigen op onze wegen zijn personenwagens. Naar aanleiding van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) wordt een shift in de ruimtelijke ordening regelmatig opgevoerd als het witte konijn uit de hoed.
“Hoewel ruimtelijke ordening uiteraard een rol speelt in die ernstige problematiek, biedt de Vlaamse regering met het BRV op korte termijn geen oplossing. Meer nog, het risico ontstaat dat het debat over het BRV het mobiliteitsvraagstuk een gedegen aanpak ontzegt die vandaag afzonderlijk moet ontwikkeld worden. Het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen bestaat vandaag vooral uit aanbevelingen die niet ondersteund worden door concrete investeringstrajecten of haalbaarheidsanalyses over mobiliteit. Op welke termijn Ruimte Vlaanderen 2.0 te verwachten valt en welke impact dit zal hebben op onze mobiliteit, is eenvoudigweg koffiedik kijken”, verklaart de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) in een persmededeling.
De Vlaamse regering wil een selectie aan knooppuntsteden (met bv. een goede aansluiting op het spoorwegennetwerk) versterken en in heel Vlaanderen verdichting in kernen aanmoedigen. Gezien de vele bijkomende gezinnen tegen 2030 en 2050 en de daardoor groeiende woonnoden in Vlaanderen zijn dit noodzakelijke stappen. Het is de vraag of de ruimtelijke ordening over alle provincies heen tegen 2050 drastisch zal verschillen van de huidige. Inzetten op verwevenheid van functies heeft ook zijn beperkingen.
Zo zullen ateliers en zwaardere industrieën ook in de toekomst niet verenigbaar zijn met woonzones waardoor woon-werkverkeer nodig blijft. Daarnaast geven demografische prognoses aan dat groeiende gemeenten vandaag niet systematisch gelegen zijn bij collectieve verkeersinfrastructuur. Neem bv. het noorden van de provincie Antwerpen rond Hoogstraten, de gemeenten rond Diksmuide, het Hageland en de gemeenten rond Beringen en Peer. De VCB vraagt zich dan ook af wat zinvol is: de huidige nutsinfrastructuur in dergelijke regio’s afbouwen of eerder de missing links vervolledigen om er de (collectieve) mobiliteit te verbeteren?
Impact
“Hoewel de doelstellingen van het BRV binnen een aantal decennia impact zouden kunnen hebben op de mobiliteit lijkt een resultaatsverbintenis voor minder fileleed veeleer voer voor een volwaardig mobiliteitsbeleid. Het is van groot belang om nu al de stijgende mobiliteit in de te verdichten kernen voor te bereiden en te stroomlijnen. Meer inwoners in stedelijke centra betekent immers meer organisatie (mobiliteitsstudies en infrastructuurinvesteringen) om individueel en collectief vervoer op de rails te zetten, evenals meer goederentransport om bv. warenhuizen te bevoorraden”, stelt de VCB.
“Het dichte netwerk van waterlopen zorgt ervoor dat Vlaanderen beter scoort dan andere Europese landen in goederentransport over water. Er rest echter nog heel wat potentieel om meer goederen langs die weg te vervoeren, niet het minst omdat heel wat industrie gevestigd is in de nabijheid van die waterlopen. Daarnaast kent geen enkel ander Europees land een sterkere stijging in treinreizigers. Voort inzetten op die trend lijkt dan ook een evidentie. Het systematisch lokaliseren van tewerkstelling rond de collectieve vervoerspunten kan bovendien een wezenlijk verschil betekenen voor minder fileleed. Andere trends zoals lokale hubs van bedrijven en thuiswerk indien mogelijk hebben eveneens een rol te spelen”, aldus de Vlaamse Confederatie Bouw.
“Ook te verwachten technologische (r)evoluties moeten in rekening worden gebracht, zoals het toenemende gebruik van elektrische fietsen (op de korte termijn) en de opkomst van steeds meer elektrische en bovendien zelfrijdende auto’s op langere termijn. De mogelijke impact van innovatieve vervoersmiddelen op ons ruimtegebruik is vandaag onderbelicht. Nochtans heeft de Vlaamse regering zich geëngageerd om tegen 2035 geen nieuwe wagens aangedreven door benzine of diesel in het verkeer te stellen. Elektrische aandrijving of waterstof moeten het wagenpark in Vlaanderen een eco-vriendelijk karakter toemeten. De beschikbaarheid van voldoende pv-panelen is dan ook essentieel om elektrische wagens en fietsen op te laden. Goed om weten is dat het areaal aan mogelijkheden om pv-panelen te plaatsen aanzienlijk hoger ligt in buitengebied dan in stedelijke centra. Uit recente cijfers blijkt dat het platteland vandaag al met kop en schouders boven de steden uitsteekt inzake de opwekking van zonne-energie”, besluit de VCB.